Het Vaticaan wil grip krijgen op het groeiende aantal wonderen en Mariawaarnemingen. In de negentiende en twintigste eeuw werden bisschoppen overspoeld door golven van Mariaverschijningen. Zieners kopieerden elkaars verhalen en kondigden hun volgende Mariaverschijning aan.
Mariaverschijningen zijn geen dogma voor de katholieke kerk: christenen mogen erin geloven, maar het is niet verplicht. Als een ziener een Mariaverschijning meldt, kunnen lokale bisschoppen de ‘bovennatuurlijkheid’ van die gebeurtenis onderzoeken. Zo wil de Kerk uitsluiten dat het om gezichtsbedrog, oplichterij of ‘demonische invloeden’ gaat.
Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
In de twintigste eeuw werden er wereldwijd 386 Mariaverschijningen gemeld. Daarvan werden er slechts acht als ‘bovennatuurlijk’ bestempeld. Het Vaticaan liet de beoordeling vaak over aan lokale bisschoppen, maar wil nu een actievere rol en een hogere reactiesnelheid. In plaats van een tijdrovend oordeel over de authenticiteit van een verschijning, beslist de bisschop voortaan in samenspraak met het Dicasterie voor de Geloofsleer hoe er moeten worden omgesprongen met het religieus enthousiasme rond een Mariaverschijning.
Gelovigen konden Mariaverschijningen bijwonen
De eerste Mariaverschijningen werden al in de vierde eeuw gerapporteerd, zegt Tine Van Osselaer, professor in de geschiedenis van devotie aan de Universiteit Antwerpen. Vaak ging het om privé-episoden in het leven van een heilige. ‘Maar in de negentiende eeuw veranderde het profiel van de waarnemingen,’ vertelt ze. ‘Ze werden publiek en serieel.’
De negentiende en twintigste eeuw waren piekperiodes in de Mariaverering. ‘Er kwam een wildgroei aan Mariaverschijningen; de golf verschijningen die in de jaren dertig over België spoelde werd zelfs een epidemie genoemd.’ Dankzij de opkomst van kranten konden zieners een steeds groter publiek bereiken.. Journalisten brachten intensief verslag uit van wat ze zagen en hoorden. ‘Zo meldde een vrouw dat Maria haar had verteld dat ze zich over twee dagen opnieuw zou tonen. Geïnteresseerden konden die gebeurtenis bijwonen; ze konden de Heilige Maagd zelf niet zien, maar konden de Mariaverschijning aflezen van het gezicht en het extatische lichaam van de ziener.’
Gelovigen konden de Mariaverschijning aflezen aan het gezicht van de ziener
Vaak hadden de zieners een boeren- of arbeidersachtergrond. ‘Als een jonge herderin zoals Bernadette Soubirous – de zienster van Lourdes – Maria zag, droeg haar achtergrond bij aan de geloofwaardigheid van de verschijning. Het paste bij het ideaalbeeld van een landelijk tienermeisje dat nog puur was.’ Maar die bescheiden afkomst maakte ook achterdochtig. ‘Mensen waren bang dat sommige zieners een Mariaverschijning verzonnen om aandacht te krijgen en hun sociale status te verheffen.’ Zieners moesten daarom veel twijfel overwinnen. ‘De eerste kritische fase was het overtuigen van je eigen familieleden en dorpsbewoners. Pas als dat lukte, kon je de aandacht van de pers trekken.’
Zieners kopieerden elkaar
Vanaf de negentiende eeuw werd de boodschap die Maria tijdens een verschijning verkondigde steeds belangrijker. ‘Dat ging bijvoorbeeld over de noodzaak van boetedoening of de bevestiging van bepaalde doctrines. Maar in de oorlogsjaren waarschuwde Maria soms ook voor een vijand die zou aanvallen, en liet ze weten dat zij het volk zou beschermen.’
De groeiende populariteit van de Mariaverschijningen was een dilemma voor de katholieke kerk. ‘Het zorgde voor meer religieus enthousiasme, maar bisschoppen waren ook bang voor hevige reacties als ze een verschijning zouden afkeuren.’ Wanneer de kerkelijke overheid een verschijning erkende, werd deze nog veel populairder. ‘Een kerkelijk fiat gaf een extra stimulans aan de devotie. Na de erkenning van Lourdes, waar Maria in een grot verscheen, en de latere heiligverklaring van Bernadette Soubirous, werden in België overal imitatiegrotten opgericht.’
Met nieuwe normen wil het Vaticaan die imitatie nu aan banden leggen. ‘Een van de nieuwe criteria gaat over originaliteit. Een Mariaverschijning moet ”onvoorspelbaar” zijn om het stempel “bovennatuurlijk” te krijgen.’ Met sociale media gaat de verspreiding van Mariawaarnemingen tegenwoordig bovendien nog sneller dan in de twintigste eeuw, zegt Van Osselaer. Daarom wil het Vaticaan zo snel mogelijk kunnen reageren.