De commissie die moest uitzoeken of prins Bernhard smeergeld aannam van Amerikaanse vliegtuigbouwbouwers, heeft haar werk niet goed gedaan. Dat concludeert historicus Philip Dröge in Historisch Nieuwsblad. Dröge baseert zich op het onlangs geopenbaarde archief van de toenmalige secretaris, Ad Geelhoed. De commissie had sterke aanwijzingen dat de prins nog corrupter was dan gedacht, maar wilde die pijnlijke waarheid niet echt weten.
In 1976 werd in de Amerikaanse Senaat onthuld dat vliegtuigbouwer Lockheed steekpenningen had betaald aan onder anderen prins Bernhard. Het concern hoopte dat de prins in ruil daarvoor de Nederlandse regering zou overtuigen om Lockheeds gevechtsvliegtuig Starfighter aan te schaffen. Premier Den Uyl liet de zaak onderzoeken door een aantal ‘wijze mannen’, de zogeheten Commissie van Drie. De jonge jurist Ad Geelhoed werd secretaris. Hij deed een groot deel van het eigenlijke onderzoekswerk van de commissie en liet vier grote dozen met documenten na. Deze zijn afgelopen januari openbaar gemaakt door het Nationaal Archief.
Meer lezen over historisch onderzoek? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
De commissie vroeg niet door
Geelhoed ontdekte dat behalve Lockheed ook de concurrerende vliegtuigbouwer Northrop verdachte betalingen had gedaan aan Bernhard en vice versa. Samen met de commissie reisde Geelhoed naar de VS voor een onderhoud met de directeur van Northrop, Thomas Jones. Maar de drie commissieleden maakten het Jones niet moeilijk, zo blijkt uit het gespreksverslag. Ze verzekerden de directeur dat het gesprek informeel was. Toen ze Jones vroegen waarom Bernhard geld aan hem had overgemaakt, antwoordde zijn advocaat dat het om een privéaangelegenheid ging. De commissie vroeg niet door, maar liet het daarbij.
De onwil van de Commissie van Drie om de onderste steen boven te krijgen, frustreerde secretaris Geelhoed. Hij stelde lijsten op met vragen die de commissie zou moeten stellen aan verschillende personen. Eigenlijk zouden alle zakelijke relaties van de prins onder ede moeten worden gehoord, beklemtoonde Geelhoed. Maar de commissie maakte er nauwelijks werk van.
In het eindverslag noemde de commissie uitsluitend de verdachte transacties van Bernhard met Lockheed, niet die met Northrop. Alleen in een geheime bijlage voor de premier stond dat er aanwijzingen waren dat de prins ook van Northrop steekpenningen had ontvangen. Die bijlage kwam pas in 2005 aan het licht dankzij een publicatie in Vrij Nederland. Al die tijd kende Geelhoed de waarheid, maar moest hij zwijgen.
