De katholieke Zuidelijke Nederlanden stonden bekend om hun strenge regels ten aanzien van het beoefenen van de protestantse religie. Toch gaf de overheid enige ruimte aan protestanten die woonden in de ‘Geuzenhoek’.
De Geuzenhoek was een verzameling dorpen met protestantse families in het zuidwesten van Vlaanderen. Historicus Roman Roobroeck laat in het laatste nummer van tijdschrift BMGN zien hoe zij hun geloofstraditie in ere konden houden. Hun relatieve vrijheid werd deels bewaakt door de Nederlandse Republiek in het noorden. Wanneer het katholieke gezag de protestanten lastigviel, dreigde de Republiek hetzelfde te doen met katholieken op haar grondgebied.
Sommige zuidelijke protestanten lieten zich registeren als burger van Sas van Gent, dat in de Republiek lag. Vervolgens bleven ze in de Geuzenhoek wonen, maar als ze vervolgd zouden worden vanwege hun geloof, konden ze hulp uit het noorden inroepen.
Zo ontstond een soort gedoogconstructie. De zuidelijke protestanten dienden wel op de achtergrond te blijven en niet al te zichtbaar hun geloof te belijden. Op belangrijke religieuze dagen gingen zij daarom naar kerken in Sas van Gent. Op gewone zondagen kwamen ze bijeen in woonhuizen, die in enkele gevallen uitgroeiden tot bescheiden schuilkerken. Katholieke dorpsgenoten, inclusief priesters, wisten daarvan, maar lieten het gebeuren. Zolang de protestanten zich maar niet in de publieke ruimte deden gelden.