In 1986 opende de jonge, zongebruinde politicus Jörg Haider een frontale aanval op de culturele en politieke elite van Oostenrijk. Hij verweet hun dat ze bleven wijzen op het naziverleden van het land. Het moest maar eens afgelopen zijn met die zelfbevlekking.
Op 11 oktober 2008, even na middernacht, stapte de gouverneur van de Oostenrijkse provincie Karinthië in zijn fraaie Volkswagen Phaeton. Hij had die avond allerlei festiviteiten in de Karinthische hoofdstad Klagenfurt bijgewoond en wilde ondanks de laaghangende mist en de inname van behoorlijk wat alcoholische consumpties snel naar huis. Hij trapte het gaspedaal flink in tot hij een snelheid van 140 kilometer per uur haalde. Even buiten de bebouwde kom verloor hij de macht over het stuur, raakte een brandkraan om vervolgens hard op een betonnen muur te botsen. Al snel was een ambulance ter plaatse, maar het mocht niet meer baten. Zo kwam na 58 jaar een einde aan het leven van Jörg Haider, de misschien wel invloedrijkste Oostenrijker sinds Adolf Hitler.
Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Die invloed was niet zozeer gebaseerd op zijn machtspositie – verder dan tot het gouverneurschap van Karinthië heeft hij het niet geschopt –, maar op de nieuwe politieke stijl en retoriek die hij als leider van de Freiheitliche Partei Österreichs (FPÖ) had geïntroduceerd. Deze zou ook buiten Oostenrijk zo veel navolging krijgen dat de Oostenrijkse politicologe Ruth Wodak zelfs van een ‘Haiderization of Europe’ spreekt. Hoewel het populisme van Haider aparte Oostenrijkse wortels had, bleek het ook buiten Oostenrijk bijzonder bruikbaar te zijn. Om dit te begrijpen moeten we terug naar 1986, ‘het jaar dat Oostenrijk veranderde’, zoals de titel van een populair boek luidde.
‘Wij Oostenrijkers kiezen wie we willen’
In dat jaar koos een kleine meerderheid van de Oostenrijkers Kurt Waldheim als president. Met zijn verleden als minister van Buitenlandse Zaken en secretaris-generaal van de Verenigde Naties leek de 67-jarige diplomaat op het eerste gezicht een zeer geschikte kandidaat om deze vooral representatieve functie te vervullen. Maar in de maanden voorafgaand aan de verkiezingen waren ook minder fraaie feiten over ’s mans verleden naar boven gekomen. Zo was hij in de jaren dertig lid geweest van de Sturmabteilung en van een nationaal-socialistische studentenvereniging. Verder had hij als officier gediend in de Wehrmacht-eenheid van de beruchte oorlogsmisdadiger Alexander Löhr. Waldheim was zich van geen kwaad bewust; hij had net als honderdduizenden Oostenrijkers zijn plicht gedaan. Verbolgen over alle internationale verontwaardiging begon hij zelfs te zinspelen op een doelbewuste door het Joodse Wereldcongres aangestuurde campagne tegen zijn persoon én tegen Oostenrijk. ‘Wij Oostenrijkers kiezen wie we willen,’ luidde de nieuwe campagne-slogan. Die slogan bleek goed aan te slaan: veel Oostenrijkers bleken meer moeite te hebben met de internationale bemoeienis dan met een president met een dubieus verleden.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Kritische zelfanalyse
Daardoor zaten ze opgezadeld met een alom gemeden president en werden ze collectief in het verdachtenbankje geplaatst. Anders dan de Bondsrepubliek Duitsland zou Oostenrijk het eigen foute naziverleden nooit onder ogen hebben gezien, zo heette het in veel internationale media. Ondanks de massale steun ten tijde van de Anschluss bij Duitsland in 1938 beschouwde Oostenrijk zichzelf vooral als het eerste slachtoffer van de nationaal-socialistische expansiedrift. Dat Hitler bepaald niet de enige hooggeplaatste Oostenrijker in het Derde Rijk was, hadden de inwoners van het Alpenland vakkundig verdoezeld.
Ook voor de Oostenrijkse culturele elite in Wenen was de verkiezing van Waldheim aanzet tot een golf van kritische zelfanalyse. Er was iets fundamenteel mis met de Oostenrijkers, zo luidde het strenge oordeel dat vooral in de Weense debatcentra, literaire salons en redactielokalen werd geveld. Schrijvers als Thomas Bernhard en Elfriede Jelinek gaven zich over aan een literaire afrekening met hun landgenoten, die in het buitenland met gejuich werd ontvangen maar de sfeer in eigen land niet ten goede kwam.
