Geld maakt niet gelukkig, maar leidt tot moord in de Hollywood-film House of Gucci. ‘Geïnspireerd door een waargebeurd verhaal’ duikt de film in de even treurige als stompzinnige geschiedenis van de moord op Maurizio Gucci. En dat is geen onverdeeld succes.
Maurizio Gucci, hoofd van het mode-imperium, werd in 1995 in opdracht van zijn ex-vrouw Patrizia Reggiani door twee huurmoordenaars voor het Gucci-kantoor in Milaan in koelen bloede vermoord. Haar motief was wraak, omdat hij haar verlaten had en een nieuw huwelijk wilde beginnen. Maar ook speelde mee dat Maurizio in 1993 het familiebedrijf had verkocht aan een investeringsmaatschappij in Bahrein, waardoor Patrizia geen recht meer had op het kapitaal van Gucci. Niet dat ze armlastig was, want jaarlijks kreeg ze een toelage van anderhalf miljoen dollar, maar met Maurizio was ze een geldverslindend jetsetleven gewend.
Een film over Gucci zou een shakespeareaans drama kunnen opleveren over de strijd om de macht in het familiebedrijf. Zo’n film zou gaan over machtsbelustheid, existentiële leegte en dolkstoten in de rug binnen de arrogante familie. Die film zou in goede handen zijn bij de Italiaanse regisseur Paolo Sorrentino, die met La grande bellezza het rijke, maar lege bestaan van de Romeinse elite blootlegde.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Helaas is niet hij, maar Hollywood-regisseur Ridley Scott de maker van House of Gucci. Scott, die we kennen van spektakelfilms als Robin Hood en Gladiator, bewijst met het Gucci-drama dat complexe familierelaties en karakterontwikkeling aan hem niet besteed zijn. De personages, die Amerikaans spreken met een Italiaans accent, wat nogal bevreemdend werkt, missen psychologische diepgang. Dat House of Gucci toch de moeite waard is, komt vooral door Lady Gaga als Patrizia. Haar rol is weliswaar nogal eendimensionaal, maar boeit toch, omdat ze zich er volledig in stort. Dat de familie Gucci truly disappointed is over de film zal niemand verbazen.