Home Hitlers Spelen

Hitlers Spelen

  • Gepubliceerd op: 2 augustus 2016
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Roel en Martijn Steenbergen
Hitlers Spelen

Volgens de Duitse media was heel Duitsland in augustus 1936 dolgelukkig. In die maand zouden de Olympische Spelen in Berlijn Duitsland van zijn beste kant laten zien. Vreugde troef als we Goebbels mogen geloven. Maar niet iedereen was het hiermee eens. Zo schreef de schrijver Victor Klemperer in zijn dagboek dat hij de Spelen haatte ‘weil sie nicht eine Sache des Sports ist – bei uns meine ich – , sondern ganz und gar ein politisches Unternehmen.’ Klemperer had natuurlijk gelijk. De Spelen van Berlijn zijn het schoolvoorbeeld van vermenging van sport en politiek. En Hitlers verlengde daarvan: oorlog.

Voorspel

De problemen begonnen al in 1916. De Spelen zouden dat jaar in Berlijn worden gehouden. Bij de Spelen in de Oudheid mochten deelnemende staten geen gewapend conflict beginnen, geen rechtszaken aanspannen en geen executies voltrekken. Met die geschiedenis kon het International Olympic Committee (IOC) de Spelen midden in de Eerste Wereldoorlog moeilijk door laten gaan in het land dat volgens velen deze oorlog begonnen was.

Na de Eerste Wereldoorlog werd Duitsland een verbod op deelname aan de Olympische Spelen van 1920 en 1924 opgelegd. Toen Carl-Friedrich von Langen (1887-1934) in 1928 met zijn paard Draufgänger bij de dressuur tweemaal goud won, werd hij op slag een nationale held. Zijn overwinningen waren goed voor het Duitse Nationalgefühl. Het Ruhrgebied was nog steeds bezet, het chauvinisme kon wel een opkikkertje gebruiken. Dat Von Langen in de Eerste Wereldoorlog zwaargewond was geraakt maakte dit heldenverhaal alleen maar mooier.

Drie jaar later, op 13 mei 1931, werd besloten Berlijn een tweede kans te geven de Spelen te organiseren. Bij de slotstemming van het IOC won de Duitse hoofdstad het met 43 tegen 16 stemmen van Barcelona. Het verleden was definitief afgesloten, de toekomst werd met vertrouwen tegemoetgezien. Of dit terecht was? Op 14 september 1930 had de NSDAP de grootste verkiezingszege binnengehaald – Hitler haalde 18,2% van de stemmen – maar niemand maakte zich echt zorgen. Regeringsdeelname van de NSDAP leek nicht im Frage.

Dat veranderde snel. Op 30 januari 1933 werd Hitler rijkskanselier. Opnieuw bracht Duitsland het IOC in een lastig pakket. In mei 1933 dreigde het IOC de Spelen te verplaatsen als Duitsland niet schriftelijk garandeerde het ‘Olympische Idee’ uit te willen dragen. Amerika dreigde met een boycot als Duitsland geen Joodse sporters en sportsters in de eigen equipe zou willen opnemen. Uiteindelijk stemde Amerika op 8 december 1935 met 58 tegen 56 stemmen voor deelname.
 

Fakkelloop

Zo kon Hitler, ondanks alle protesten, op 21 juli 1936 het Griekse Olympisch Comité een telegram sturen: ‘Ich danke für die Meldung vom Start der olympischen Fackel.’ De Olympische Spelen van Berlijn waren de eerste Spelen in de moderne tijd waarbij het olympisch vuur via een fakkelestafetteloop vanuit Griekenland naar de Spelen kwam. De toorts was gemaakt door de firma Krupp, ook de fabrikant van het immense kanon Dikke Bertha. In Oostenrijk werd de ontvangst van de vlam gevierd op het belangrijkste plein van Wenen, de Heldenplatz. Nog geen twee jaar later vierde Hitler juist op deze Heldenplatz de Anschluss.

Nadat op de Eröffnungstag de laatste estafetteloper de vlam het Olympisch Stadion van Berlijn binnen had gedragen, kon Hitler de Spelen voor geopend verklaren. Hij deed dit met een zin die onder Germanisten nog steeds een punt van discussie is: ‘Ich verkünde die Spiele von Berlin zur Feier der elften Olympiade neuer Zeitrechnung als eröffnet.’ Maar grammaticaal goed of niet: origineel was de zin zeker niet.

