Al decennialang probeert Egypte de prachtige buste van Nefertiti terug te krijgen uit Berlijn. Maar tevergeefs: de Duitsers willen het beeld niet afstaan – zelfs Adolf Hitler was eraan gehecht. En juridisch hebben ze het gelijk aan hun kant.
In een top-10 van roofkunst van het Amerikaanse weekblad Time uit 2009 staat de buste van Nefertiti op plek twee. Het blad vermeldde niet waar de Egyptische koningin haar hoge plaatsing aan te danken heeft, maar dit laat zich makkelijk raden: het borstbeeld is van een iconische schoonheid.
De aanleiding voor de top-10 was een hooglopend conflict tussen Egypte en het Louvre over enkele fragmenten van Egyptische fresco’s. Die bezetten dan ook plaats één. Deze fresco’s zijn inmiddels teruggekeerd naar hun land van herkomst, maar de buste van Nefertiti is nog altijd te bewonderen in Duitsland. Daar is zij in 1913 heen gebracht, nadat een Duitse archeologische expeditie haar in 1912 had gevonden in de werkplaats van beeldhouwer Thoetmoses in het Egyptische Amarna. Ze is het topstuk van het Ägyptisches Museum, dat sinds 2009 is gehuisvest in het Neues Museum op het Museuminsel in Berlijn.
Meer lezen over roofkunst? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Het had niet veel gescheeld of de buste was negentig jaar geleden al teruggekeerd naar het land van herkomst. Eind jaren twintig probeerde Egypte haar terug te krijgen. De ontdekking, in 1922, van de graftombe van farao Toetanchamon had een ware Egypte-rage in Europa en de Verenigde Staten veroorzaakt. De prachtige buste van Toetanchamons stiefmoeder Nefertiti, die perfect paste in de modieuze art-decostijl van die tijd, sprak enorm tot de verbeelding. Het origineel trok hoge bezoekersaantallen en zelfs voor replica’s, waarvan er in 1924 bijvoorbeeld een in het British Museum werd tentoongesteld, stonden mensen in de rij.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Egypte besefte dat het een absoluut topstuk door zijn handen had laten glippen, maar onderzoek wees uit dat Duitsland niet onrechtmatig had gehandeld. Toen de buste werd opgegraven gold in Egypte de regel dat financiers van archeologische expedities, zonder uitzondering afkomstig uit het buitenland, recht hadden op de helft van hun opgravingen.
Inschattingsfout
Dit systeem vertoont onmiskenbare koloniale trekken. Het was ingesteld in een periode dat Egypte officieel een provincie van het Ottomaanse Rijk was, maar in werkelijkheid werd bestuurd door Groot-Brittannië. De Britten bemoeiden zich echter nauwelijks met de archeologische vondsten uit het land. Dat lieten ze over aan de Fransen. Het waren Franse egyptologen die rond 1880 het initiatief hadden genomen tot het systeem van partage, en Franse archeologen zouden tot diep in de twintigste eeuw leidinggeven aan de Antiquities Service, de dienst van het Egyptische ministerie van Oudheden die de verdeling van archeologische vondsten afhandelde.
De bemoeienis van Frankrijk is te verklaren doordat het land sinds de expeditie van Napoleon naar Egypte (1798-1801) in de ban was van de geschiedenis van het oude Egypte: Franse archeologen stonden aan de wieg van de egyptologie, de Fransman Jean-François Champollion ontcijferde het hiërogliefenschrift en het Egyptisch Museum in Caïro werd gesticht door Fransen.
