In 1932 wilde Jozef Stalin het tegendraadse Oekraïne voor eens en voor altijd omvormen tot voorbeeldige Sovjetrepubliek. Zijn methode? Een combinatie van zuiveringen en een door mensenhanden veroorzaakte hongersnood.
‘Ik herinner me een moeder die meer op een schaduw leek dan op een mens. Ze stond langs de kant van de weg en haar broodmagere kindje zoog niet aan zijn moeders lege borst, maar op zijn eigen magere knokkeltjes met zo’n doorzichtige huid. Ik heb geen idee hoeveel van die stakkers het overleefd hebben. Elke ochtend op weg naar mijn werk zag ik lijken op de trottoirs, in sloten, onder een struik of boom, die later werden weggehaald.’ Dit verklaarde een ooggetuige jaren later over de winter van 1932-1933 in Sovjetrepubliek Oekraïne. Anderen herinnerden zich hoe er in Kiev en Kharkiv vrachtwagens rondreden waarop mannen de doden gooiden die ze op straat aantroffen.
In de graanschuur van de Sovjet-Unie stierven volgens de beste berekeningen zo’n vier miljoen mensen van de honger. Voedselhulp kwam er niet. Integendeel, Moskou deed er alles aan om zo veel mogelijk voedsel weg te halen van het Oekraïense platteland. Sinds de onafhankelijkheid in 1991 staat deze inktzwarte bladzijde in de geschiedenisboeken in Oekraïne bekend als de Holodomor, letterlijk ‘dood veroorzaken door honger’. Sovjetleider Jozef Stalin wilde zo voor eens en voor altijd afrekenen met de weerspannige Oekraïners.
Oekraïne was sinds 1921 een Sovjetrepubliek, maar dat was niet van harte gegaan. Na de ineenstorting van het Russische Keizerrijk in 1917 vond op Oekraïense bodem een reeks militaire conflicten plaats. Oekraïense nationalisten riepen de onafhankelijkheid uit, maar zij waren niet de enigen die aanspraak maakten op het grondgebied van het hedendaagse Oekraïne. In wisselende coalities streden ook anarchisten, bolsjewieken, het Russische Witte Leger en de troepen van de Tweede Poolse Republiek om de macht. Ook de grote Europese mogendheden mengden zich in de strijd.

De bolsjewieken trokken aan het langste eind. Toen het stof was neergedaald, was Oekraïne in tweeën gedeeld. Het grootste deel werd de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek, terwijl Polen West-Oekraïne annexeerde. De Sovjetrepubliek Oekraïne was een belangrijke prijs voor de bolsjewieken: een vijfde van de bevolking van de Sovjet-Unie woonde daar. Dankzij de vruchtbare zwarte aarde leverde Oekraïne onmisbare landbouwproducten, en het Donetsbekken was de bakermat van de Russische industrialisatie.
Oekraïne speelde de hoofdrol in Stalins plannen om de Sovjet-Unie op te stoten in de vaart der volkeren. Hij wilde het vermolmde agrarische keizerrijk omvormen tot een moderne industriële grootmacht. Grootschalige landbouwexport moest de industrialisatie bekostigen. Om de agrarische productie aan te jagen, kwamen de Sovjet-ingenieurs op de proppen met het idee van collectivisatie. Dat was een industriële aanpak van de landbouw: boerengezinnen moesten allemaal verkassen naar grote staatsboerderijen, waar tractoren en andere moderne landbouwwerktuigen zouden klaarstaan om enorme akkers efficiënt te bewerken.
Omdat boeren niet van zins bleken hun eigen boerderij vrijwillig op te geven, werd collectivisatie vanaf 1929 verplicht. Tienduizenden partijfunctionarissen werden ingezet om boeren uit hun huizen te zetten. Vooral in Oekraïne leidde dat tot grote onrust. Alleen al in maart 1930 braken er 1700 opstandjes uit, voornamelijk in het grensgebied met Polen. Functionarissen werden verjaagd of vermoord.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Stalin zette het leger en de geheime dienst NKVD in om het verzet van de Oekraïense ‘koelakken’ te breken: 75.000 van deze boeren werden als ‘rijk’ aangemerkt, gearresteerd en op de trein naar Kazachstan en Siberië gezet. Deze campagne miste zijn uitwerking niet: begin 1932 woonde en werkte 70 procent van de Oekraïense boerengezinnen op collectieve boerderijen.