Dat was ook niet nodig. De opening had genoeg ander vuurwerk. Honderden vredesduiven werden losgelaten, de zeppelin Hindenburg zweefde boven het stadion, de toeschouwers zongen uit volle borst Deutschland, Deutschland über alles. Het kon allemaal niet op.
 

Jesse Owens

Op de eerste dag na de opening overtrad Hitler de Olympische regels door twee medaillewinnaars van die dag – een Duitser en een Fin – de hand te schudden. Beleefd werd Hitler te kennen gegeven dat eregasten dit niet hoorden te doen. Vanaf dat moment feliciteerde Hitler niemand meer. Dus ook Jesse Owens niet, toen deze op de honderd meter sprint zijn eerste gouden medaille won.

Dat Hitler, had hij Owens wel de hand moeten schudden, voor een pijnlijke scène zou hebben gezorgd blijkt uit wat Baldur von Schirach, in 1936 de leider van de Hitlerjugend, zich lang na de Spelen nog wist te herinneren. Hitler zou gezegd hebben dat Amerika zich moest schamen omdat ‘de zwarte hulptroepen’ medailles voor het land moesten – mochten – winnen. Ook zou Hitler nooit een medaille winnende neger de hand schudden. Toen Schirach voorstelde om – propaganda! – een foto te laten maken van Hitler met Owens zou Hitler in woede ontstoken zijn. Hij vatte het voorstel als ‘een grove belediging’ op.
 

Werner Seelenbinder

Owens was niet de enige deelnemer met een verhaal. De Duitse worstelaar Werner Seelenbinder (1904-1944) had zich voorgenomen – mocht hij een medaille winnen – uit protest de Hitlergroet achterwege te laten. Zover kwam het niet. Seelenbinder werd vierde. Sinds 1928 lid van de KPD – Kommunistische Partei Deutschlands – had Seelenbinder na de machtsovername van de nazi’s de opdracht zich voor internationale wedstrijden te kwalificeren. Hij moest voor de KPD de Auslandskontakte onderhouden. Dat jaar werd Seelenbinder voor het eerst Duits karnpioen halfzwaargewicht worstelen. Als dank mocht hij een verhoor door de Gestapo ondergaan.

Na de Spelen gebruikte hij zijn toernooireizen om informatie en propaganda Duitsland binnen te krijgen. Seelenbinder had contact met de verzetsgroep rond Robert Uhrig (1903-1944). Toen de nazi’s deze groep oprolden, werd ook Seelenbinder opgepakt. Na twee jaar gevangenschap werd hij op 24 oktober 1944 onthoofd. Na de oorlog werd Seelenbinder vooral in de DDR op een voetstuk geplaatst. Scholen, straten en sportparken kregen zijn naam.
 

Helene Mayer

Bij de vrouwen was de Duitse halfjoodse schermster Helene Mayer (1910-1953) een opvallende deelneemster. In 1933 was Mayer uit haar schermvereniging gezet. Dat ze in 1929 en 1931 wereldkampioene schermen werd, was niet van belang. Niet veel later vluchtte Mayer – gedwongen – naar Amerika. Toen Amerika de Spelen van 1936 dreigde te boycotten wisten de nazi’s niet hoe snel ze Mayer moesten uitnodigen deel te nemen. In de hoop na de Spelen weer welkom te zijn in Duitsland gaf Mayer gehoor aan de smeekbede. Ze zou de enige halfjoodse deelneemster zijn. Bíj de huldiging – Mayer won zilver – bracht ze zelfs de Hitlergroet. Het mocht niet baten. Na de Spelen moest Mayer Duitsland weer verlaten.

In Amerika dacht ze vaak aan de Spelen terug. Vriendinnen schreef ze: ‘Ich denke so oft an Deutschland zurück. Ihr könnt Euch gar nicht vorstellen, wie stark die Erinnerung in mir weiterlebt. Ich meine es wirklich ehrlich, wenn ich die Tage, die ich mit Euch in guter Kameradschaft verbringen dürfte, zu den schönsten meinen Lebens zähle.’ Het liefst zou ze direct teruggaan, maar dat ging niet. ‘Ich weiss nur, dass ich wieder nach Deutschland kommen möchte, aber dort ist sicher kein Platz für mich.’ Het zou nog tot 1952 duren voordat Mayer terugkeerde. Een jaar later overleed ze.
 