Spectaculaire vondsten in Amarna
Amarna is een unieke archeologische site. De stad verrees uit het niets en werd na een bloeiperiode van pakweg vijftien jaar alweer verlaten. Doordat er sindsdien nooit sprake is geweest van een noemenswaardige nieuwe nederzetting op dezelfde plek, is het stratenplan van Amarna uitzonderlijk goed bewaard gebleven. Ook zijn archeologen erin geslaagd de benedenverdiepingen van veel gebouwen bloot te leggen; zo ook van de werkplaats van de beeldhouwer Thoetmoses. In een opslagruimte tussen ongeveer vijftig objecten werden verschillende borst- en standbeelden van Achnaton en Nefertiti gevonden, waaronder de beroemde buste.
Terugkijkend is het vreemd dat een Franse dienst zeggenschap had over de verdeling van Egyptisch erfgoed. Maar het partage-systeem diende zeker ook het Egyptische belang. In de periode voordat het van kracht werd, verdwenen nagenoeg alle vondsten van het oude Egypte uit het land. Nu bleef de helft in Egypte en was het tegelijkertijd financieel aantrekkelijk genoeg voor archeologen om in Egypte opgravingen te verrichten.
Archeologische expedities moesten volgens het systeem hun vondsten in twee naar waarde gelijke delen opsplitsen, om vervolgens een (Franse) inspecteur van de Antiquities Service de eerste keuze te laten. En zo ging het ook bij de verdeling van de vondsten in Amarna op 20 januari 1913. Inspecteur Gustav Lefebvre had eerste keus en koos de helft waarvan de buste van Nefertiti geen deel uitmaakte.
Het kon niet anders of Lefebvre had een inschattingsfout gemaakt, meende het (wederom Franse) hoofd van de Antiquities Service in de late jaren twintig. Hij wilde onderhandelen over een ruil: Duitsland zou enkele andere bijzondere objecten krijgen, Egypte de populaire buste. Zolang er geen deal was, mochten Duitse archeologen geen opgravingen meer doen in Egypte.
James Simon, de Pruisische ondernemer die de opgravingen bij Amarna had gefinancierd, vond dat Duitsland niet kon weigeren: de vriendelijke geste zou goed zijn voor het imago van het land, dat door de Eerste Wereldoorlog sterk was beschadigd. Het historisch belang van de objecten die het in ruil zou krijgen was bovendien gelijkwaardig aan dat van de buste.
Verder liet Simon weten dat de deelstaat Pruisen hem een belofte had gedaan toen hij in 1920 alle vondsten uit Amarna doneerde aan het Neues Museum: het borstbeeld zou aan Egypte worden overgedragen als dat land daar ooit om vroeg.
Maar de Duitse publieke opinie was faliekant tegen. Koningin Nefertiti was in korte tijd uitgegroeid tot nationaal symbool van het land dat kort tevoren zijn keizer aan de kant had gezet, maar dat verlies nog lang niet had verwerkt. Tijdens de onderhandelingen met Egypte in het voorjaar van 1930 kwamen nog meer mensen dan anders de buste bewonderen. Sommige museumbezoekers legden zelfs rozen bij haar neer als eerbetoon. De ruil ging uiteindelijk niet door.
Nefertiti was de hoogste koningsvrouw
Drieënhalf jaar later was de buste bijna alsnog naar Egypte teruggekeerd. Hermann Göring, de kersverse minister-president van Pruisen, wilde haar cadeau doen aan de Egyptische koning Foead I om hem gunstig te stemmen over het nationaal-socialistische regime.
Maar Adolf Hitler zette hoogstpersoonlijk een streep door dit plan. Volgens de Duitse ambassadeur in Egypte zou de dictator de buste van Nefertiti ‘ein Meisterwerk, ein Juwel, ein wahrer Schatz’ genoemd hebben. Hitler had haar vaak in het museum bezocht en was van plan haar een eigen zaal met een grote koepel te geven in een nieuw te bouwen Egyptisch museum in Germania, de monumentale en megalomane reïncarnatie van Berlijn als hoofdstad van het Derde Rijk.
