In de jaren zeventig oefende Nederland druk uit op Spanje om te democratiseren. Met name PvdA-minister van Buitenlandse Zaken Max van der Stoel drong aan op verkiezingen.
Als kleine staat wendde Nederland allerlei middelen aan om Spanje van een dictatuur in een democratie te veranderen. Dat gebeurde in de laatste jaren onder generaal Francisco Franco en na diens dood in 1975. Zo blokkeerde Van der Stoel toetreding van Spanje tot de Europese Gemeenschap en de NAVO, zolang de regering geen democratische verkiezingen uitschreef. Ook reageerde ‘gidsland’ Nederland fel op executies van vijf tegenstanders van Franco’s bewind, in 1975. Daarnaast deelde Nederland kleinere prikken uit, bijvoorbeeld door weinig beleefde felicitatie- en condoleancetelegrammen naar Spanje te sturen als er iets te betreuren of te vieren viel.
Die aanpak paste bij het progressieve bewind van het kabinet-Den Uyl, waarvan Van der Stoel deel uitmaakte. Het buitenlandbeleid werd in die periode in hoge mate bepaald door idealen en Nederland liet zich in gevoelige kwesties duidelijker horen dan tijdens voorgaande kabinetten.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Toen in 1975 Juan Carlos I op de troon kwam, hield Van der Stoel vast aan zijn democratiseringseisen, totdat er in juni 1977 daadwerkelijk verkiezingen plaatsvonden. Kort daarna werden de Spaanse premier en de minister van Buitenlandse Zaken vriendelijk ontvangen in Nederland. Ook werd Van der Stoel toen voorstander van Spaanse toetreding tot de EG.
BRON:
Stefanie Massink, ‘The Dutch will give you problems.’ Nederland en Spanje in transitie van dictatuur naar democratie, 1973-1977 (proefschrift Universiteit Utrecht).