De Duits-Joodse Ruth Weil overleeft Bergen-Belsen, maar haar eerste echtgenoot Jules niet. Na haar dood vindt haar zoon Jack zes fotoalbums van Jules. Die geven een uniek beeld van hun leven in Duitsland en Nederland.
‘Holland. Ein neues Land. Ein neues Leben,’ schrijft Jules Loszynski (1909-1944) optimistisch naast twee foto’s van Amsterdam Centraal Station, waar hij zojuist uit Berlijn is aangekomen. Hij verkent de stad en fotografeert de Joodse landmarks: het Waterlooplein, de nieuwe synagoge aan de Lekstraat en de hypermoderne verpleeginstelling De Joodse Invalide. Ook brengt hij het verbranden van brood voor Pesach in beeld. In juli 1939 komt zijn vrouw Ruth (1916-2011) ‘für immer’ naar Nederland. Jules legt haar vast met haar koffers, een bosje bloemen in de hand.
Meer historische verhalen lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Ruth en Jules sporten op hoog niveau. Ze zijn elkaar waarschijnlijk tegengekomen bij de Joodse atletiekclub Bar Kochba in Berlijn. Jules is een flamboyante man: de albums staan vol reizen, auto’s, wedstrijden en gezelligheid met vrienden. Maar tussen de vrolijke beelden door zie je dat hij en Ruth zich voorbereiden op een vertrek naar Palestina. Ze volgen Hebreeuwse les, Jules leert lassen en gaat werken bij de zionistische krant Jüdische Rundschau. In 1935 doen ze mee aan de tweede Maccabiade, de Joodse Olympische Spelen in Tel Aviv. Een jaar later bezoeken ze de Olympische Spelen in Berlijn. Daar trouwen ze op 19 augustus 1937.
Na de oorlog
Ruth overleeft Bergen-Belsen en komt in een opvangkamp in Maastricht Hugo Weil tegen. Hugo’s vrouw en jonge zoontje zijn vermoord in Auschwitz. Ze trouwen en gaan wonen in de voormalige woning van de familie Frank op Merwedeplein 37-II in Amsterdam. In 1949 wordt hun zoon Jack Weil geboren. Door haar ervaringen in de oorlog lijdt Ruth aan angsten en depressies; ze spreekt nauwelijks over haar ‘vorige leven’. Als Jack in 2014 op de zolder van zijn ouderlijk huis de albums van Jules vindt, ziet hij haar voor het eerst als een jonge, sportieve en sprankelende vrouw.
In Amsterdam werkt Jules voor het Joods Vluchtelingen Comité en maakt foto’s van het Lloyd Hotel, waar Joodse vluchtelingen worden opgevangen. Ook fotografeert hij de Joodse kinderopvang in Huize Kraaijbeek in Driebergen, en op 5 mei 1940 Kamp Westerbork in aanbouw.
De beelden van de eerste bezettingsjaren lijken zorgeloos: etentjes met vrienden, zonnebaden in de tuinen van de Rivierenbuurt en zelfs een kampeertripje met de fiets naar de Veluwe. De laatste foto is van Ruth aan de ontbijttafel. ‘Sonntag Morgen ohne Sorgen Juni 42,’ heeft Jules erbij geschreven. Vanwege zijn werk voor de Joodse Raad gaan Jules en Ruth pas eind 1943 naar Westerbork, om in januari 1944 te worden gedeporteerd naar Bergen-Belsen. Daar eindigt het nieuwe leven waar Jules zo naar uitkeek, op 3 december 1944.
Ein Neues Land. Ein neues Leben
Het verhaal van Ruth, Jules en Hugo voor én na de oorlog wordt aan de hand van foto’s en documenten verteld in Ein neues Land. Ein neues Leben, dat voorjaar 2024 verschijnt bij Uitgeverij Waanders. Meer foto’s en achtergrondinformatie bij hun geschiedenis zijn hier te vinden.
Openingsbeeld: Jules Loszynski in zijn kantoor in het Lloyd Hotel, waar hij werkt voor het Joods Vluchtelingen Comité, circa 1939.