Nederlandse inbreng

Ook Nederland deed in Berlijn mee in de strijd om de medailles. Op de 100 en 200 meter sprint haalde Martinus (‘Tinus’) Osendarp (1916-2002) brons. In Olympia 1936 – het standaardwerk over de Spelen van Berlijn – wordt hij ‘de snelste blanke’ genoemd: ‘Osendarp kann also den Ruhm für sich in Anspruch nehmen, der schnellste weisse Sprinter zu sein.’ Hij werd in Nederland als held binnengehaald.

Osendarp werkte destijds voor de KLM. Directeur Albert Plesman stuurde een gloednieuwe Fokker 36 naar Berlijn om Osendarp af te halen. ‘Op Schiphol werd ik toegesproken, daarna gingen we naar Den Haag, naar de atletiekclub, waar ik weer werd toegesproken. Vervolgens reden we per rijtuig naar Rijswijk, waar ik woonde.’ Van de KLM kreeg hij twee dagen vrij, daarna moest hij bij Plesman komen. ‘Of ik meer geld wilde? Hoefde ik niet, als ik maar vrij kon krijgen voor internationale wedstrijden. Daar ging hij mee akkoord, als ik er maar per vliegtuig heenging.’

Tijdens de Tweede Wereldoorlog verloor Osendarp zijn baan bij de KLM. Hij ging bij de politie in Den Haag werken. In 1941 werd hij lid van de NSB, later trad hij toe tot de Germaanse SS en de Sicherheitsdienst. Na de bevrijding werd Osendarp tot twaalf jaar gevangenisstraf veroordeeld. In 1952 kwam hij vervroegd vrij.

Nog succesvoller was de zwemster Hendrika (‘Rie’) Mastenbroek (1919-2003). Ze won, zeventien jaar oud, de 100 en de 400 meter vrije slag en in teamverband de vier maal 100 meter vrij. Op de 100 meter rugslag haalde Mastenbroek de zilveren medaille achter Nida Senff (1920-1995). Senff miste een keerpunt, moest terugzwemmen, maar won toch goud dankzij ‘ein ungläublicher Spurt.’
 

Stadion

Natuurlijk waren de sporters op de Spelen van Berlijn maar bijzaak. Ze waren, zoals Heinrich Mann schreef, niet meer dan ‘Gladiatoren, Gefangenen und Spassmacher eines Diktators.’ Het ging om de indruk die Duitsland – Hitlers nieuwe Duitsland – op de wereld zou maken. Alles, maar dan ook alles, moest groter, pompeuzer, indrukwekkender, kortom beter dan op welke Spelen ooit.

Hitler-biograaf Ian Kershaw: ‘Er werd koortsachtig gebouwd, geschilderd, gerenoveerd en opgeknapt om Berlijn zo goed mogelijk voor de dag te laten komen. Het centrale punt was het nieuwe Olympisch stadion. Hitler had het oorspronkelijke ontwerp hiervoor van de architect Werner March boos afgedaan als een moderne glazen doos en in een van zijn gebruikelijke kinderlijke woedeaanvallen had hij gedreigd de Olympische Spelen helemaal af te blazen. Waarschijnlijk wilde hij op die manier zijn zin krijgen. En zoals men toegeeft aan een verwend kind, zorgden zij die hem omringden ervoor dat hij niet teleurgesteld werd. Speer maakte snel een schets van een meer klassiek en imponerend stadion, dat onmiddellijk Hitlers goedkeuring kreeg. Hij was meer dan tevreden, hij was nu zelfs zo enthousiast dat hij opeens eiste dat het stadion het grootste van de wereld zou worden.’

Het werd inderdaad groter dan het tot dan toe grootste stadion, dat in Los Angeles gebouwd was voor de Spelen van 1932, maar nog tijdens de bouw klaagde Hitler dat alles te klein was. Uiteindelijk woonden op 1 augustus 1936 zo’n 100.000 toeschouwers de opening in het stadion bij.
 

Televisie & Film

De fakkelloop was een indrukwekkende primeur geweest, maar er waren meer primeurs. De Spelen van Berlijn waren de eerste Spelen die live op de televisie te volgen waren. Dat niemand toen televisie had deerde niet. Op verschillende punten in de stad werden locaties ingericht waar mensen de wedstrijden – met twee minuten vertraging – via televisie konden volgen. Daarnaast legde regisseuse Leni Riefenstahl alles op film vast. Met 30 cameramannen volgde ze alle sporten. Zelfs de oefensessies werden opgenomen.