Maar de man in het Kremlin kreeg nog steeds niet wat hij wilde. De Oekraïners gingen over tot passief verzet. Ze liepen er bewust de kantjes vanaf, vooral de boeren die nog steeds op hun eigen boerderij woonden. Stalin was woedend. Hij beschuldigde de boeren ervan steden ‘uit te hongeren’ en de industrialisatie te ondermijnen.
In werkelijkheid was dat niet het geval. Met zo’n 70 miljoen ton was de graanoogst in heel de Sovjet-Unie niet eens zo slecht, maar wel 40 procent lager dan planologen hadden becijferd. In Oekraïne was de opbrengst zelfs 60 procent lager. Toch hield Stalin vast aan de onrealistische planning en eiste onmogelijk hoge graanquota’s. Tegelijkertijd gaf hij opdracht om van Oekraïne een ‘modelrepubliek’ te maken. Hij schreef aan partijsecretaris Lazar Kaganovitsj: ‘Wijdt u aan de taak om Oekraïne snel te veranderen in een ware vesting van de Sovjet-Unie.’
Stalin eiste onmogelijk hoge graanquota’s
Smeekbedes
Kaganovitsj toog aan het werk. In november 1932 begonnen ‘activisten’, vaak opgehitste stadsbewoners, met de inzameling van graan om het quotum te halen. Het was voor boeren verboden om ook maar iets achter te houden. Geen enkel excuus werd aanvaard. Kaganovitsj negeerde smeekbedes van Oekraïense partijfunctionarissen om boeren wat voorraad te laten behouden om te kunnen eten en als zaaigoed voor het volgende seizoen.
Sterker nog, boeren kregen ook een ‘vleesboete’ en een ‘aardappelboete’ opgelegd, omdat ze moedwillig de graanproductie zouden hebben veronachtzaamd door aardappels te telen en vee te houden. Daarom moesten ze álle voedselvoorraden inleveren.
Op 1 januari 1933 stuurde Stalin een telegram naar de leiders van de Oekraïense Communistische Partij. Hij eiste dat collectieve en individuele boeren werden vervolgd vanwege ‘diefstal van staatseigendom’ omdat ze voedsel hadden achtergehouden. Dat was het teken om te beginnen met massale huiszoekingen.
Rondtrekkende brigades van activisten keerden boerderijen en dorpen volledig binnenstebuiten. Met lange metalen staven prikten ze in muren en daken op zoek naar verstopt voedsel. Alles werd kort en klein geslagen, ook het kookgerei, en alles wat eetbaar was werd meegenomen: van graan en vee tot huisdieren en droge broodkorstjes. Wie een rokende schoorsteen had, kreeg direct bezoek. Zelfs begraafplaatsen en vuilnisbelten werden niet overgeslagen. Er waren ook brigades die boerenfamilies martelden om ze verstopplekken te ontfutselen.
Oekraïense boeren moesten kiezen uit twee kwaden. Ze konden hun voorraden inleveren en verhongeren. Of ze konden voedsel verbergen en arrestatie, executie of invordering riskeren, en dan alsnog van de honger omkomen. Sommige boeren kozen ervoor de verstopte voorraad van hun buren te verraden in de hoop hun eigen voedsel te mogen behouden.
Een op de acht stierf tijdens de Holodomor
Doordat de overlijdensregisters op dorpsniveau zijn vernietigd is er jarenlang gediscussieerd over het aantal slachtoffers van de Holodomor. Na de Oekraïense onafhankelijkheid circuleerde lange tijd een dodental van 7 tot 10 miljoen. In een toespraak voor het Amerikaanse Congres had president Viktor Joesjtsjenko het in 2005 zelfs over ‘twintig miljoen verloren Oekraïense levens’. De meest recente betrouwbare berekeningen komen tot zo’n 4 miljoen Oekraïense slachtoffers. Dat is nog steeds een ontstellend hoog aantal voor een hongersnood die door mensen is veroorzaakt. Een op de acht Oekraïners liet het leven tijdens de Holodomor.

