Home Dossiers Tweede Wereldoorlog China: een vergeten bondgenoot in de Tweede Wereldoorlog

China: een vergeten bondgenoot in de Tweede Wereldoorlog

  • Gepubliceerd op: 23 april 2020
  • Laatste update 22 mei 2023
  • Auteur:
    Maarten van Riel
  • 10 minuten leestijd
China in de Tweede Wereldoorlog
Hitler in de Tweede Wereldoorlog
Dossier Tweede Wereldoorlog Bekijk dossier

Tijdens de Tweede Wereldoorlog verkeerde China in totale chaos. Japanse soldaten doorkruisten plunderend en verkrachtend het land. Ondertussen woedde er een burgeroorlog tussen nationalisten en communisten – tientallen miljoenen mensen verloren het leven. De Amerikanen hoopten China in hun kamp te trekken, maar ook dat werd uiteindelijk een mislukking.

Zaterdagmiddag, 14 augustus 1937. De straten van Shanghai worden bevolkt door winkelend publiek en hoog boven de stad klinkt gezoem. Vijf Chinese bommenwerpers willen een verrassingsaanval uitvoeren op het Japanse vlaggenschip Izumo, dat in de Huangpu Jiang ligt. Maar het is bewolkt, de toestellen gaan te snel en bovendien is de bemanning onervaren. Twee toestellen missen hun doel en werpen bommen af op Nanking Road en op entertainmentcentrum New World. De bommen richten een ravage aan: ledematen vliegen door de lucht en de trottoirs kleuren rood van het bloed. Wanneer de Australische journalist Rhodes Farmer ’s avonds de rampplek verlaat, denkt hij in een steeg honderden slapende mensen te zien liggen, tot hij beseft dat het doden zijn. De dag gaat de geschiedenisboeken in als ‘Zwarte Zaterdag’. Meer dan 1000 burgers hebben het leven gelaten bij de aanval op het Japanse schip.

Meer lezen over de Tweede Wereldoorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.
Chiang Kai-Shek en Mao Zedong strijden om de macht in China.
Chiang Kai-shek (links) en Mao Zedong, 1945.

Mantsjoerije veroverd

Toen de oorlog tussen China en Japan uitbrak, stonden beide landen er heel anders voor. China was na het verval en einde van de Qing-dynastie (1644-1912) een land in ontwikkeling. Het was een republiek zonder sterk centraal gezag; veel macht was in handen van provinciale en lokale warlords. Na de Eerste Wereldoorlog was de Chinese Nationalistische Partij, de Kuomintang, opgekomen. Die stond onder leiding van Chiang Kai-shek, een klassieke Chinese intellectueel die een militaire opleiding had genoten in Japan. Hij ging de strijd aan met warlords, werd president van China en maakte van Nanjing de hoofdstad. Hij was een tijdelijk verbond aangegaan met de Chinese Communistische Partij (CCP), maar na zijn machtsovername probeerde hij de communisten buitenspel te zetten. Dat ontaardde in 1927 in omvangrijke moordpartijen, de zogeheten ‘Witte Terreur’, en een burgeroorlog – alleen al in dat jaar werden naar schatting 300.000 mensen vermoord in ‘anticommunistische acties’, want Chiang had liever dat er 1000 onschuldigen werden gedood dan dat er één communist ontkwam.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

300.000 mensen komen om tijdens anticommunistische acties

Japan had zich tegen het einde van de negentiende eeuw in politiek, economisch en militair opzicht razendsnel ontwikkeld. Het machtige leger reeg daarna de annexaties aaneen: het veroverde Korea, Formosa en de Marshall-eilanden. Japanse politici meenden dat het land leefruimte nodig had; de bevolkingsdichtheid was een van de hoogste ter wereld. In 1932 werd de Noord-Chinese provincie Mantsjoerije ingelijfd. Dat leidde niet tot oorlog, omdat Chiang geen actie ondernam. Er was een ander probleem ontstaan. Ene Mao Zedong was uit de CCP gezet en had een communistisch staatje gesticht in de zuidelijke provincie Jiangxi. Maar het conflict werd even terzijde geschoven toen de Japanners zich opnieuw begonnen te roeren in het noorden van China.

