Home Waarom Hannibal alle slagen won, maar nooit de oorlog

Waarom Hannibal alle slagen won, maar nooit de oorlog

  • Gepubliceerd op: 1 juli 2016
  • Laatste update 07 apr 2023
  • Auteur:
    Geertje Dekkers
  • 9 minuten leestijd
Waarom Hannibal alle slagen won, maar nooit de oorlog

Zijn tocht over de Alpen – met olifanten – en zijn vernuftige overwinningen op het slagveld maakten Hannibal Barkas tot een legendarisch generaal. In de derde eeuw voor Christus zat hij de Romeinen jarenlang dwars. Maar nooit dwong hij hen definitief op de knieën.

2 augustus 216 v.Chr.: bij het plaatsje Cannae, boven de hak van de Italiaanse laars, liggen de legers van de machtigste vijanden van die tijd tegenover elkaar. Aan de ene kant staan Romeinen en aan de andere kant soldaten van Carthago, de grote handelsstad aan de overkant van de Middellandse Zee, in het latere Tunesië.

De Carthaagse troepen houden al twee jaar huis in Italië en voor de Romeinen is het hoog tijd daar een einde aan te maken. Daarom hebben ze bij Cannae een grote overmacht verzameld: de schattingen lopen op tot een kleine 90.000 man, tegenover circa 50.000 Carthagers. Wellicht zijn de werkelijke aantallen lager, maar deze cijfers geven een indruk van de krachtsverhouding.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Verse soldaten

De Romeinen stellen zich op zoals legers in die tijd dat doen: in linies met de sterkste eenheden in het midden. Omdat ze met zovelen zijn, kunnen ze hun formatie extra diep maken. Dus als de voorste mannen bezwijken, staan daarachter steeds verse soldaten klaar. Zo kunnen de Romeinen doorgaan en doorgaan, net zo lang tot de Carthagers zijn weggevaagd.

Op papier is de winst bij voorbaat voor hen.

Maar aan de andere kant staat een generaal uit de buitencategorie: Hannibal Barkas, die zijn troepen via de Alpen Italië heeft binnengeloodst, met zijn veelbesproken olifanten. Hannibal breekt met de militaire conventies en stelt zijn beste mannen niet in het midden op, maar aan de flanken. Daar, aan de randen van het slagveld, vecht zijn superieure cavalerie zich een weg door de zwakkere Romeinse bereden troepen. Zo belanden ze aan de achterkant van de Romeinse linies, waar ze hun vijand in de rug aanvallen.

Intussen maken aan de andere kant van het slagveld de middelste Carthagers langzaam een terugtrekkende beweging. De Romeinen concluderen daaruit dat ze aan de winnende hand zijn en bewegen enthousiast naar voren. Maar ook dit is tactiek van Hannibal: de Carthaagse linies nemen langzaam de vorm aan van een halvemaan, en samen met de cavalerie aan de andere kant vormen ze een ring om hun tegenstanders. De Romeinen zijn omsingeld.

Klassieke tangbeweging

Kenners noemen Hannibals manoeuvre tegenwoordig een ‘klassieke tangbeweging’ en hij wordt nog steeds bewonderd om deze innovatieve aanpak bij Cannae. Want de tang is effectief. Binnen de omsingeling breken verwarring en chaos uit, en dat geeft de Carthagers de kans met hun speren, zwaarden en slingerstenen de Romeinen te vernietigen. ‘De cirkel werd kleiner en kleiner, en de Romeinen werden allemaal op het slagveld gedood,’ zal historicus Polybius (203-120 v.Chr.) daarover schrijven.

Het is een drama op zich, maar voor de Romeinen hangt na de slag een nog grotere ramp in de lucht. Nu al deze troepen uit de weg zijn, zal Hannibal ongetwijfeld optrekken naar het centrum van hun rijk: naar Rome.

Het ging lange tijd goed tussen de Romeinen en Carthagers, tot ze zich beide tot Sicilië richtten

Het bloedvergieten bij Cannae was onderdeel van een slepende strijd om de macht op en rond de Middellandse Zee. De ene partij, Rome, groeide indertijd hard. In de loop van de derde eeuw kreeg de stad het hele Italiaanse vasteland in handen en stak zijn tentakels uit overzee.

