Home Dossiers Tweede Wereldoorlog Kinderen als geschenk voor de Führer

Kinderen als geschenk voor de Führer

  • Gepubliceerd op: 13 december 2023
  • Laatste update 11 jan 2024
  • Auteur:
    Twan van den Brand
  • 10 minuten leestijd
Een SS-arts controleert een Russisch meisje voor ze naar Duitsland wordt gebracht, 1943.
Hitler in de Tweede Wereldoorlog
Dossier Tweede Wereldoorlog Bekijk dossier

Waarom nu?

Rusland heeft sinds het Oekraïne is binnengevallen duizenden kinderen meegenomen. Volgens de Russen worden de Oekraïense kinderen goed verzorgd en kunnen ze worden geadopteerd. Maar het Internationaal Strafhof ziet het als een oorlogsmisdaad. Het heeft president Poetin aangeklaagd voor onwettig transport en deportatie van de kinderen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog roven de nazi’s blonde, blauwogige kinderen vooral in Oost-Europa. Want die moeten het Arische ras versterken. Als families na de oorlog naar de kinderen op zoek gaan, stuiten ze op een muur van onwil.

Alodia Witaszek krijgt eind 1943, enkele maanden voor haar zesde verjaardag, een nieuwe voor- en achternaam. En niemand kan dat voorkomen. De Duitsers hebben vader Franciszek, arts en onderzoeker aan de universiteit van Poznan, opgehangen vanwege zijn rol in het Poolse verzet. Moeder Halina voert een doodsstrijd in Auschwitz. Hun dochtertje daarentegen is door Heinrich Himmler uitverkoren. Vijf jaar eerder, daags voor de Kristallnacht in 1938, heeft de Reichsführer tegenover een gehoor van SS’ers zijn voornemen al eens heel stellig verkondigd: ‘Ik ben van plan het Germaanse bloed in de hele wereld op te halen, te roven en te stelen waar ik maar kan.’ En Himmler houdt woord.

Meer lezen over de Tweede Wereldoorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

De blonde, blauwogige Alodia is, zo krijgt ze te horen, een geschenk voor de Führer. De kleuter heeft dan al medische keuringen ondergaan die uitwijzen dat ze een aanwinst voor het Arische ras mag heten. Ze wordt in de loop van 1943 overgebracht naar een kamp in Litzmannstadt (Lodz). 

Vervolgens wacht haar een gang langs tehuizen in Polen en Duitsland, waar de harde hand regeert, waar ze Duits leert spreken, lezen, schrijven en zingen. Ze dient Duitse sprookjes in het hoofd te stampen. En, o wee, als ze nog één woord Pools durft uit te kramen. Stok en zweep liggen klaar, zo deelt zij later in haar herinneringen. Haar identiteit en naam verdwijnen. Ze heet voortaan Alice Wittke. Voor haar ruim anderhalf jaar jongere zus, eveneens meegenomen als een geschenk voor Hitler, geldt hetzelfde: Daria Witaszek wordt Dora Wittke.

De zusjes Alodia en Daria worden door de nazi’s meegenomen, maar  na de oorlog met hun moeder herenigd. Foto: Museum van de Tweede  Wereldoorlog, Gdansk
De zusjes Alodia en Daria worden door de nazi’s meegenomen, maar na de oorlog met hun moeder herenigd. Foto: Museum van de Tweede Wereldoorlog, Gdansk.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Wanneer ze enkele maanden en tehuizen verder zijn, krijgen de meisjes te horen dat hun beide ouders niet meer leven. Führergetrouwe pleeggezinnen in Duitsland en Oostenrijk staan voor hen in de rij.

Op 24 april 1944 haalt een kleine, donkerharige vrouw Alice op. Ze neemt haar mee naar Stendal, ten noorden van Maagdenburg. De nieuwe moeder heet Luise Dahl. Ze kan gezelschap gebruiken. Kinderen heeft ze niet. Haar echtgenoot Wilhelm dient de Wehrmacht in Frankrijk, waar hij later krijgsgevangen zal worden gemaakt.   

