Home “Dit is de geur van Oost-Europa”

“Dit is de geur van Oost-Europa”

  • Gepubliceerd op: 24 augustus 2021
  • Laatste update 29 mrt 2023
  • Auteur:
    Alies Pegtel
  • 4 minuten leestijd
“Dit is de geur van Oost-Europa”

In elk nummer vraagt Alies Pegtel een historicus naar zijn of haar historische sensatie. Naar het moment waarop, zoals Johan Huizinga het formuleerde, heden en verleden lijken samen te vallen. Een gevoel dat vaak onverwacht wordt opgewekt door een document, voorwerp, geluid, geur, locatie of inzicht. Deze maand historicus Willem Melching. ‘Bij de grensovergang in Berlijn rook ik de vettige lucht van verbrande briketten en een heel goor ontsmettingsmiddel.’

Kent u de historische sensatie, zoals door Johan Huizinga omschreven?

‘Jazeker, ik herinner me verschillende historische sensaties, maar één schiet me onmiddellijk te binnen: het moment dat ik in Zuid-Tirol in een skilift boven een skihutje hing. Ik meen dat het in 1995 was. Plotseling rook ik de geur van brandende briketjes. Ik keek mijn vrouw aan en zei: “Dit is de geur van Oost-Europa.” Het was of ik in een tijdmachine werd gekatapulteerd terug naar het Berlijn van voor de val van de Muur in 1989. De stad die ik zo goed kende omdat ik daar vanaf mijn zevenentwintigste twee jaar in bibliotheken en archieven heb gewerkt aan mijn dissertatie.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

U wist meteen: ik beleef een historische sensatie?

‘De historische sensatie heb ik zelf weleens omschreven als kortsluiting van ruimte en tijd, waarbij als het ware de muren van het verleden worden doorbroken. Wel, die kortsluiting vond in die Italiaanse skilift ineens plaats. De geur van de briketten bracht een proustiaans effect teweeg. Een historische sensatie gaat veel verder dan een gewone herinnering. In die geur zat voor mij de hele historie gevat van het Oostblok met zijn mislukte economie en z’n stinkende, luchtvervuilende Trabantjes. En het gaf me ook meteen een gevoel van melancholie en treurigheid.’

Waarom?

‘Omdat de lucht onlosmakelijk verbonden was met een wereld die verdwenen is. Ik woonde in de jaren tachtig in West-Berlijn, maar zeer geregeld ging ik met een dagvisum naar Oost-Berlijn. Zodra ik bij de grensovergang op Bahnhof Friedrichstrasse uit de S-Bahn stapte rook ik het meteen: een vettige, dikke geur. De lucht was een resultante van verbrande briketten vermengd met een heel goor ontsmettingsmiddel, want ze hadden in het Oostblok geen Andy of Ajax, dat waren producten uit het vrije westen. Ik moest als toerist voor middernacht Oost-Berlijn weer verlaten, maar als ik in West-Berlijn daarna mijn neus snoot, was mijn zakdoek zwart.’

Roken de Oost-Europeanen het zelf ook?

‘Ze wisten wel dat het stonk. In de moderne Wende-literatuur wordt nu soms weemoedig aan die lucht herinnerd. Maar vóór de Wende gingen Oost-Duitsers af en toe naar de westerse-valutawinkels alleen om aan een fles Fa te ruiken – “de wilde frisheid van limoenen” kenden ze zelf niet. Die frisse geur hoorde bij de vrijheid, de briketlucht was de geur van onderdrukking, van de verwoesting van economie, milieu, natuur en publieke ruimte. Tot dat historische inzicht kwam ik ineens in die lift: er hing zo’n abnormale geur omdat het politieke systeem volkomen krankzinnig was.’

En waarom stemde die typische Oostblok-geur u desondanks treurig?

‘Omdat het daar niet alleen maar kommer en kwel was natuurlijk. Berlijn was in de jaren tachtig heel opwindend; Armando verbleef er, en David Bowie. Je kon in Oost-Europese kroegen ongelooflijk goed ouwehoeren, dat vond ik een van de allerleukste dingen daar. Bij binnenkomst in een café werd ik natuurlijk ogenblikkelijk gespot als westerling, en als mensen het aandurfden knoopten ze graag een praatje aan. Oost-Berlijners waren via de West-Duitse media uitstekend op de hoogte van de politieke ontwikkelingen; ik heb er vaak heel boeiende gesprekken gevoerd.’

Maar met de val van de Muur is de geur in de kroegen geschiedenis geworden.

‘Ik heb die geur van briketjes en ontsmettingsmiddel af en toe nog weleens geroken als ik met studenten op stap was in het voormalige Oostblok. In gevangenissen en musea, gebouwen met dikke muren, zit die lucht heel diep in de poriën verzonken. Maar op termijn zal-ie natuurlijk helemaal verdwijnen.’

Willem Melching

Willem Melching (1954) studeerde geschiedenis aan de Universiteit Leiden en werkte in Berlijn aan zijn dissertatie over het links-liberale tijdschrift Die Weltbühne. Hij was vanaf 1989 verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Melching publiceert over Duitse en Europese geschiedenis. Hij schreef onder andere Van het socialisme, de dingen die voorbijgaan. Een geschiedenis van de DDR 1945-2000 (2014) en Joseph Goebbels, Hitlers spindocter. Een selectie uit de dagboeken 1933-1945 (2011). Ook schreef hij de biografie Adolf Hitler. Opkomst en ondergang van een Duits politicus (2019) en bewerkte hij de Nederlandse editie van Adolf Hitlers Mijn strijd (2018). Momenteel werkt hij aan een biografie van Karel van het Reve.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 9 - 2021