Uiteindelijk werd er 400 kilometer film geschoten. Het kostte Riefenstahl twee jaar om hier een film in twee delen van te maken: Fest der Völker en Fest der Schönheit. De film is nog steeds veelbesproken: het zou een verheerlijking zijn van de fascistische Körperkultur. Riefenstahl zelf heeft altijd volgehouden dat ze niet in politiek geïnteresseerd was. Maar ze kon niet ontkennen dat de film uitstekend in de propagandamachine van het Derde Rijk paste.

Dat neemt niet weg dat de ruim vier uur durende film vernieuwend was. Riefenstahl liet gaten graven naast de atletiekbaan om de atleten van onderaf te kunnen filmen. Ze hing een camera boven het stadion om de mensenmassa van boven te filmen en monteerde een camera op een soort katapult, die tegelijk met de sprinters wegschoot op rails naast de baan. Ook filmde ze de schaduwen van de sporters in actie. Bij het schoonspringen filmden haar cameramannen voor het eerst van onder water.
 

Olympisch dorp

De sporters waren, als gezegd, bijzaak maar de nazi’s waren wel zo slim dit niet van de daken te schreeuwen. Ze werden als hooggeplaatste gasten ontvangen. In navolging van Parijs (1924) en Los Angeles (1932) werd ook in Berlijn een speciaal olympisch dorp gebouwd. Het dorp was alleen bedoeld voor de mannelijke deelnemers want, zoals de hoogste baas van de Olympische Spelen, Pierre de Coubertin, al zei: ‘De enige werkelijke Olympische Held is de krachtige mannelijke persoonlijkheid.’ Het waren woorden waar Hitler zich wel in kon vinden.

Officieel was het leger de opdrachtgever voor de bouw – het was ‘das wunderbare Geschenk der deutschen Wehrmacht.’ Na de Spelen moest het dorp een onderkomen voor soldaten worden. Ook dit bouwproject werd een prestige- en propagandaobject. Het dorp was van alle moderne gemakken voorzien, zelfs aan Finse sauna’s was gedacht. Het werk was ‘von grossem nationalpolitischen Wert‘ en een schoolvoorbeeld van ‘Gemeinschaftsarbeit im Geiste des neuen Deutschlands’. Bedrijven die aan de bouw meewerkten werd duidelijk gemaakt dat het de bedoeling was dat alleen ‘rein deutsche Arbeiter arischer Abstammung‘ ingezet zouden worden. Toen het dorp te klein bleek, werd de vlakbij gelegen kazerne van het Flakregiments 22 ontruimd en voor sporters vrijgemaakt.

Tussen 1 mei en 15 juni 1936 stond het dorp open voor het publiek: 370.000 mensen maakten van de gelegenheid gebruik om zelf een kijkje te komen nemen. Het werkte uitstekend. De bezoekers waren diep onder de indruk van het aanschouwde, de sporters – en daar was het om te doen – niet minder. Weer terug in eigen land staken veel buitenlandse bezoekers de loftrompet over het nieuwe Duitsland. Zelfs Helene Mayer wilde, terug in Amerika, geen slecht woord over de Spelen horen. ‘Hier in Amerika hat die Presse die Olympiade extra schlecht gemacht. Alles Propaganda gegen Deutschland! Doch hat es ihnen nicht viel benützt, da wir alle, und damit meine ich auch amerikanischen Olympiakämpfer, dagegen gearbeitet haben. Ich habe viele Reden gehalten in Clubs, Universitäten und sogar einmal im Radio (National Broadcasting Station) und habe es ihnen gesagt! Diese Schwätzer, die sich immer noch nicht beruhigen können, dass die Olympiade in Berlin der Höhepunkt aller Olympiaden war!
 