Ook Dora is van harte welkom in huize Dahl. Lebensborn, de organisatie die de tehuizen voor buitenlandse kinderen beheert, heeft de pleegmoeder voorgehouden dat de ouders van de zusjes Wittke zijn omgekomen bij geallieerde bombardementen. Luise wil de meisjes samen laten opgroeien. Maar Lebensborn brengt Dora elders onder. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat de twee hun verleden vergeten, en dus ook elkaar.

Als Wilhelm Dahl na de oorlog uit krijgsgevangenschap terugkeert naar Stendal besluiten Luise en hij om hun pleegdochter officieel te adopteren. Het dan 8-jarige meisje krijgt in 1946 opnieuw een andere naam: Alice Luise Dahl. Ze is dan inderdaad van Polen weggedreven en voelt zich gelukkig bij haar nieuwe ouders, haar al even warme opa en oma, en op school.

Alice/Alodia weet niet dat haar biologische moeder intussen is teruggekeerd in het bevrijde Poznan. Volgens Lebensborn mag ze dood zijn, maar Halina Witaszek heeft Auschwitz, een dodenmars en concentratiekamp Ravensbrück overleefd. Ze gaat wanhopig op zoek naar haar twee kinderen die, naar ze van de buren hoort, door de nazi’s zijn meegenomen.

Lebensborn in Nijmegen

Ook Nederland kende een vestiging van Lebensborn, die alleen was bestemd als kraamkliniek. SS-Hauptsturmführer Karl Herfurth sommeerde de jezuïeten daarvoor hun Collegium Berchmanianum aan de Houtlaan in Nijmegen te ontruimen. ‘Heim Gelderland’ zou op 1 februari 1944 in gebruik worden genomen. Maar gesteggel tussen de verantwoordelijken zorgde ervoor dat de opening voortdurend werd uitgesteld en uiteindelijk niet meer doorging omdat de geallieerden in september 1944 Nijmegen veroverden.
In andere West-Europese landen bestierde Lebensborn eveneens kraamklinieken, waar onder meer kinderen van Duitse militairen ter wereld kwamen. Die werden in het ene land (Noorwegen) vaker dan in het andere voor Eindeutschung naar Duitsland overgebracht.

Van straat geplukt

Halina’s dochters behoren tot de tienduizenden Oost-Europese kinderen die uit hun geboorteland worden geroofd. De Duitsers halen ze weg uit Oekraïne en Wit-Rusland, uit delen van Tsjechoslowakije en Slovenië, maar bovenal uit Polen. Ze worden van de straat geplukt, uit weeshuizen gehaald of onder moeders schort vandaan gerukt.

Ze ondergaan keuringen en metingen. Daarbij gaat het niet alleen om blonde haren en blauwe ogen, om de juiste vorm van de neus of de stand van de oren. De kinderen moeten aan een lange reeks van eisen voldoen voor ze een aanwinst voor het Arische ras heten. Artsen voeren, als dat gezien de leeftijd kan, psychologische testen uit om vast te stellen of ze geschikt zijn voor de nieuwe disciplinering.

In hun Generalplan Ost, en niet alleen daarin, hebben Himmler en de zijnen er geen enkel misverstand over laten bestaan. Ze willen de Slavische volkeren decimeren. De Untermenschen moeten plaats maken voor het Herrenvolk, dat groter en grootser zal worden. Polen, waar Hitlers troepen op 1 september 1939 de Tweede Wereldoorlog beginnen, is ook wat de germanisering betreft het eerst aan de beurt. Reichsführer Himmler ziet streng toe op de naleving. Op 16 september 1942 zal hij zijn SS-officieren nog eens aansporen oog te houden voor de Arische aanwas. ‘Het goede bloed is alleen voor Duitsland, het mag niet naar de vijand gaan. Dan kan het beter worden vernietigd.’

Untermenschen moeten plaats maken voor het Herrenvolk

Het Rasse und Siedlungs Hauptambt (RuSHA) adviseert hem de allerkleinsten, die alleen nog maar wat brabbelen, meteen in pleeggezinnen te plaatsen. Twee- tot zesjarigen kunnen voor zo’n plaatsing worden klaargestoomd – precies wat met Alodia en Daria gebeurt. Voor oudere kinderen is er een plek in Duitse internaten. Vanaf het tiende levensjaar slinkt sowieso de kans op een succesvolle Eindeutschung, aldus het RuSHA. Maar de kinderen blijven nog altijd interessant voor de Hitlerjugend of voor de Bund Deutscher Mädel. Heeft veldmaarschalk Wilhelm Keitel bovendien niet aan Hitler geschreven dat het geboortecijfer tekortschiet? Dat er meer Duitsers nodig zijn om oorlog en bezetting op lange termijn vol te houden?