‘6,5 miljoen debielen’‘Wij Oostenrijkers kiezen wie we willen’
In 1988 kreeg de gerenommeerde Oostenrijkse toneelschrijver Thomas Bernhard de opdracht om een toneelstuk te schrijven naar aanleiding van de 50-jarige herdenking van de opname van Oostenrijk in het Derde Rijk (de Anschluss). Bernhard schreef het toneelstuk Heldenplatz, genoemd naar het Weense plein waar Hitler vanaf het balkon tegenover een uitzinnige menigte van 200.000 Oostenrijkers de Anschluss bekendmaakte. Het toneelstuk liet zich lezen als een afrekening met het Oostenrijkse naziverleden en als felle kritiek op de naoorlogse verdringing en de heropleving van het nationalisme. De met de FPÖ sympathiserende Kronen Zeitung publiceerde nog voor de première delen uit het stuk onder de titel ‘Österreich, 6,5 Millionen Debile’ en meldde fijntjes dat de belastingbetaler voor deze ‘Österreich-Besudelung’ mocht opdraaien. Veel Oostenrijkers waren woedend, onder wie Kurt Waldheim die Heldenplatz een belediging van het Oostenrijkse volk noemde. Opvoeringen van het stuk gingen gepaard met felle demonstraties, waarbij Bernhard zelfs een keer fysiek werd aangevallen. De al langer met zijn gezondheid kwakkelende Bernhard verdroeg alle kritiek en bedreigingen slecht. In februari 1989 stierf hij aan een hartaanval. In zijn testament had hij laten opnemen dat geen van zijn toneelstukken tot vijftig jaar na zijn dood op Oostenrijkse bodem mocht worden opgevoerd.
In hetzelfde jaar koos de FPÖ Jörg Haider als nieuwe voorzitter. Tot dan was de FPÖ een wat curieuze verzameling van verdwaalde liberalen, alte Kameraden uit de nazitijd en leden van allerlei nationalistische studentenverenigingen die voor een Groot-Duitsland pleitten. Met gemiddeld rond de 5 procent van de stemmen bleef de partij ver achter bij de grote twee: de sociaal-democratische SPÖ en de conservatieve ÖVP. Geïnspireerd door de Waldheim-affaire opende Haider als jonge, mediagenieke, zongebruinde advocaat een frontale aanval op de culturele en politieke elite van het land. De poging van veel Oostenrijkse schrijvers en intellectuelen om het verleden onder ogen te komen bleek koren op zijn molen. Hij verweet de Weense culturele elite dat zij het eigen nest bevuilde om een wit voetje in het buitenland te halen. In plaats van hun eigen land in bescherming te nemen, deden ze er een schepje bovenop door de Oostenrijkers als foute huichelaars te stigmatiseren. Behendig wist Haider deze elite nog eens te provoceren met vergoelijkende opmerkingen over het Derde Rijk. De verontwaardiging die dat opriep wist hij in zijn eigen voordeel uit te leggen: je mocht in dit land ook niets meer zeggen!
Daarnaast uitte Haider scherpe kritiek op de politieke elite van Oostenrijk. Sinds jaar en dag deelden de twee grote partijen, de SPÖ en de conservatieve ÖVP, de lakens uit op basis van het zogeheten Proporz-System. Concreet betekende dit dat zij vrijwel alle functies die van belang waren onder elkaar verdeelden. Het gevolg was niet alleen een bijzonder hoog percentage aan partijleden, maar ook een star politiek systeem, dat vatbaar was voor verwijten van corruptie en vriendjespolitiek.
Boulevardkrant
Zo bood de Oostenrijkse context Haider tal van aanknopingspunten voor een klassiek populistisch verhaal van een gewoon, eerlijk volk dat zich buitengesloten weet door een politieke elite en vernederd wordt door een culturele elite. Hij voegde daar een belangrijk ingrediënt aan toe, namelijk de toenemende zorgen over immigratie en Überfremdung. Vooral na de val van de Muur en het begin van de oorlog in voormalig Joegoslavië was er een grote toestroom aan immigranten en vluchtelingen in Oostenrijk. Waar kwamen die mensen ineens vandaan? Was de elite misschien bezig om de door haar gehate bevolking te vervangen door nieuwkomers? Haider stelde alleen maar vragen, dat mocht toch? In 1993 voerde hij met de leus Österreich zuerst een campagne om een referendum af te dwingen over de immigratie.
Die campagne had geen succes, maar met zijn moderne, bijna hippe verkiezingscampagnes en met steun van de grootste boulevardkrant van Oostenrijk, de Kronen Zeitung, veroverde Haider iedere verkiezing wel een groter deel van het Oostenrijkse electoraat. Net als bij Waldheim leek internationale kritiek op zijn stijl en standpunten Haider alleen maar groter te maken. Zowel in lieflijke Alpendorpjes als in de arbeidersbuurten van Rotes Wien hadden de kiezers lak aan alle vermaningen en stemden zij massaal op de man die beweerde dat hij durfde te zeggen wat zij dachten. In 1999 was het aantal stemmen inmiddels gegroeid tot 27 procent van de stemmen en kwam de vraag op of de FPÖ nog langer als regeringspartner kon worden genegeerd.