Eerste documentaire over WOII – Ivens verfilmde Slag om Shanghai

De Nederlandse filmmaker Joris Ivens verfilmde de Slag om Shanghai in The Four Hundred Million (1939). Ivens had in 1937 veel lof geoogst met The Spanish Earth over de Spaanse Burgeroorlog. Hij zag gelijkenissen tussen de volksoorlog in Spanje en de gebeurtenissen in China. The Four Hundred Million kwam uit toen Duitsland in september 1939 de aanval op Polen opende. Daardoor werd de film niet zo’n succes als zijn documentaire over Spanje. Wel was het de eerste film over de Tweede Wereldoorlog.

100 miljoen Chinezen gevlucht

In juli 1937 raakte het Japanse leger een soldaat kwijt tijdens een oefening nabij Beijing – op basis van het Bokserprotocol uit 1901 had Japan recht op 12 militaire posten tussen Beijing en Tianjin. De Japanners vermoedden dat hij was ontvoerd door Chinese troepen en eisten toegang tot Beijing om hem te zoeken. Maar de Chinezen weigerden dat en er braken vijandelijkheden uit bij de Marco Polo-brug. Chiang reageerde in eerste instantie terughoudend; in zijn dagboek vroeg hij zich af of dit het moment was om ‘de uitdaging’ aan te gaan.

Terwijl Chinese en Japanse commandanten op lokaal niveau een staakt-het-vuren bereikten, stuurde Tokyo meer eenheden naar het noorden van China. Japan raakte in oorlogsstemming: prins Fumimaro Konoe sprak openlijk over een mogelijke oorlog. Het opperbevel maakte zich op voor een Blitzkrieg: een snelle verovering van belangrijke Chinese steden met een troepenmacht van zo’n 130.000 soldaten. Op 26 juli 1937 viel Japan aan. Toch besloot Chiang zijn keurkorps van zo’n 80.000 man niet naar het noorden te sturen.

Japanse mariniers vechten in China.
Japanse mariniers vechten in de straten van Shanghai.

Beijing en Tianjin waren vrijwel meteen verloren. Om een catastrofe te voorkomen nam Chiang twee belangrijke beslissingen: hij maakte de communisten met hun Rode Leger tot bondgenoot en zocht een strijdtoneel waardoor de oorlog wereldnieuws zou worden. Hij zond zijn keurkorps naar de internationale handelsstad Shanghai. Dat lag zo’n 1000 kilometer ten zuiden van het strijdtoneel, maar er was een Japans garnizoen gelegerd omdat er een grote Japanse gemeenschap woonde. De aanval op het schip de Izumo was het startsein van de eerste belangrijke confrontatie in de Chinees-Japanse Oorlog.

Japan meent dat het levensruimte nodig heeft

Maar na bijna drie maanden van felle strijd was de Slag om Shanghai gestreden en trok Chiang zijn troepen terug – 187.000 Chinese soldaten waren gedood of verwond. Het Chinese keurkorps had zware verliezen geleden en kon weinig uitrichten bij de volgende slag, de aanval op de hoofdstad Nanjing. In december 1937 ging de stad verloren en daarna heerste er zes weken lang totale bandeloosheid; burgers werden met bajonetten gedood, op straat onthoofd met zwaarden, en tienduizenden meisjes en vrouwen werden verkracht. Er vielen naar schatting 377.400 burgerdoden.

Shanghai en Nanjing waren verloren, maar de oorlog was wel wereldnieuws geworden. Het algemene sentiment was dat Japan een bedreiging vormde voor de wereldvrede – en de westerse overzeese gebieden in Azië. De Sovjet-Unie en de Verenigde Staten schonken oorlogstuig en militaire hulp, maar dat kon de zegetocht van het Japanse Keizerlijk Leger niet stoppen. Grote delen van China vervielen in chaos.

