Home Dossiers Gouden eeuw Spektakelfilm Michiel de Ruyter zit boordevol anachronismes

Spektakelfilm Michiel de Ruyter zit boordevol anachronismes

  • Gepubliceerd op: 17 april 2022
  • Laatste update 17 nov 2022
  • Auteur:
    Jos van der Burg
  • 5 minuten leestijd
Spektakelfilm Michiel de Ruyter zit boordevol anachronismes
Cover van
Dossier Gouden eeuw Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Hoe maak je van een godvrezende, religieuze, beetje saaie zeventiende-eeuwer een twintigste-eeuwse held? Michiel de Ruyter zou zichzelf waarschijnlijk niet herkennen in het epos dat regisseur Roel Reiné over hem heeft gemaakt.

Acteur Frank Lammers speelt hem als een liefhebbende echtgenoot en jolijtige vader, die liever bij vrouw en kinderen thuis blijft, maar om het vaderland te redden zeeslagen moet leveren. Iemand moet het doen, dat is het gevoel dat De Ruyter beheerst.

Het epos begint met de verloren zeeslag tegen de Engelsen voor de kust bij Ter Heijde. Admiraal Maarten Tromp heeft net gezegd dat ‘die verdomde Engelsen naar hun eiland’ moeten worden geschopt als hij dodelijk wordt getroffen door een kanonskogel. Rutger Hauer mag naar huis voor de film goed en wel is begonnen.

Enter Johan de Witt, uitstekend gespeeld door Barry Atsma, die in een gloedvol nationalistisch betoog in de Staten van Holland de ‘Nederlanders’ oproept om zich eensgezind te verzetten tegen de heerszucht van de Engelsen. Orangisten en republikeinen moeten één front vormen tegen de Engelsen. De Engelsen zijn bang voor ons, omdat ‘wij’ bereid zijn om voor onze vrijheid te sterven. Bevlogen woorden, die doen denken aan het verzet in de Tweede Wereldoorlog, maar historisch eenzijdig zijn. Dat de strijd tegen de Engelsen draaide om economische macht en handelsbelangen komt de kijker niet te weten.

Ondertussen heeft De Ruyter het na de Slag bij Ter Heijde, waarin hij als commandant meevocht, helemaal gehad met vechten op zee. Hij wil bij zijn vrouw en kinderen blijven en zijn moestuin uitbreiden. Het aanbod van De Witt om opperbevelhebber van de vloot te worden, wijst hij resoluut af (‘Ik ga niet meer naar zee’).

De kijker moet raden wanneer zich dit afspeelt, want de film noemt geen enkel jaartal. Het epos wekt de indruk dat het zich in een korte periode, misschien een paar jaar afspeelt, maar in werkelijkheid bestrijkt de film 23 jaar. De reden dat de makers dit verzwijgen, zal zijn dat de personages daarom niet ouder geschminkt hoefden te worden. Dat scheelt geld, maar het is curieus dat De Ruyter aan het einde van de film nauwelijks ouder is dan aan het begin.
 
Na de Witts eerste afgewezen verzoek om opperbevelhebber te worden, laat De Ruyter zich een paar scènes later (in werkelijkheid na tien jaar) alsnog overhalen. Het mag van zijn vrouw, want ‘het heeft weinig zin om thuis te blijven als er straks geen thuis meer is’. Wat ook helpt, is dat de families De Ruyter en De Witt het goed met elkaar kunnen vinden. Als de De Ruytertjes bij de De Witts op visite gaan, roept mevrouw De Ruyter bewonderend uit dat de baby van mevrouw De Witt ‘een scheetje’ is. Als de families later gezellig buiten over koetjes en kalfjes praten, verwacht de kijker ieder moment dat een van de dames vraagt of iemand nog een glaasje prosecco wil. Hoe anachronistisch mag een historisch drama zijn? In de jacht op een groot publiek overschrijden de makers van Michiel de Ruyter ruimschoots de grens.

Het interessantst aan het epos is de strijd tussen de orangisten en republikeinen. Nauwkeuriger gezegd: de lobby achter prins Willem van Oranje om hem tot stadhouder benoemd te krijgen en Cornelis en Johan de Witt, die de republikeinse staatsvorm verdedigen. Zij willen de prins, die afgeschilderd wordt als een nichterige homo, buiten de macht houden. Het leidt tot een smerig complot, dat de gebroeders De Witt in het rampjaar 1672 het leven kost. Zij worden gelyncht, wat gruwelijke beelden oplevert. Dat De Ruyter te paard komt aangesneld om het lynchen te voorkomen, is klinkklare historische onzin. Het is duidelijk bij welke partij de sympathie van de makers ligt, wat verklaart dat bij de première van de film geen Oranjes in de zaal zaten.

De rol van De Ruyter, die onder het bestuur van De Witt de vloot moderniseerde en tegen de Engelsen de ene zeeslag na de andere won, is na de beestachtige moord uitgespeeld. Hij wordt geassocieerd met de republikeinen. Willem III, die stadhouder is geworden, stuurt hem naar een niet te winnen slag tegen de Fransen in de Middellandse Zee. De Ruyter beschuldigt Willem III van achterkamertjespolitiek  – hoezo anachronisme? –  en voorvoelt dat hij niet zal terugkeren, maar offert zich op om een burgeroorlog in de republiek te voorkomen. De Ruyter voorkomt een burgeroorlog?

Aan historische fantasie ontbreekt het de makers van Michiel de Ruyter niet. Hun film is een historisch spektakelstuk met knappe digitale zeeslagen, maar een klein bedrag van het acht miljoen euro tellende budget voor historisch advies had geen kwaad gekund. Michiel de Ruyter heeft bravoure en lef, maar daarmee win je nog geen zeeslag.