De graanrekwisities veroorzaakten een humanitaire ramp. Grote delen van het Oekraïense platteland waren verstoken van fatsoenlijk voedsel. De bevolking sloeg massaal op de vlucht. In de steden doken wanhopige boeren op. Maar door een boosaardige propagandacampagne keken stadsbewoners veelal onbewogen toe terwijl hun buren op het platteland stierven van de honger.
Russische functionarissen meldden dat drommen mensen, inclusief bejaarden en gezinnen met kleine kinderen, de grens over kwamen stromen op zoek naar voedsel. Belarussische spoorwegarbeiders beklaagden zich erover dat uitgehongerde Oekraïners het werk onmogelijk maakten: ‘Een feit is een feit: miljoenen mensen zwerven naakt en uitgehongerd, bedelend om een stukje brood, rond in de bossen, stations, steden en boerderijen van Wit-Rusland.’
‘Miljoenen mensen zwerven naakt en uitgehongerd rond’
Stalin wist precies wat er aan de hand was. Een partijlid uit Vinnytsja schreef hem: ‘In de dorpen sterven per dag tien tot twintig gezinnen van de honger, de kinderen lopen weg waarheen ze maar kunnen, alle treinstations zijn vol boeren die proberen weg te komen. Op het platteland zijn geen paarden of koeien meer over. […] We kunnen onmogelijk zeggen dat we de zaaicampagne zullen voltooien, want het kleine percentage boeren dat achterblijft komt om van de honger.’
Stalins oplossing was simpel: hij sloot de grenzen en liet wegblokkades opwerpen. Politieagenten transporteerden vrachtwagens vol bedelende boeren vanuit de steden terug naar het platteland. Daar speelden zich volgens ooggetuigen verschrikkelijke taferelen af. Hologige schimmen met bolle buiken van hongeroedeem en een bijna doorzichtige huid strompelden rond op zoek naar voedsel. Mensen aten alles wat los en vast zat, van gras tot schoenzolen. Kannibalisme was geen uitzondering. Waanzinnig van de honger kookten moeders hun kinderen.
In het voorjaar van 1933 was het doodstil op het Oekraïense platteland. De hongerdood was alomtegenwoordig. Overal lagen uitgemergelde lijken in huizen, straten en velden. Miljoenen doden verdwenen in massagraven.

Goelag-archipel
Het bizarre is dat de Sovjet-Unie ondanks de hongersnood nog steeds graan exporteerde, ook al beklaagden de ambtenaren zich over de afname van de hoeveelheid en de kwaliteit ervan. Bovendien werden alleen al uit Oekraïne tijdens de hongersnood 5433 ton boter en 1037 ton spek geëxporteerd.
Ondertussen liepen de graantekorten alleen maar verder op als gevolg van Stalins beleid. De Sovjetleider gaf het Oekraïense partijkader de schuld, want dat was in zijn ogen ‘geïnfiltreerd door contrarevolutionaire elementen’. Hij bestempelde de smeekbedes van Oekraïense functionarissen als verzet en dat was voor hem reden om de Oekraïense communistische partij grondig te zuiveren. Zo’n 27.000 leden verdwenen in de Goelag-archipel.
‘In de dorpen sterven elke dag tien tot twintig gezinnen’
Stalin koppelde agrarische mislukkingen expliciet aan Oekraïens nationalisme. Daarom maakte de ‘oekraïnisatie’ van de Sovjetrepubliek plaats voor russificatie: de tot dan toe autonome republiek werd een Russische provincie en de Oekraïense cultuur moest verdwijnen.
Het verzet van de zwaar getraumatiseerde Oekraïners was gebroken. De overgebleven boeren zochten vanaf de lente van 1933 hun heil op collectieve boerderijen, want die kregen lagere quota opgelegd en – belangrijker nog – voedselrantsoenen. Bovendien kwamen er veel Russen naar Oekraïne om de lege plekken in het partijkader en op het platteland te vullen.