In de jaren daarop opende Japan ook de aanval op westerse koloniën in Azië, zoals Indo-China, Hongkong, Birma en Nederlands-Indië. De Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt sprak in 1942 openlijk zijn steun uit voor Chiang en ‘the brave people of China’, die al vierenhalf jaar lang de Japanse agressie weerstonden. De geallieerden wilden China in de oorlog te houden, omdat Japan daardoor minder troepen elders in Azië kon inzetten. Het land had ongeveer een miljoen militairen nodig voor de strijd in China – allemaal eenheden die niet konden worden gebruikt in de Pacific, waar de Amerikanen zware verliezen leden bij het veroveren van eilanden.

De VS leveren China jachtvliegtuigen.
De Verenigde Staten leveren aan China honderd jachtvliegtuigen die worden gevlogen door vrijwilligers.

De Japanse luchtmacht was oppermachtig en onderwierp steden aan een ware Blitz; zo werden bij een tweedaagse luchtaanval op Chongqing in mei 1939 maar liefst 5000 mensen gedood. De Japanse veroveringstocht stelde Chiangs leiderschap op de proef. Generaals deserteerden en tientallen miljoenen Chinezen sloegen op de vlucht – op het hoogtepunt waren er naar schatting 100 miljoen Chinezen van huis en haard verdreven. Met de rug tegen de muur maakte Chiang soms rampzalige keuzes: in een poging de Japanse opmars een halt toe te roepen liet hij op 8 juni 1938 de dijken van de Gele Rivier nabij Zhaokou doorsteken. Maar dat hinderde de Japanse opmars nagenoeg niet en zeker een half miljoen Chinezen verdronken.

Amerikaanse hulp aan China

Om de strijd tegen Japan vol te houden ontving China 10.000 ton hulpgoederen per maand, hoewel Chiang om meer had gevraagd. Bijna 42 maanden lang vloog de Amerikaanse luchtmacht de goederen van India naar China via een luchtbrug over het Himalaya-gebergte. De Amerikanen richtten ook bases in, trainden en bewapenden Chinese soldaten, en plaatsten hoge officieren bij de staf van de nationalisten.

Madam Chiang lobbyde voor Amerikaanse hulp – Dragon Woman

Op 1 december 1927 trouwde Chiang Kai-shek met Song Meiling. Zij had lange tijd in de Verenigde Staten gewoond en een opvallend Georgia-accent ontwikkeld. Mede daarom was ‘Madam Chiang’, of ‘Dragon Woman’ zoals Time Magazine haar ooit noemde, een graag geziene gast in de VS, waar ze lobbyde voor Amerikaanse hulp aan de Chinese nationalisten. Op 18 februari 1943 sprak ze, als eerste Chinees en tweede vrouw ooit, het Amerikaanse Congres toe. Een paar maanden later ontmoette ze in het Canadese Ottawa koningin Wilhelmina en prinses Juliana. Song en Chiang hernieuwden hun huwelijkse geloften in 1944 te New York en waren 48 jaar getrouwd – tot de dood van Chiang in 1975. Song bracht haar verdere leven vooral door in New York, waar ze – de honderd reeds gepasseerd – in 2003 overleed.

Strijd gaat door – Chiang ziet Mao als een grotere vijand dan de Japanse bezetter

Via Chiang maakte China zijn entree op het geopolitieke wereldtoneel, maar hij stond vaak met zijn rug tegen de muur. Dat bleek wel tijdens de conferentie van Caïro, in november 1943. Het was de eerste en enige keer dat Chiang, samen met zijn vrouw Song Meiling, mocht aanschuiven bij de Engelse premier Winston Churchill en Roosevelt. Maar Sovjetleider Jozef Stalin was niet aanwezig. Hij ontmoette korte tijd later in Teheran. Daar veegde hij afspraken die de Amerikanen met China hadden gemaakt weer van tafel. In Caïro en Teheran was de blik gericht op het oorlogsjaar 1944 en de wereld ná de oorlog. Roosevelt voorzag het verval van westerse koloniën in Azië en had een sleutelrol voor China in gedachten als stabiele westerse bondgenoot in Azië. Het was een wereldbeeld waar Churchill en Stalin, ieder om hun eigen reden, van huiverden.