Der Sturmer

De deelnemers waren ingepakt, de buitenlandse pers grotendeels ook. Het stadion maakte indruk, de onderkomens voor de sporters waren perfect, de persaccommodaties goed en de organisatie was stipt. Berlijn zag er schitterend uit, een groot feest; de Wannsee – zeilen! – lag er prachtig bij. Maar het kleinste spoortje antisemitisme had het hele plan nog in duigen kunnen laten vallen. En dus verdwenen de ‘verboden voor joden’ bordjes. Der Sturmer – een extreem fascistisch blad dat het zelfs voor veel nazi’s vaak te bont maakte – kreeg een tijdelijk verschijningsverbod. Ruim voor de Spelen konden de inwoners van Berlijn lezen hoe ze zich tijdens de Spelen dienden te gedragen. ‘Die Berliner müssen beherrscht sein und ihre Gäste mit freundlichen Gesichtern empfangen.’

En zo geschiedde het in die dagen. Een schoongepoetst land moest voor een schoon imago zorgen. Het Rijnland was weer gemilitariseerd, maar daar hoorde je niemand meer over. Dachau – al sinds maart 1933 in bedrijf – lag ver, ver weg. De rassenwetten van Neurenberg van september 1935 leken alleen op papier te bestaan. Maar ondertussen groeide de angst bij de joden. Dit toneelstukje kon niet blijven duren. Als Victor Klemperer zijn afkeer van de Spelen in zijn dagboek beschrijft, beschrijft hij ook zijn vrees dat de tijdelijk opgeschorte – en opgekropte – Jodenhaat na de Spelen een nieuw hoogtepunt zal beleven. ‘Die Olympiade geht zu Ende, der Parteitag der NSDAP kündigt sich an, eine Explosion steht vor der Tür, und es ist natürlich, dass man sich zuerst gegen dieJuden abreagieren wird.’

En Hitler? De Spelen van 1936 worden ‘Hitlers Spelen’ genoemd. Welk staatshoofd kan hem dit nazeggen? Wie uit het hoofd weet welke Spelen door Ronald Reagan werden geopend, mag het zeggen. Wie opende de Spelen van 1928 in Amsterdam? Mexico 1968? Moskou 1980? Geen van alle Spelen is zo aan de gastheer opgehangen als de Spelen van Berlijn. Het waren inderdaad ‘zijn’ Spelen. Hij – en niemand anders – sprak de openingswoorden. Als Hitler op andere dagen het stadion binnenkwam stond iedereen op om hem te begroeten. Hitler was alom aanwezig. In een voorbeschouwing over de bokswedstrijden werd zelfs een uitspraak van Hitler als motto geciteerd: ‘Es gibt keinen Sport, der wie dieser den Angriffsgeist in gleicher Weise fördert, blitzschnelle Entschlusskraft verlangt, den Körper zu stählerner Geschmeidigkeit erzieht.’

Het opent nieuwe vergezichten: Hitler als sportkenner. Maar dat is allemaal klinkklare onzin. Hitler hield helemaal niet van sport. Hitler op ski’s? Hitler aan het verspringen? Hitler aan de rekstok? Het zou pure slapstick worden – Hitler als karikatuur van zichzelf. Natuurlijk was zijn dreigement de Spelen af te blazen als het ontwerp voor het stadion niet naar zijn zín zou zijn een loos dreigement – het geeft wel de volgorde van zijn belangen en interesses weer. De uitstraling van het stadion stond in zijn lijstje boven het belang van de Spelen, laat staan de sport. Uit zijn omschrijving van de bokssport komt niet het beeld van een sporter of een bokser naar voren, maar dat van een soldaat. Wat zei De Coubertin ook weer? ‘De enige werkelijke Olympische Held is de krachtige manlijke persoonlijkheid.’

En hoe verklaarden de nazi’s de groeiende interesse van het volk voor de marathon? Die lag in ‘die heldische Ursprung’ – de heroïsche herkomst. Was de eerste marathonloper niet naar huis geëild met de boodschap dat de vijand overwonnen en de oorlog gewonnen was? ‘Wir fühlen, was der Mensch durch eiserne Arbeit und unbeugsamen Willen erreichen kann, und das imponiert. ‘Nenikekamen’ (‘Wir haben gesiegt’) rief der Läufer von Marathon aus und brach zusammen.’ Dit was het verband dat de Nazi’s graag gelegd zagen. De – mannelijke – sporter als Heldenkämpfer. Terwijl de toeschouwers dachten dat ze naar sporters keken, zat Hitler op de tribune naar zijn toekomstige soldaten te kijken. De sporter als voorbode van de soldaat.