Tijdens de Grote Terreur maakte Stalin zijn karwei af: in Oekraïne werden 270.000 mensen gearresteerd, onder wie veel trouwe activisten die tijdens de hongersnood enthousiast graan hadden ingezameld. De helft van de arrestanten kreeg de kogel.

De hongersnood verdween in de doofpot. Zelfs het woord werd taboe in officiële stukken. Op dorpsniveau werden overlijdensregisters vernietigd. Toen de grote Sovjet-volkstelling van 1937 veel lager uitkwam dan verwacht, verdween die in de prullenbak en de verantwoordelijke statistici werden geëxecuteerd.
Stalin boetseerde Oekraïne met harde hand tot zijn gewenste modelrepubliek. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog was de industriële productie verachtvoudigd vergeleken met de laatste jaren van tsaristisch Rusland; 98 procent van de boeren woonde en werkte op collectieve boerderijen. Maar de Oekraïense graanproductie? Die groeide uiteindelijk nauwelijks: de 26,4 miljoen ton die in 1940 van het land kwam, was maar 3,3 ton meer dan in 1913.
Gruwelijke waarheid
Volgens de officiële Sovjetlezing was er in 1932 en 1933 geen sprake van hongersnood, maar wel van Sovjet-brede tekorten als gevolg van mislukte oogsten door moeizame modernisering, sabotage door koelakken en slechte weersomstandigheden. De ‘mythe van de hongersnood’ werd tijdens en na de Tweede Wereldoorlog weggezet als nazipropaganda.
Pas eind jaren tachtig gingen dankzij Gorbatsjovs ‘glasnost’ (openheid) de archieven open en kwam de gruwelijke waarheid aan het licht. Veel overlijdensstatistieken waren weliswaar gewist, maar nauwgezette rapporten over graanconfiscaties, terreur, weeskinderen, lijken op straat en kannibalisme waren wel bewaard gebleven. Die maakten duidelijk dat de Holodomor wel degelijk had plaatsgevonden en was veroorzaakt door bewuste onttrekking van de landbouwopbrengst aan de plattelandsbevolking. De regio Noord-Kaukasus, het Wolgabekken en Kazachstan waren ook getroffen door hongersnood, maar Oekraïne was specifiek op de korrel genomen met een combinatie van maatregelen.
Stalin wilde niet alle Oekraïners uitroeien. Sommigen van hen werkten mee aan zijn plannen. Maar de Sovjetleider streefde er wel naar om de meest geëngageerde en weerspannigste Oekraïners te elimineren, zowel op het platteland als in de steden. Stalin begreep dondersgoed wat de consequenties waren van zijn beleid. In ieder geval had hij de hongersnood kunnen stoppen wanneer hij dat had gewild.
Was Holodomor wel of geen genocide?
In 2003 bestempelde het Oekraïense parlement de Holodomor officieel tot genocide. De Europese Unie en 33 VN-lidstaten, waaronder Nederland, erkennen dat. Dit proces kwam in 2022 in een stroomversnelling terecht na de grootschalige Russische inval in Oekraïne. Toch discussiëren historici en juristen nog steeds over de vraag of er sprake was van genocide. Hoe dan ook: het was een afschuwelijke aanslag door Stalin op zijn eigen bevolking, onderdeel van een plan om de Oekraïense identiteit te ondermijnen. Zelfs de Russische Doema veroordeelde in 2008 Stalins beleid omdat het ‘mensenlevens veronachtzaamde om economische en politieke doelen te behalen’.
Meer weten:
- The Harvest of Sorrow (1986) door Robert Conquest is het standaardwerk dat Stalins hongersnood wereldkundig maakte.
- Rode hongersnood. Stalins oorlog tegen Oekraïne (2018) door Anne Applebaum met getuigenissen van de gruwelijkheden.
- De poorten van Europa. Een geschiedenis van Oekraïne (2022) door Serhii Plokhy plaatst de hongersnood in perspectief.
