Home Theo Spek: ‘Opeens stond ik in een middeleeuws bos’

Theo Spek: ‘Opeens stond ik in een middeleeuws bos’

  • Gepubliceerd op: 19 jul 2025
  • Update 08 jul 2025
  • Auteur:
    Alies Pegtel
Jachtscène uit het veertiende-eeuwse Livre de chasse

Landschapshistoricus Theo Spek wilde weten hoe het Nederlandse bos eruitzag in de Middeleeuwen. Hij vond een voorbeeld in Engeland. ‘Het was precies zoals ik me had voorgesteld.’ 

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u ook toegang tot HN Actueel? Hiermee leest u dagelijks geschiedenisverhalen met een actuele aanleiding op onze website en ontvangt u exclusieve nieuwsbrieven. U kunt de eerste maand onbeperkt lezen voor € 1,99. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Kent u de historische sensatie, zoals door Johan Huizinga omschreven?  

‘Ja, en die ervaar ik allereerst in het landschap zelf. Bij archiefvondsten voel ik als landschapshistoricus soms ook opwinding, maar onvergelijkbaar met de sensatie die ik in een landschap kan ervaren: ik sta hier écht in het verleden.’ 

Kunt u daarvan een voorbeeld geven? 

‘Ik denk meteen aan het New Forest, het bekende national park in Zuid-Engeland. Maar laat ik dit even inleiden. Ik hou me veel bezig met middeleeuwse landschappen in Nederland. Het middeleeuwse bos bijvoorbeeld, hoe zag dat eruit? Want middeleeuwse bossen kennen we in Nederland niet meer. Die zijn allemaal al lang geleden verdwenen als gevolg van houtkap, door branden, ontginningen, noem maar op. Om een beeld te krijgen van het middeleeuwse bos, moet ik dat dus reconstrueren via interdisciplinair bronnenonderzoek. Zo bestudeer ik de archieven, historische kaarten, waarop vroegere bossen zijn afgebeeld, en stuifmeelresten in de bodem. Maar ik werk ook met toponiemen. In de Middeleeuwen waren er wel twintig soorten bos met elk een eigen naam.’ 

Hoe verschillen de bossen die wij kennen van die in de Middeleeuwen?  

‘Het hedendaagse bos heeft een flinke dichtheid aan bomen terwijl het boslandschap in de Middeleeuwen veel opener was en gevarieerder. Dichte bebossing wisselde af met struwelen en grasachtige open ruimten. In de Middeleeuwen gebruikten boeren het bos om hun hun vee te laten grazen. Sommige bomen en struiken werden kaal gegeten, andere bleven staan. Zo ontstond een afwisselend landschap, dat wel wat op een park lijkt. In Engeland zijn nog bosgebieden die eruitzien zoals bij ons in de Middeleeuwen. Een schitterende plek is het New Forest, een nationaal park bij Southampton dat de Engelsen aanduiden als woodland pasture.’ 

Het landschap van uw historische sensatie? 

‘Tijdens mijn eerste bezoek aan het New Forest stond ik plotseling in de wereld waar ik heel lang naar op zoek was geweest: het bijzondere middeleeuwse bos van Matley Wood was precies het middeleeuwse bos dat ik me had voorgesteld op basis van al mijn onderzoek. Ik stond versteld: dit is het!’ 
 Raakte u geëmotioneerd? 

‘Best wel ja. Ik ben er sindsdien vaker geweest. Binnenkort ga ik weer, op excursie met mijn studenten. Nog steeds vind ik het fantastisch.’ 

Hoe kan het dat de Engelsen dit historische landschap hebben behouden? 

‘Een belangrijke reden is dat het New Forest een royal forest was. Het was eigendom van de Engelse koning en daarom beschermd gebied. Toen de hertog van Normandië in 1066 Engeland veroverde, voerde hij een aantal oude continentale gebruiken in, waaronder de gewoonte dat de vorst zich forest-gebieden toe-eigende voor de jacht. Met de top van de elite en zijn buitenlande gasten ging hij er jagen. De herten die ze fokten voor de jacht vraten alle bomen aan, zodat het landschap grotendeels onveranderd bleef. Nu zijn het natuurreservaten, en laten ze er wilde pony’s lopen om te grazen.’ 

Hoe bent u landschapshistoricus geworden? 

‘Als kind was ik al bezig met plantjes en vogels. Ik ging in Wageningen studeren en raakte steeds meer in de geschiedenis van landschappen geïnteresseerd. Het gaat mij niet alleen om de natuurhistorie, maar ook om onze cultuurlandschappen. Ik heb in Amsterdam een aantal historische vakken gedaan, en toen was ik een manusje-van-alles.’ 

U bent uniek in uw soort? 

‘Nee hoor, we hebben aan mijn faculteit in Groningen inmiddels 250 landschapshistorici afgeleverd. Een aantal van hen heeft meegewerkt aan Landschappen in Nederland, over de ontstaansgeschiedenis van Nederlandse landschappen. Een boek bedoeld voor een breed publiek, dat recent is verschenen. Er zijn zoveel verhalen te vertellen over het landschap in Nederland, maar ook in Europa, ik geef ze graag door.’ 

Theo Spek

(1963) is hoogleraar Landschapsgeschiedenis en hoofd van het Kenniscentrum Landschap aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij studeerde bodemkunde en historische geografie aan de Wageningen Universiteit en promoveerde opHet Drentse Esdorpenlandschap; een historisch-geografische studie (2004). Spek werkte als landschapsonderzoeker in Wageningen en tot 2010 bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Onlangs verscheen onder zijn redactie Landschappen van Nederland. Handboek voor de geschiedenis van onze leefomgeving (696 p. Matrijs, 89,95). 

Theo Spek

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 7/8 - 2025

Loginmenu afsluiten