Sander Bax heeft een boek geschreven over de verschillende schrijverstypes. Dat levert een consistent verhaal op met één manco: hij besteedt wel erg veel aandacht aan de aandachtstrekkers, poseurs en gladjakkers.
Schrijvers zijn net mensen. Ze zoeken erkenning, willen worden gehoord en ook hun schoorsteen moet roken. Bovendien zijn er veel van, dus moeten ze zich onderscheiden. Voor een literaire schrijver is het niet voldoende een boek te schrijven en dan af te wachten. Een auteur moet zich positioneren, dient ideeën over literatuur te hebben en een bepaald soort schrijverschap te ambiëren. En uiteraard dient de schrijver zich te verhouden tot de media.
Meer recensies lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
In Schrijversmythen onderzoekt Sander Bax hoe het beeld en de rol van Nederlandse schrijvers zich vanaf circa 1880 hebben ontwikkeld. In die periode ontstonden verschillende type schrijvers, zoals de bohemien, de dandy, de geëngageerde schrijver, de ‘grote schrijver’, de publieksintellectueel en de literaire beroemdheid. Het gaat Bax erom hoe schrijvers hun schrijverschap vormgaven, hoe ze reageerden op maatschappelijke ontwikkelingen en hoe ze omgingen met de commercie.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Sinds de Tachtigers domineerde het idee van de ‘literaire autonomie’. Dat wil zeggen dat schrijvers werden geacht ‘belangeloos’, ‘onafhankelijk’ en ‘uitzonderlijk’ te zijn. Vrij gedetailleerd beschrijft Bax hoe de opeenvolgende generaties literatoren zich verhielden tot dit ideaalbeeld en hoe de invloed van de markt en de media toenam. Overtuigend schetst hij hoe het beeld van de ‘echte’ schrijver verschoof, het idee van ‘de Grote Drie’ ontstond, en waarom de media nog altijd op zoek zijn naar ‘opvolgers’ van Hermans, Mulisch en Reve.
Bax heeft een consistent en leesbaar boek geschreven met één nadeel. Door de nadruk op de wijze waarop schrijvers bewust bezig waren met hun imago, zijn het soms de aandachtstrekkers, poseurs en gladde schrijvers die worden behandeld. Waarom schrijft Bax bijvoorbeeld wel over Joost de Vries en niet over diens veel interessantere Groene-collega Marja Pruis? En hoe serieus is een boek waarin wel aandacht wordt besteed aan Ronald Giphart, Saskia Noort en een aansteller als Boudewijn Büch, maar niet aan Piet Gerbrandy, wellicht de grootste levende dichter van Nederland?
Schrijversmythen. Literatuur en schrijverschap tussen 1880 en 2020
Sander Bax
511 p. Prometheus, € 35,-
Openingsafbeelding: Louis Couperus in zijn werkkamer, 1923.