Voor zover bekend maakte de Fransman Joseph Nicéphore Niépce in 1825 als eerste een foto. Hij had er een belichtingstijd van tien uur voor nodig. Bijna 200 jaar later zijn er 45 miljard camera’s op de wereld die dagelijks miljarden beelden produceren. And the King Said, What a Fantastic Machine roept aan de hand van honderden van internet geplukte fragmenten de vraag op wat de invloed van al die beelden op ons is.
De documentaire bestrijdt de opvatting dat één beeld meer zegt dan duizend woorden. Beelden spreken nooit voor zich, omdat je de context moet kennen. Met beelden is het goed manipuleren. Dat is een open deur, maar de documentaire illustreert dat met sprekende voorbeelden. Onschuldig is de tv-uitzending van het Eurovisie Songfestival, waarin het lijkt alsof de juryleden in hun eigen land staan, terwijl ze in werkelijkheid samen in een studio zitten. Als een jurylid aan de beurt is, worden achter hem beelden van zijn land geprojecteerd.
De documentaire laat ook zien dat beelden de werkelijkheid kunnen blootleggen, zoals de na de bevrijding gemaakte opnames in concentratiekampen bewijzen. En geeft ook gruwelijke voorbeelden, zoals Leni Riefenstahls films vol nazipropaganda en Hitler-verering. Verder wijst de documentaire op het recente fenomeen beeldverslaving, aangejaagd door mediaconcerns, die kennis over de werking van de hersenen inzetten om mensen aan het scherm gekluisterd te houden. And the King Said graaft niet diep, maar de helikopterview op de beelddictatuur stemt niet vrolijk.