Er is veel wat Hitler kan hebben aangesproken in Nefertiti. Ze staat symbool voor een bijzondere tijd in de Egyptische geschiedenis. Nefertiti was de hoogste koningsvrouw aan de zijde van farao Amenhotep IV, die regeerde in een tijd dat Egypte heel rijk en machtig was. Toen hij vier jaar op de troon zat – het moet toen ongeveer het jaar 1348 v.Chr. zijn geweest – voerde hij enkele grote hervormingen door. De belangrijkste was dat hij zich voortaan nog slechts aan één god wijdde: Aton (‘de zonneschijf’), die stond voor de kracht en het licht van de zon.
Dit was een radicale breuk met het verleden. Eerdere farao’s werden aanbeden omdat zij, geassisteerd door hogepriesters, in contact stonden met de vele Egyptische goden. Farao’s hadden hierdoor een bijna goddelijke status. Na hun dood werden zij als echte goden beschouwd. Amenhotep, die inmiddels zijn naam had veranderd in Achnaton (‘de levende geest van Aton’), schafte het hogepriesterambt af en kreeg hierdoor een nog centralere plaats in het Egyptische religieuze leven. Anders dan zijn voorgangers verrichtte hij bovendien zijn religieuze taken in alle openheid. Hij deed dit vaak samen met Nefertiti; zij staat ook weleens alleen in het bijzijn van Aton afgebeeld. De directe, zichtbare relatie tussen de enig overgebleven god en het koningskoppel heeft er mogelijk toe geleid dat Achnaton en Nefertiti al tijdens hun leven als volwaardige goden werden gezien.
De buste is volgens Hitler ‘ein Meisterwerk, ein Juwel, ein wahrer Schatz’
Als onderdeel van de overgang naar de Aton-verering sloot Achnaton tempels voor andere goden en stichtte hij een nieuwe stad: Achetaton (‘de horizon van de god Aton’), beter bekend als Amarna, op de oostelijke oever van de Nijl in Midden-Egypte, ongeveer halverwege Caïro en Luxor. Binnen een tijdsbestek van een paar jaar verrezen er tempels, paleizen en huizen. Sculpturen van de koninklijke familie sierden veel van deze gebouwen. Het waren meest jonge mannen die de stad bevolkten; dienaren van eerdere farao’s waren op een enkele uitzondering na achtergebleven in Thebe (bij Luxor).
Nefertiti’s schoonheidsideaal
Het nieuwe regime, dat radicaal brak met het oude, de persoonlijkheidscultus rondom de leider – ja, dat lag Hitler allemaal wel. En dan was er nog de oogverblindende schoonheid van Nefertiti: de lange, ranke hals, de mooi gevormde mond met volle lippen, de rechte neus en hoge jukbeenderen, de bijna perfecte symmetrie van het gezicht. Dat haar linkeroog ontbreekt valt nauwelijks op.
Natuurlijk, de Egyptische elite liet zich nooit precies naar het leven afbeelden. De gelaatstrekken van Nefertiti zijn geïdealiseerd. Maar doordat de beeldhouwer de kalkstenen buste heeft afgewerkt met een laagje gips, kon hij heel verfijnde accenten aanbrengen. De pezen in de hals en kleine rimpeltjes rond de mond en bij de ogen geven het beeld een levensechte uitstraling. De ondoorgrondelijke glimlach wordt vaak vergeleken met die van een andere iconische vrouw uit de kunstgeschiedenis: Mona Lisa.
Betwiste geschiedenis op het Museuminsel
De buste van Nefertiti is niet het enige controversiële historische object op het Museuminsel, het stukje Berlijn met een unieke concentratie van musea. In het Ethnologisches Museum bevindt zich bijvoorbeeld een verzameling bronzen beelden uit het koninkrijk Benin, een gebied in het huidige Nigeria. Deze zijn in de negentiende eeuw door de Britten geroofd en vervolgens doorverkocht.
