Home Dossiers Eerste Wereldoorlog Toen de Belgen, nu de Oekraïners: enthousiasme over opvang daalt

Toen de Belgen, nu de Oekraïners: enthousiasme over opvang daalt

  • Gepubliceerd op: 11 sep 2025
  • Update 26 sep 2025
Toen de Belgen, nu de Oekraïners: enthousiasme over opvang daalt
Cover van
Dossier Eerste Wereldoorlog Bekijk dossier

Oekraïense vluchtelingen worden regelmatig geweigerd, omdat opvangcentra vol zitten. Gemeenten trekken aan de bel en roepen het Rijk op in actie te komen. Van het warme welkom voor Oekraïners is steeds minder over, zoals dat ruim honderd jaar geleden ook ging met de Belgen. 

Sinds de Russische invasie in Oekraïne in 2022 zijn 4,7 miljoen Oekraïners naar het buitenland gevlucht, waarvan zo’n 120.000 naar Nederland. Het gaat daarmee om zeven Oekraïners per duizend Nederlanders. In het najaar van 1914, na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, stroomden een miljoen Belgische vluchtelingen Nederland binnen. Dat betekende dat er toen 161 vluchtelingen per duizend Nederlanders waren. Hoewel Nederland zich afzijdig hield in deze oorlog liet koning Wilhelmina er in haar troonrede van 15 september 1914 geen twijfel over bestaan: alle vluchtelingen zouden met open armen ontvangen worden. 

De Nederlandse bevolking toonde zich van haar beste kant: er werd een massale inzamelingsactie  op touw gezet voor geld en kleren voor onze zuiderburen. Ook nam bijna iedereen wel een Belg in huis. Toch bleef het beleid van het kabinet-Cort van der Linden lang onduidelijk, wat deels te maken had met de hiaten in de internationale neutraliteitswetgeving.

Uiteindelijk kwamen er wel interneringskampen, zowel voor burgers als militairen. Het leven daar was veelal zwaar en verre van vrolijk. Geïnterneerde Belgen waren boos, maar ook het Nederlandse volk beklaagde zich. Buiten de kampen ontstonden namelijk conflicten tussen Belgen en de plaatselijke bevolking, vaak voortkomend uit cultuurverschillen. Ook was er onvrede over de kosten van de opvang.  Zo nam de liefdadigheid, die in het begin nog grenzeloos had geleken, sterk af. Met ‘zachte drang’ probeerde de overheid de Belgen over te halen weer naar huis te gaan.

Toch sprak premier Cort van der Linden achteraf met trots over de Nederlandse prestatie: ‘Er moest vervoer en opvang voor de duizenden en duizenden vluchtelingen worden geregeld. Dat is door het hele land gebeurd in nog geen twee dagen tijd – wat een prachtig stuk werk is geweest.’ De Belgen keken een stuk minder positief naar de opvang. Koning Albert weigerde zelfs naar herdenkingen in Nederland te komen. 

Loginmenu afsluiten