De Duitse politie voert kinderen weg uit bezet Joegoslavië. Een deel van hen wordt overgenomen door Lebensborn, circa 1941.
De Duitse politie voert kinderen weg uit bezet Joegoslavië. Een deel van hen wordt overgenomen door Lebensborn, circa 1941. Bron: Getty Images.

Het door Himmler in 1935 opgerichte Lebensborn, aanvankelijk een organisatie van kraamklinieken waar raszuivere kinderen van onder meer SS-manschappen ter wereld moeten komen, vervult een belangrijke rol bij de Eindeutschung. De organisatie beschikt over tehuizen in Duitsland zelf, maar ook in de veroverde gebieden.

Lebensborn verschaft onderdak, helpt bij de scholing en verzorgt de administratie van het germaniseringsproces. Als tegen het einde van de oorlog de geallieerden oprukken, weten medewerkers van het hoofdkantoor in Steinhöring, nabij het platgebombardeerde München, een fors deel van de dossiers te vernietigen. Veel naamsveranderingen gaan letterlijk in vlammen op.

Lebensborn vernietigt een fors deel van de dossiers

Dat zal de opsporing van geroofde kinderen ernstig bemoeilijken. Het zorgt bovendien voor blijvende onduidelijkheid over de aantallen. Duitse historici noemen in hun onderzoeken een getal van 50.000 gegermaniseerde kinderen, waarvan zeker 20.000 uit Polen. De collega’s in Warschau houden het al decennialang op het tienvoudige, minstens 200.000. Beide kampen zijn het er wel over eens dat na de oorlog slechts 15 tot 20 procent naar het geboorteland is teruggekeerd.

Het overgrote deel blijft in Duitsland achter. Als de kinderen van toen nog in leven zijn, dan wandelen ze vandaag de dag als Duitsers op leeftijd door de straten van pak ’m beet Berlijn, Frankfurt, Hamburg en Düsseldorf. Afhankelijk van de kennis en openhartigheid van pleegouders kennen ze hun geschiedenis of zijn ze deels dan wel ten volle onwetend.

Ongeïnteresseerd

Bij de opsporing van de geroofde kinderen zijn verschillende instanties betrokken. Naast de United Nations Relief and Rehabilitation Administration (UNRRA) spelen het internationale en Poolse Rode Kruis en de regering in Warschau een belangrijke rol. Zij krijgen te maken met de geallieerden, die het overwonnen Duitsland in vier sectoren hebben opgedeeld en in hun deel de baas spelen.

De Russen laten internationale organisaties slechts sporadisch toe. Amerikanen, Engelsen en Fransen werken weliswaar mee, maar de kinderroof staat niet hoog op hun prioriteitenlijst. Sterker nog, volgens de belangrijkste Poolse onderzoeker Roman Hrabar kieperen ongeïnteresseerde Amerikaanse militairen zelfs een lading Lebensborn-dossiers in de rivier de Inn.

SS’er Ulrich Greifelt staat terecht in Neurenberg, 1946.
SS’er Ulrich Greifelt staat terecht in Neurenberg, 1946. Bron: Getty Images.

Proces in Neurenberg

In 1947-1948 diende voor een Amerikaanse militaire rechtbank in Neurenberg de zogenoemde RuSHA-zaak, waarvan de kinderroof deel uitmaakte. De veertien verdachten werden misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en lidmaatschap van een criminele organisatie (de SS) ten laste gelegd.

De zwaarste straf was voor SS-Obergruppenführer Ulrich Greifelt. Hij was tijdens de germanisering van veroverde gebieden naaste medewerker van Himmler, die zelf op 23 mei 1945 zelfmoord pleegde. Greifelt kreeg levenslang en overleed in 1949 in de gevangenis.
Inge Viermetz, de enige vrouwelijke verdachte, die alleen terechtstond voor haar rol binnen Lebensborn, werd vrijgesproken. De Amerikaanse rechter zag Lebensborn namelijk als een liefdadigheidsorganisatie, die opgezadeld werd met geroofde kinderen. Dat laatste oordeel zou later, ook van Duitse zijde, hevig worden bekritiseerd.