De andere partij, Carthago, was rond de negende eeuw gesticht door Feniciërs (of Puniërs, in het Latijn), een zeevarend en handelend volk. De havenstad groeide gestaag uit tot de grootste macht in de westelijke helft van de Middellandse Zee. Overal langs de kust veroverden of stichtten de Feniciërs handelsposten en naarmate hun grip sterker werd, kregen ze minder geduld met concurrentie in hun invloedssfeer.

Doordat de Romeinen zich in eerste instantie vooral op land richtten en de Carthagers vooral op zee, kon het lang goed gaan tussen de twee ambitieuze machten. Maar toen Rome zich begon te bemoeien met Sicilië, Sardinië en andere overzeese gebieden, werd een oorlog onvermijdelijk.

Droomkandidaat

De aanleiding werd een complex Siciliaans conflict, waarbij verschillende partijen om hulp vroegen aan Carthago en aan Rome. Zo begon in 264 v.Chr. op Sicilië de Eerste Punische Oorlog, die in 241 eindigde met een Carthaagse nederlaag in een zeeslag ten westen van Sicilië.

Carthago kreeg in deze oorlog een flinke knauw, maar bleef een grootmacht en een concurrent van het snelgroeiende Rome. Een volgende oorlog zat er dus weer aan te komen. Lont in het kruitvat was dit keer Saguntum, in het oosten van toekomstig Spanje. Deze stad lag in Carthaagse invloedssfeer, maar opkomende macht Rome was zo brutaal een verdrag te sluiten met de stad.

Hier komt Hannibal (247-circa 183 v.Chr.) in het verhaal. Deze generaal kwam uit de vooraanstaande Carthaagse familie Barkas en zijn vader had gevochten in de eerste – verloren – oorlog tegen Rome. Militair getraind vanaf zijn vroege jeugd was Hannibal een gedroomde kandidaat om de Carthaagse nederlaag te wreken en Rome te verslaan.

De kans daarvoor kreeg hij met het verdrag tussen Rome en Saguntum. Hannibal was indertijd in Spanje en greep het verdrag aan om het dwarse Saguntum te belegeren en in te nemen. Daarmee gaf hij de Romeinen aanleiding om Carthago opnieuw de oorlog te verklaren. Zo begon in 218 de Tweede Punische Oorlog.

Met 100.000 man en 40 olifanten trok Hannibal naar Italië

Die oorlog had kunnen worden uitgevochten in Spanje, waar hij begon. Maar Hannibal verlegde de strijd naar het territorium van de vijand. Daarvoor trok hij met meer dan 100.000 man – aldus Polybius, die mogelijk een beetje overdreef – en een kleine veertig olifanten over land richting Italië. Om daar te komen moest hij zijn beroemde tocht over de Alpen maken.

Wáár Hannibal de bergketen overstak is al meer dan tweeduizend jaar onderwerp van discussie. Wellicht was het bij de Col de la Traversette. In april 2016 claimden onderzoekers dat ze daar sporen hadden gevonden van een grote massa mensen en paarden, achtergelaten rond de tijd van Hannibals tocht. De onderzoekers zijn overtuigd dat ze Hannibals route hebben gevonden en zoeken nu naar hard bewijs, bijvoorbeeld overblijfselen van olifantenpoep.

Uitputtingsslag

Waar de oversteek ook plaatsvond, hij was bloedig, want Galliërs ter plekke hadden het voorzien op de voorraden van de Carthagers. Zij vielen de bagagetrein aan, waarop Hannibal de tegenaanval inzette. Dat kostte veel Galliërs het leven, maar ook de Carthagers bezweken in grote aantallen, aldus Polybius. Uiteindelijk sloegen de Galliërs op de vlucht en konden de overlevenden verder met hun moeizame tocht naar de koude bergpas, met meer vijandige ‘barbaren’ en moeilijk begaanbare hellingen.

De weg naar de top was een uitputtingsslag en eenmaal boven moeten Hannibals mannen afgepeigerd zijn geweest. Volgens de Romeinse historicus Livius (circa 59 v.Chr.-17 n.Chr.) hield de generaal op dat moeilijke moment een opruiende speech, vanaf een panoramapunt dat uitzicht bood op Italië. De soldaten hadden zojuist de ‘muren rond Rome’ bedwongen, zo liet Livius de generaal zeggen. Vanaf nu zou het makkelijk bergafwaarts gaan.