Samen met andere (roof)kunst uit Afrika en Azië is deze collectie onlangs verhuisd naar het Humboldt Forum. Dit nieuwe museum is zelf ook een betwist object: het staat op de plek waar ooit het Stadtschloss stond en later het Palast der Republik van de DDR. Het museumgebouw is een gedeeltelijke replica van het Stadtschloss, maar bevat geen verwijzing naar de DDR-tijd. Critici vinden dat Berlijn met het nieuwe museum zijn bewogen geschiedenis probeert uit te wissen.
Nefertiti beantwoordt aan een schoonheidsideaal – nu, maar ook al in de jaren twintig en dertig. Ze is een perfecte vrouw, die ook nog eens zeker zes dochters en mogelijk nog meer kinderen op de wereld heeft gezet. Hitler hield van perfecte vrouwen die veel kinderen baarden. Maar die moesten wel arisch zijn; de buste van Nefertiti vertoont weinig arische kenmerken.
Had Hitler zich lyrisch uitgelaten en bijkans zijn liefde betoond aan de beeltenis van een niet-arische vrouw? In de jaren dertig was dit een vraag die internationaal de gemoederen bezighield. Er was weinig bekend over de afkomst van Nefertiti en sommigen vermoedden dat haar naam (‘de mooie vrouw is gekomen’) verwees naar haar komst van buiten Egypte, wat mogelijk betekende dat ze een ariër was geweest.
Egyptologen zijn het er tegenwoordig over eens dat dit een vergezochte theorie is, maar verder is er veel discussie over Nefertiti. Haar faam maakt dat er telkens weer nieuwe boeken over haar geschreven worden. Tegelijkertijd zijn er maar weinig bronnen over de geschiedenis van haar tijd. Nadat Toetanchamon veel van de hervormingen van zijn vader Achnaton had teruggedraaid en het hof terug had verplaatst naar Thebe, raakte Amarna in verval, met als gevolg dat veel sculpturen en inscripties verloren zijn gegaan. Ook is de graftombe van Nefertiti (nog) niet gevonden. Zo is er ruimte voor telkens weer nieuwe theorieën.
Nefertiti is een perfecte schoonheid en moeder van minstens zes dochters
Er is bijvoorbeeld beweerd dat Nefertiti de moeder van Toetanchamon was. Het lijkt echter waarschijnlijker dat de farao uit de beroemde graftombe afstamt van een andere vrouw van Achnaton. Ook zou Nefertiti volgens sommigen een tijdlang als vrouwelijke farao over Egypte hebben geregeerd, eerst naast haar man en vervolgens, na zijn dood, alleen. Dit zou heel bijzonder zijn geweest. Er zijn vrouwelijke farao’s geweest, en ook al voor de tijd van Nefertiti, maar die waren altijd van koninklijke komaf. En dat was Nefertiti niet.
Op alle afbeeldingen van Nefertiti en Achnaton draagt Nefertiti een kleinere kroon dan haar man, wat een aanwijzing is dat zij lager in de koninklijke hiërarchie stond. Wat Neferiti’s rol is geweest na de dood van Achnaton is onduidelijk. Het lijkt waarschijnlijk dat ze hooguit korte tijd regentes is geweest.
Geen inscripties bij buste van Nefertiti
Ook de precieze toedracht van de verdeling van de Amarna-vondsten in 1913, waarbij de buste van Nefertiti toeviel aan de Duitse archeologische expeditie, is nog altijd met raadsels omgeven. Waarom koos Gustav Lefebvre ervoor het prachtige borstbeeld aan de Duitsers te laten? De Franse egyptoloog heeft later nooit veel losgelaten over zijn rol bij de verdeling, dus we kunnen hooguit gissen naar zijn beweegredenen. Mogelijk vond hij, als taalkundige, het beeld niet zo interessant.
