Home Dossiers De Opstand Vissers versloegen Spaanse galjoenen

Vissers versloegen Spaanse galjoenen

  • Gepubliceerd op: 11 oktober 2022
  • Laatste update 12 okt 2023
  • Auteur:
    Rick Timmermans
  • 6 minuten leestijd
Vissers versloegen Spaanse galjoenen
Cover van
Dossier De Opstand Bekijk dossier

Op 11 oktober 1573 vochten meer dan dertig schepen de Slag op de Zuiderzee uit. Volgens historicus Luc Panhuysen wat het een belangrijk moment in de Nederlandse Opstand. ‘Een bijeengeraapt zooitje vissersboten wist te winnen van de zelfverzekerde Spanjaarden.’

Wat was de aanleiding voor deze slag?

‘In 1572 viel Den Briel onverwachts in handen van de watergeuzen, waarna allerlei steden zich bij de Opstand aansloten. De hertog van Alva begon daarom een heroveringstocht. Alva’s doel was om Holland in tweeën te snijden en de opstandelingen weg te houden bij Amsterdam, dat nog katholiek en ferm pro-Spaans was. De stad was op dat moment al het economische hart van de Lage Landen. De watergeuzen wisten het IJ en de Zuiderzee te blokkeren, waardoor niemand de havenstad meer in of uit kon. De Spanjaarden begonnen de pijn van die blokkade te voelen, omdat de stad een belangrijk militair distributiepunt vormde, en besloten de watergeuzen daarom op hun eigen terrein aan te vallen. De Slag op de Zuiderzee werd dus uitgevochten tijdens de cruciale beginfase van de Nederlandse Opstand.’

Het interview gaat verder onder de afbeelding.

Watergeuzen gaan het entergevecht aan op de ‘Inquisitie’. Zestiende-eeuwse ets van Frans Hogenberg.

Wie waren de watergeuzen eigenlijk?

‘Het waren een soort kapers, grotendeels gerekruteerd uit de lage Nederlandse edellieden. Ze waren in elkaars armen gedreven doordat de Spanjaarden hun landgoederen in bezit hadden genomen. Ze konden daardoor niet meer op land blijven en gingen de zee op. Hoewel de prins van Oranje de watergeuzen kaperbrieven gaf – wat officiële toestemming voor het kapen van vijandelijke schepen betekende – hielden ze zich aan God noch gebod. Sommige kapiteins kaapten alles wat voor hun boegspriet kwam. Zelfs bevriende Nederlandse koopvaardijschepen werden niet gespaard. Een watergeus moest ook eten, en vooral drinken, was het idee. De landgeuzen waren niet veel beter; zij hielden net zoveel van bier als van het ophangen van katholieken.’

Hoe kwamen de Spanjaarden zo snel aan een vloot om de watergeuzen te bestrijden?

‘Ze bouwden in Amsterdam twaalf kloeke galjoenen, dat was hét Spaanse scheepsontwerp. Het vlaggenschip werd gecommandeerd door admiraal Maximiliaan van Bossu en droeg de naam Inquisitie. Uit die naam blijkt hoe de Spanjaarden hun missie zagen: de Nederlandse opstandelingen waren ketters die ingerekend moesten worden.’

‘Geuzenkapiteins kaapten alles wat voor hun boegspriet kwam.’

Hoe verliep de slag?

‘Er was veel laag water en er stond een stevige wind, waardoor de golven een gekarteld profiel kregen. Ik heb de indruk dat de Spanjaarden hun gloednieuwe galjoenen nog niet helemaal hadden ingevaren. Hun twaalf houten forten moesten het opnemen tegen 25 veel lichter bewapende en kleinere schepen van de watergeuzen. De kanonnen en munitie van de geuzen waren niet goed genoeg om de zware galjoenen van de Spanjaarden uit te schakelen, dus hadden de Nederlanders geen andere keuze dan de vijand te enteren.

Het hoogtepunt van de zeeslag was het moment dat de geus Jan Haring, bij de Inquisitie aan boord klauterde. Hij sneed de Spaanse admiraalsvlag los en nam deze mee, maar in zijn afdaling werd Haring door een Spanjaard uit de mast geschoten en viel hij in zee. Voor de hele Spaanse vloot werd ineens zichtbaar dat de Spaanse admiraalsvlag was gezakt. Even later slaagden de watergeuzen er zelfs in om de grote mast van de Inquisitie om te hakken. De Spanjaarden dachten dat hun admiraal hen in de steek had gelaten, waarmee het gevecht na vier à vijf uur werd beslecht.’

‘Jan Haring sneed de admiraalsvlag los, maar werd uit de mast geschoten.’

Waarom was de vloot van de watergeuzen zo succesvol?

‘Van een oorlogsvloot was eigenlijk geen sprake: het was een bij elkaar geraapt zooitje vissersboten. Maar de Nederlanders waren wel heel goede zeilers. Toen de Spanjaarden de achtervolging inzetten, hadden ze het nakijken zodra de wind draaide. De geuzen wisten bovendien precies waar de zandbanken lagen en welk golfprofiel er ontstond bij een bepaalde soort wind. Zo troefden de kleinere en wendbaardere geuzenschepen de logge Spaanse galjoenen af.’

Wat betekende de Slag op de Zuiderzee voor de Opstand?

‘Het Spaanse verlies viel samen met een nederlaag bij het Beleg van Alkmaar. Zowel op land als op zee stootten de Spanjaarden hun neus, waardoor de Spaanse gelederen uitgedund werden en de hertog van Alva groot gezichtsverlies leed. Toen hij kort na de slag ook nog te maken kreeg met muitende troepen, keerde hij als een dief in de nacht terug naar Spanje. De gevechten op de Zuiderzee en bij Alkmaar vormden een tweeklapper waardoor de opstand na 1573 een succesvol vervolg kon krijgen.’

‘Alva verdween als een dief in de nacht naar Spanje.’

In de canon wordt de zeeslag een ‘keerpunt in de Vaderlandse geschiedenis’ genoemd. Zag men dat toen ook zo?

‘Spanje was met afstand de supermacht op de planeet, vergelijkbaar met de Verenigde Staten in de vorige eeuw. Dat een handjevol Nederlandse vissers op versterkte bootjes de drijvende forten van de Spanjaarden wist te verschalken, moet op tijdgenoten een grote indruk hebben gemaakt. De slag bleek bovendien belangrijk voor de oorlog. De Spanjaarden, die naar de Nederlanden kwamen om de orde te herstellen en ketters te vervolgen, kregen voor het eerst goed op hun falie.’

Toch is deze slag minder bekend dan de zeeslagen uit de zeventiende eeuw.

‘Deze slag heeft eigenlijk maar één gezicht: dat van Jan Haring. Bij de latere zeeslagen horen de gezichten van Maarten Tromp en Michiel De Ruyter. Dat zijn gevestigde namen die de zeeslagen beroemd maakten. De Slag op de Zuiderzee miste een hooggeplaatste zeeheld. Dat deze zeeslag door vissers en haringkakers werd gewonnen, paste niet bij het heldenimago van edellieden. Het zou nog jaren duren voordat de eerste zeehelden in schilderijen werden gecanoniseerd. De claim op de herinnering van de heroïsche Slag op de Zuiderzee was dus niet voor het gewone volk weggelegd.’

Luc Panhuysen is historicus en schrijver. Zijn laatste boek Monsterschip is genomineerd voor de Libris Geschiedenis Prijs 2022.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.