De Romeinen hadden zich achter de Alpen veilig gewaand

Deze waarschijnlijk fictieve toespraak illustreert hoe angstaanjagend de komst van de Carthagers was voor de Romeinen. Achter de Alpen hadden ze zich veilig gewaand voor serieuze legers, maar Hannibal stond nu op het punt hun territorium binnen te marcheren – weliswaar na een opnieuw loodzware afdaling.

Met Hannibal in Italië moesten de Romeinen vechten voor hun lijfsbehoud. Ze leverden de ene na de andere slag tegen Hannibal, maar de grote overwinningen waren steeds voor hem en een schrikbarend aantal bondgenoten liep naar hem over. Een tijdje probeerden de Romeinen daarom een andere tactiek: geen grote slagen meer, maar een lange reeks kleine gevechten en pogingen om Hannibal af te snijden van voorraden. Het idee was dat de Carthagers zo uitgeput zouden raken en zouden opgeven.

Overwinningen

Maar de inwoners van Italië leden zwaar onder deze aanpak en onder plunderingen door de Carthagers. Vandaar dat Rome zich in 216 weer liet verleiden tot een groot gevecht, bij Cannae, waar Hannibal zijn tangbeweging uitvoerde.

Na de slag moet het feest zijn geweest in de kringen rond Hannibal, en volgens Livius wilde zijn kameraad Maharbal snel optrekken naar Rome. Maar Hannibal had tijd nodig om zijn tactiek te overdenken. Volgens Livius sprak Maharbal daarop de ware woorden: ‘Jij, Hannibal, weet hoe je moet winnen, maar je weet niet hoe dat te gebruiken.’

Hannibal was sluw op het slagveld, maar hij wist zijn overwinning onvoldoende uit te buiten, en een beslissing in de oorlog bleef uit. Rome zou hij dan ook nooit veroveren. Na ‘Cannae’ zou hij het de Romeinen nog veertien jaar lastig maken vanaf Italiaanse bodem, en ook in die tijd boekte hij overwinningen. Maar nooit dwong hij de Romeinen definitief op de knieën. En geleidelijk aan verloor hij het initiatief in de strijd.

De Romeinse generaal Scipio was ook een groot vechttalent

Want in de jaren na Cannae stond Hannibals Romeinse evenknie op: Publius Cornelius Scipio Africanus (236–183 v.Chr.). Net als Hannibal kwam Scipio uit een zeer vooraanstaande familie en net als Hannibal was hij een groot vechttalent.

Scipio slaagde erin de kern van de oorlog te verplaatsen naar Carthaags gebied, zoals Hannibal de oorlog jaren eerder naar Italië had gebracht. Door Carthago te belegeren dwong Scipio Hannibal Italië te verlaten, om zijn thuisstad te helpen.

Vernederende vrede

In 202 ontmoetten de twee generaals elkaar vlak bij Carthago, in de Slag bij Zama. Het was een spannende strijd, maar Hannibal verloor en kort daarna moest Carthago een vernederend vredesverdrag sluiten. Dat bepaalde onder meer dat de Romeinen de Carthaagse koloniën in Spanje kregen en dat de Carthagers hun leger en vloot moesten decimeren. Bovendien legden de Romeinen een grote schadeloosstelling op.

Scipio verplaatste de strijd naar Carthaags gebied

Ondanks deze catastrofe speelde Hannibal nog jarenlang een grote rol in de Carthaagse politiek, totdat Rome in 195 om zijn uitlevering vroeg en hij op de vlucht sloeg.

Zijn laatste jaren bracht hij door in ballingschap aan de oostkant van de Middellandse Zee, vaak vechtend voor tegenstanders van de Romeinen. Zo wist hij lang op vrije voeten te blijven.

Maar rond 183 leek hij niet meer aan de Romeinen te kunnen ontsnappen. ‘Uiteindelijk vroeg hij om het gif dat hij al lang klaar had voor noodsituaties zoals deze,’ zou Livius daarover schrijven. ‘Hij zei: “Laten we de Romeinen bevrijden van de angst die hen zo lang in zijn greep heeft gehad. Blijkbaar vraagt het te veel van hun geduld om te wachten op de dood van een oude man.”’ Hij dronk de gifbeker leeg en zo eindigde zijn leven.

Geertje Dekkers is historicus en journalist.