In het Olympische dorp konden de deelnemers s ’avonds genieten van films met titels als Der Neuaufbau des deutschen Heeres. De film, in de ogen van veel deelnemers een oorlogsfilm, was duidelijk een propagandafilm voor het Duitse leger. Uit protest verliet menig atleet de filmzaal tijdens de vertoning. Over een andere tijdens de Spelen gedraaide film, Sport und Soldaten, schreef een krant: ‘De militaristische geest van de film verdringt de Olympische gedachte. Als de reeks sportbeelden met beelden van een veldslag eindigt, klinkt uit de monden van de uit 50 landen afkomstige deelnemers een eensgezind gesis.’ In het gemeenschappelijk deel van het Olympisch dorp, het Hindenburghaus, werd de entree gesierd door een buste van Hindenburg op een hoge sokkel met op de muur daarachter een wandreIiëf van soldaten met een geweer over de schouder. Maar het duidelijkst werd de oorlogsgedachte geuit in het bij de opening opgevoerde feestelijke toneelstuk Olympische Jugend. De tekst loog er niet om: ‘Allen Spiels heilger Sinn: Vaterlandes Hochgewinn. In der Not: Opfertod!‘

Deze Opfertod is een variant van de Heldentod die veel soldaten enkele jaren later in de Tweede Wereldoorlog zouden sterven. Heinrich Mann had al gelijk toen hij een maand voor de opening van de Spelen de deelnemers ‘Gladiatoren eines Diktators‘ noemde. Op 1 september 1939 kreeg hij het definitief. Het spel was werkelijkheid geworden.
 

***

 

Sohn Kee-Chung

In 1936 vaardigde Japan naast Japanners ook Koreanen af. De reden was simpel. Japan hield Korea sinds1910 bezet. En zo won de Koreaan Sohn Kee-Chung onder de meer Japans klinkende naam Son Kirei de marathon. Precies 60 jaar later werd Kee-Chung tijdens de Spelen van Atlanta gevraagd of hij het erg had gevonden in nazi-Duitsland te lopen. Het eerlijke antwoord was, dat het had Kee-Chung weinig had kunnen schelen. ‘Ik dacht helemaal niet aan politiek.’ Hij had zelfs aan de Japanse delegatieleider gevraagd of het mogelijk zou zijn Hitler te ontmoeten. ‘Hitler kwam van de eretribune naar mij toe. Ik voelde me zeer vereerd. In Korea zou een staatshoofd nooit naar een ‘kleine’ sporter toekomen. Hij schudde me de hand en ik herinner me vooral zijn grote handen. Ik kreeg zes foto’s van Hitler en die heeft hij voor mij gesigneerd.’
 

***

 

Protesten

Wat de pers ook beweerde, niet iedereen was enthousiast over de Spelen. Ik noemde al Heinrich Mann. Ook de schrijver Victor Klemperer vreesde dat de tijdelijk opgeschorte – en opgekropte – Jodenhaat na de Spelen een nieuw hoogtepunt zou beleven. ‘Die Olympiade geht zu Ende, der Parteitag der NSDAP kündigt sich an, eine Explosion steht vor der Tür, und es ist natürlich, dass man sich zuerst gegen die Juden abreagieren wird.’ In juli 1936 maakte de Duitse kunstenaar John Heartfield een fotocollage die sterk aan de woorden van Mann doet denken. Vijf atleten hebben elk een ring in de neus. De ringen vormen samen het Olympische logo. Aan elke ring zit een touw dat door Goebbels vastgehouden wordt. Onderschrift: ’Olympiagäste, im Gleichschritt – marsch!
 

***
 

Eerste fakkeldrager

De Olympische Spelen van Berlijn waren de eerste spelen in de moderne tijd waarbij het olympisch vuur via een fakkelestafetteloop naar de Spelen kwam. De eerste loper was Konstantinos Kondylis, een jongeman uit Olympia. Híj zal er later nog vaak aan teruggedacht hebben. Door deze loop ontsnapte hij in de Tweede Wereldoorlog aan de dood. Naar verluid stond Kondylis al voor het executiepeloton toen hij naar voren stapte: ‘Mijn naam is Konstantinos Kondylis. In 1936 was ik in Olympia de eerste fakkeldrager van het olympisch vuur.’ Voor de zekerheid werd hij uit de groep gehaald. Het leven van Kondylis was gered.
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.