Al in de eerste kilte van de Koude Oorlog bevriest langzaam maar zeker ook de opsporing. Jozef Stalin acht vrede met het kapitalisme onmogelijk. Aan de andere kant begint Winston Churchill, inmiddels premier af, over een IJzeren Gordijn. In februari 1948 nemen communisten de macht over in Praag, later dat jaar volgt de Russische blokkade van Berlijn.

De Amerikanen en hun bondgenoten voelen er dan niets meer voor om ook maar iemand terug te sturen naar een land waar Moskou zich opdringt. Het maakt de Polen woedend. Zij zien de geallieerde boodschap dat kinderen beter definitief bij hun pleegouders kunnen blijven als een voortzetting van de nazipolitiek.

Lebensbornkliniek ziet toe op raszuiverheid van kinderen, 1943.
Lebensbornkliniek ziet toe op raszuiverheid van kinderen, 1943. Bron: Bundesarchiv.

Wanneer in 1950 de internationale hulp bij de opsporing opdroogt, is Halina Witaszek al lang in actie gekomen. Ze heeft een oude foto van Alodia en Daria naar verschillende instanties gestuurd. Dat leidt tot niets. Maar als ze in augustus 1947 de Poolse jurist Hrabar persoonlijk benadert, komt die erachter dat de dossiers van beide kinderen niet in vlammen zijn opgegaan en ook niet in de rivier zijn gegooid. Hrabar slaagt er als eerste in om het spoor naar Alodia in Stendal te volgen.

Voor Luise en Wilhelm Dahl stort een wereld in als ze in een brief lezen dat ze de ouders zijn van een uit Polen geroofd kind. Ze hadden geen vermoeden. Het echtpaar legt zich al gauw bij het onvermijdelijke neer. En dus wordt Alice weer Alodia en keert ze begin november 1947, twee maanden voor haar tiende verjaardag, terug naar het haar inmiddels vreemde Poznan.

Luise en Wilhelm ontdekken dat ze een geroofd kind hebben

Korte tijd later arriveert daar ook Daria, dankzij de inzet van Hrabar. Ze heeft in een pleeggezin gezeten in het Oostenrijkse dorp Weitra, bijna aangedrukt tegen de Tsjecho-Slowaakse grens. Het is wennen voor de beide meisjes, ze moeten opnieuw beginnen.
Herinneringen keren na verloop van tijd terug, maar aanvankelijk zien ze moeder Halina – fysiek getekend door het kamp – als een vreemde. Ze zijn de Poolse taal verleerd en worden op school uitgemaakt voor Duitse varkens. Voor hen, voor zoveel geroofde en teruggekeerde kinderen, zal de oorlog nog jaren duren. Ze hebben meerdere keren hun identiteit verloren. Waar horen ze thuis? En bij wie?  

Daria’s pleegouders keren niet meer terug in haar leven. Dat geldt voor de meeste kinderen. Ze zijn ook lang niet allemaal in een warm nest terechtgekomen. In Alodia’s geval is er een zeldzaam happy end als haar beide moeders – zo blijft ze Halina en Luise zien – elkaar ontmoeten. Vanaf haar achttiende zal Alodia zelf nog vaak naar Stendal reizen, later ook met echtgenoot en kinderen. Daar heet ze dan weer even Alice.

Meer weten:

  • Als wäre ich allein auf der Welt (2020) is een bundeling van essays en interviews over de kinderroof.
  • ‘Alodia, du bist jetzt Alice!’ (2019) door Reiner Engelmann vertelt het verhaal van de geroofde kinderen aan de hand van het gezin Witaszek.
  • Kinder im Krieg. Krieg gegen Kinder (1981) door Roman Hrabar, Zofia Tokarz en Jacek E. Wilczur belicht de kinderroof vanuit Pools perspectief.

Openingsafbeelding: Een SS-arts controleert een Russisch meisje voor ze naar Duitsland wordt gebracht, 1943. Bron: ANP/Süddeutsche Zeitung Photo

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 1 - 2024