Burgeroorlog in China

Ondertussen laaide in China de binnenlandse strijd tussen de nationalisten onder leiding van Chiang en de communisten onder leiding van Mao weer op. Het bondgenootschap van 1937 was niet meer dan een tijdelijk lapmiddel in de strijd tegen Japan: Chiang zag Mao immers als een grotere vijand dan de Japanse bezetter. Een Nederlandse militair attaché rapporteerde eind 1942 dat er geen sprake kon zijn van ‘de veelbesproken eenheid van China’ en dat de communisten steeds sterker werden – ‘Waakzaamheid is geboden.’ Toen de Japanners in april 1944 Operatie Ichigo lanceerden, hun grootste offensief van de oorlog, kon Chiang weinig weerstand bieden. Een half miljoen Japanse soldaten trokken door China heen en toonden de Amerikanen andermaal dat Chiang een zwakke leider was. In de laatste slag van de oorlog verloor hij nog eens 750.000 soldaten. Ook de gemiddelde Chinees had steeds vanwege het voortdurende oorlogsgeweld, de voedseltekorten en oplopende inflatie steeds minder vertrouwen in de nationalisten.

Toen in Europa de Duitsers al verslagen waren, bleven de Japanners in Azië doorvechten. Twee atoombommen in augustus 1945 maakten plotseling een eind aan de oorlog. Chiang schreef daags na de Japanse capitulatie op 14 augustus 1945 dat ‘een nieuw gevaar’ op de loer lag, en een week later was hij explicieter: ‘Als we niet oppassen, geven we Stalin en Mao de kans onze plannen onherstelbare schade toe te brengen.’ Dat bleken profetische woorden. De Chinese burgeroorlog werd hervat en Chiang dreef de communisten weliswaar in het nauw, maar de Amerikanen, met wie hij steeds vaker botste, riepen hem een halt toe. Direct na het einde van de oorlog waren 1,5 miljoen Russische en Mongoolse soldaten Noord-China binnengestroomd. Stalin besloot op eigen initiatief om Mao’s Rode Leger van wapens, munitie en voedsel te voorzien. Bovendien namen de Sovjets zo’n 200.000 Japanse soldaten krijgsgevangen en werd een deel daarvan als instructeur aangesteld bij de Chinese communisten. Terwijl de communisten zich met wat hulp konden herpakken, kreeg Chiang te maken met verslechterende binnenlandse omstandigheden: er waren veel stakingen en er was hongersnood; mensen verkochten letterlijk hun kinderen voor voedsel.

De populariteit van Mao nam toe en vanuit het noorden maakte hij een zegetocht met zijn loyale, door de Sovjets bewapende leger. De nationalisten verloren alles waar ze acht jaar lang voor gestreden hadden. Chiang vluchtte gedesillusioneerd naar Taiwan en op 1 oktober 1949 riep Mao de Chinese Volksrepubliek uit. China was inderdaad een stabiele factor geworden in Azië, maar geen pro-westerse. Plots was het grootste land ter wereld communistisch en was Chiang gedegradeerd tot The Men Who Lost China. China werd de vergeten bondgenoot die in acht oorlogsjaren een hoge prijs betaalde voor hun strijd tegen de Japanners: tussen de 14 en 20 miljoen mensen kwamen om door geweld, honger en ziekte.

Meer weten:

  • China’s War with Japan, 1937-1945 (2014) door Rana Mitter.
  • The Rape of Nanking. The Forgotten Holocaust of World War II (2012) door Iris Chang.
  • Shanghai 1937 (2013) door Peter Harmsen.