Tien jaar was ze toen haar moeder Jevgenia zelfmoord pleegde – zonder briefje. Haar zusje was vier. Ze weet alleen dat haar moeder oorspronkelijk uit Marioepol komt, een havenstad in het zuidoosten van Oekraïne. Herinneringen aan haar heeft de Duitse schrijfster Natascha Wodin (1945), kind van tijdens de Tweede Wereldoorlog uit Oekraïne naar Duitsland gevoerde dwangarbeiders, nauwelijks. Op die ene zin van haar moeder na: ‘Als je zou hebben meegemaakt wat ik heb meegemaakt…’ Maar wat dan? Jevgenia nam haar geheim mee in het graf.
De autobiografische getuigenis Ze kwam uit Marioepol begint ermee dat de schrijfster gaat zoeken op het internet. Zo komt ze in contact met een Griek uit Marioepol, Konstantin. Met zijn hulp begint haar speurtocht naar het raadsel van haar moeder. Het wordt meer dan dat: een halve eeuw gruwelijke geschiedenis trekt voorbij. Jevgenia’s verhaal verpersoonlijkt bovendien een veronachtzaamde voetnoot in de geschiedenis van het Derde Rijk: het lot van de Ostarbeiter, de niet-Joodse dwangarbeiders die een slavenbestaan leidden en – zoals door de nazi’s gepland – massaal stierven door een regime van maximale arbeid en minimaal voedsel.
Allereerst leert Natascha dat haar moeder – een nederige vrouw, angstig voor autoriteiten – ooit tot een adellijke, vooraanstaande familie in Marioepol behoorde. Ze maakte als klein meisje de ondergang van haar familie mee tijdens de bolsjewistische revolutie; alle bezittingen werden hun toen afgenomen.
Wodin trekt daarna een cirkel om haar onderwerp – haar moeder – met de gegevens waar ze wél bij kan. Dus reconstrueert ze het leven van Jevgenia’s zus Lidia, die als ‘subversieve’ studente naar Siberië werd verbannen. Via Lidia’s belevenissen komt de door Stalin georganiseerde hongersnood aan bod, waarbij 7 miljoen Oekraïners omkwamen en wanhopigen na de katten en honden de kinderen opaten. Daarna vindt Wodin een Amerikaans dossier over het mensonterende bestaan van de Ostarbeiter; zo moet Jevgenia geleefd hebben, beseft ze.
Na de oorlog mocht het stateloze gezin – Jevgenia, haar gewelddadige echtgenoot en de meisjes – in Duitsland blijven als displaced persons, in kampementen. In Oekraïne wachtte teruggekeerde dwangarbeiders als ‘verraders van de Sovjet-Unie’ 25 jaar werkkamp. In Duitsland werden deze Oekraïners weer gezien als ‘Russen’ – vijanden dus. Natascha moest daarom als kind na elke schooldag rennen om aan haar Duitse klasgenoten te ontkomen.
Waarom pleegde Jevgenia zelfmoord? De precieze reden blijft in Wodins sporenonderzoek uit, maar een antwoord niet: Jevgenia had inderdaad te veel moeten doorstaan.
Jeroen Vullings is biograaf en criticus.
Ze kwam uit Marioepol
Natascha Wodin, vert. Anne Folkertsma
368 p. Atlas Contact, € 24,99