Door het ontbreken van inscripties – we weten alleen dat de buste Nefertiti voorstelt door de typische kroon, waarmee ze ook staat afgebeeld op sculpturen die wel haar naam vermelden – is het borstbeeld vooral mooi. Het heeft de kennis van de Egyptische geschiedenis niet vooruitgebracht. Het topstuk van de helft die Lefebvre voor Egypte heeft behouden, aan de andere kant, was een beschilderde stèle waarop Achnaton en Nefertiti met hun drie oudste dochters staan afgebeeld, onder de stralen van Aton. Deze was wél voorzien van tekst.
De buste tijdens de Tweede Wereldoorlog
Ruim voor de Tweede Wereldoorlog stelde de Britse egyptoloog Arthur Weigall dat de buste van Nefertiti maar beter in Berlijn kon blijven, omdat de kans op schade daar kleiner was dan in Caïro. Zijn voorspelling gaat vooralsnog niet op: beschadigingen aan musea en kunstobjecten in Caïro tijdens de Arabische Lente vallen in het niet vergeleken bij die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Berlijn.
Gelukkig bevond de buste zich in de oorlog achtereenvolgens in een bankkluis en een bunker, en ten slotte in een zoutmijn in Thüringen. Eenmaal in handen van de Amerikanen diende Egypte direct een verzoek om teruggave in. De geallieerden weigerden hierop in te gaan: zij oordeelden alleen over kunst die door de nazi’s was gestolen.
Als groot kenner van de Egyptische geschiedenis was Lefebvre buitengewoon goed in staat een bewuste keuze te maken. Maar daarvoor had hij de objecten wel met eigen ogen moeten zien. En dat heeft hij niet. Ludwig Borchardt, de Duitse archeoloog die de Amarna-expeditie van 1912 leidde, heeft hem foto’s en korte beschrijvingen van de belangrijkste vondsten gegeven. De buste van Nefertiti was in ongelukkig licht gefotografeerd. De begeleidende tekst was heel summier. In een halfdonkere opslagruimte stonden grote kratten met daarin het borstbeeld en alle andere objecten. Lefebvre had ze er een voor een uit kunnen nemen voor nadere inspectie, maar deed dat niet. De verdeling werd beklonken aan het diner.
Volgens een in 1998 vrijgegeven verslag van de Duitse egyptoloog Bruno Güterbock, die bij de verdeling in Amarna aanwezig was, heeft Borchardt heel bewust geprobeerd Lefebvre niet voor de buste te laten kiezen. Maar er is geen hard bewijs voor opzettelijke misleiding. En het koloniale karakter van de verdeling geeft ook niet zomaar reden voor restitutie, temeer omdat de Antiquities Service formeel een Egyptische overheidsdienst was. Daarom hebben tot op heden alle pogingen van de Egyptische autoriteiten om Nefertiti terug te krijgen – recent bijvoorbeeld door de bekende Egyptische archeoloog en kortstondig minister van Oudheden Zahi Hawass – niets opgeleverd.
Via juridische weg krijgt Egypte de buste voorlopig niet terug. Maar misschien is de huidige Duitse eigenaar van de buste, de Stiftung Preussischer Kulturbesitz, ooit gevoelig voor het morele argument dat deze kunstschat thuishoort in Egypte en dat een Duitse archeoloog en een Franse inspecteur nooit over haar hadden mogen beslissen. Maar tot die tijd rest Egypte niets anders dan de troost dat het in Nefertiti een geweldige ambassadeur in het buitenland heeft.
- Nefertiti’s Face. The Creation of an Icon (2018) door Joyce Tyldesley geeft een toegankelijk overzicht van feiten en mythen over Nefertiti en haar beroemde buste.
- Achnaton. Valse profeet en gewelddadig farao (2001) door Amarna-kenner Nicholas Reeves belicht het radicale beleid van de echtgenoot van Nefertiti, farao Achnaton.
- Imperialism, Art and Restitution (2006), een bundel onder redactie van John Henry Merryman, bevat een interessante discussie over de vraag waar de buste van Nefertiti thuishoort.