Jan Terlouw, auteur, wis- en natuurkundige, oud-vicepremier en voormalig D66-leider, heeft groot respect voor Charles Darwin, de grondlegger van de evolutietheorie.
Wanneer maakte u kennis met Charles Darwin?
‘Als teenager. Ik vond het heerlijk om te horen dat wij van dieren afstammen. Ik ben heel religieus opgevoed, mijn vader was dominee. Tot ik een jaar of tien was, geloofde ik zoals ieder kind alles wat mijn ouders me vertelden. Maar toen ik ouder werd, ging ik twijfelen. Ik vond de goddelijke openbaringsverhalen niet overtuigend, had mijn bedenkingen bij het scheppingsverhaal. Darwins theorie maakte voor mij veel verklaarbaar.’
Bracht dit inzicht u in conflict met uw vader?
‘Nee hoor, ik kon dit rustig met hem bespreken. Mijn vader vond de evolutietheorie ook interessant.’
Wat maakt dat u Darwin respecteert?
‘Hij is de grondlegger van de moderne biologie. Een geweldig man, die zuiver wetenschappelijk onderzoek deed omdat hij op zoek was naar de waarheid. Darwin (1809-1882) was een uitstekende wetenschapper, die tijdens zijn vijf jaar durende wereldreis met het schip de Beagle zijn waarnemingen en metingen met grote precisie uitvoerde en zeer nauwkeurig uitwerkte.’
Darwin bewees de werking van natuurlijke selectie
Is het verbazend dat hij met zijn evolutietheorie kwam in de negentiende eeuw, toen de kerk almachtig was?
‘De evolutietheorie ontstond niet in het luchtledige. Er waren voor Darwin al wetenschappers die de theorie aanhingen, maar Darwin heeft het overtuigende bewijs geleverd dat de evolutie van soorten wordt gedreven door natuurlijke selectie. Hij heeft zelf beleefd dat zijn werk werd geroemd; hij had vele medestanders. Maar hij werd ook verguisd. Darwin moest opboksen tegen grote weerstand van de kerk. Religie houdt niet van mensen die fundamentele, kritische vragen stellen. Vragen stellen staat haaks op geloof, want geloven vraagt niet om bewijs.’
Hebt u als domineeszoon religie helemaal afgezworen?
‘Ik begrijp heel goed dat religie voor veel mensen een houvast is, en steun en troost biedt.’
En voor uzelf?
‘Ik beschouw de Bijbel als een verzameling prachtige verhalen waarin de aard van mensen beschreven staat. Het verhaal van het paradijs is een metafoor voor het menselijke vraagstuk van de keuze tussen goed en kwaad. Mensen onderscheiden zich van dieren doordat wij niet puur worden gedreven door de strijd om het voortbestaan van de soort. De mens kent moraliteit, barmhartigheid.’
Niet ieder mens kiest voor het goede.
‘Er zijn veel aberraties in de menselijke natuur. Het gaat bijvoorbeeld altijd mis als een persoon te lang aan de macht is. Jarenlange macht corrumpeert. De evolutie heeft zich in dat opzicht gebrekkig voltrokken.’
Alies Pegtel is historicus en journalist.
Dit artikel is exclusief voor abonnees