In 1999 kreeg de FPÖ 27 procent van de stemmen
Wolfgang Schüssel, leider van de ÖVP, durfde de gok wel aan en vormde een coalitie met de FPÖ, zij het zonder Haider, die inmiddels gouverneur van Karinthië was geworden.
De regeringsdeelname van de FPÖ leidde wederom in de internationale publieke opinie tot een storm van protest. De Europese Unie kondigde sancties aan en in Nederland riepen verschillende politici koningin Beatrix op haar wintersportvakantie in het Oostenrijkse Lech te annuleren.
Maar dit keer slaagde de FPÖ er niet in te profiteren van de internationale ophef. De door Haider afgevaardigde bewindslieden bleken niet berekend voor hun taak, er klonk gemor in de partij over de vele concessies die waren gedaan en Haider legde vanuit Klagenfurt de regering het vuur aan de schenen. De coalitie kwam ten val en bij nieuwe parlementsverkiezingen verloor de FPÖ voor het eerst sinds 1986 flink wat stemmen.
Er ontstonden conflicten binnen de partij, die in 2005 leidden tot een partijsplitsing. Met enkele getrouwen richtte Haider de partij Bundnis Zukunft Österreichs op, terwijl de FPÖ verder ging onder leiding van Heinz Christian Strache. Maar geen van beide partijen wist de tijden van weleer te laten herleven. Op het moment dat Haider op 11 oktober 2008 met zijn Volkswagen Phaeton verongelukte, leek het door hem geïntroduceerde austropopulisme over zijn hoogtepunt heen.
Stemmenverlies na ‘Ibizagate’
Na het vertrek van Jörg Haider koos de FPÖ de 35 jaar oude Heinz-Christian Strache als nieuwe leider. Strache koos voor de oppositie en richtte zich in zijn campagne vooral tegen immigranten en de islam, die in zijn ogen bezig was Europa te veroveren. Die koers legde de partij geen windeieren. Bij iedere verkiezing won de FPÖ stemmen totdat zij in 2017 op het niveau van 1999 was teruggekeerd. Wederom besloot de ÖVP een coalitie met de FPÖ te sluiten onder leiding van het pas 31-jarige conservatieve wonderkind Sebastian Kurz. Als vicekanselier drukte Strache een stevige stempel op de regering.
Ook dit keer liep het niet goed af. In mei 2019 dook een geheime video op van een gesprek dat Strache en zijn partijgenoot Johann Gudenus op het Spaanse vakantie-eiland Ibiza hadden met een vrouw die zich voordeed als de nicht van een Russische oligarch. Strache en Gudenus deden daarin beloftes over overheidscontracten, in ruil voor financiële en publicitaire steun. Hoewel het gesprek plaatsvond voor de regeringsdeelname van de FPÖ, zag Strache zich gedwongen om af te treden vanwege ‘Ibizagate’. Zijn partijgenoten in de coalitie volgden kort daarna waardoor al na anderhalf jaar een einde kwam aan de ÖVP-FPÖ-coalitie. Bij nieuwe parlementsverkiezingen verloor de FPÖ bijna een derde van haar stemmen. Sindsdien heeft de partij weer plaatsgenomen in de oppositiebanken.
Onthullingen
Zijn tragisch overlijden bracht daarin geen verandering. Sterker nog, in de maanden daarop bladderde het imago van Haider postuum in rap tempo af. De altijd als familieman gestileerde volksheld bleek jarenlang een homoseksueel dubbelleven te hebben geleid. Niet alleen bezocht hij regelmatig homobars, zijn woordvoerder Stefan Petzner verklaarde in een geruchtmakend radio-interview dat hij en Haider een ‘alles omvattende relatie hadden, op alle niveaus’, waarvan ook Haiders echtgenote op de hoogte was: ‘Zij heeft van hem gehouden als vrouw, ik heb op een heel andere manier van hem gehouden en zij begreep dat,’ zei de diep bedroefde Petzner.
Familieman Jörg had een homoseksueel dubbelleven
Ook kwamen er onthullingen over een geheime bankrekening in Liechtenstein, waarop Haider volgens sommige berichten maar liefst 45 miljoen euro verborgen hield. Volgens berichten van het Oostenrijkse weekblad Profil had Haider onder meer geld ontvangen van de Libische leider Muammar Gaddafi en de Iraakse dictator Saddam Hoessein.
Door al deze postume onthullingen is de invloed die Haider bij leven heeft gehad wat ondergesneeuwd geraakt. Hij ontdekte niet alleen dat retoriek over een corrupte ‘weg met ons-elite’ die het eigen volk het liefst wil vervangen door immigranten aansloeg, maar ook dat de weerstand die hij daarbij kreeg deze retoriek alleen maar krachtiger maakte. Kritiek op de stemkeuze van kiezers maakte de eigen boodschap alleen maar sterker. ‘Sie sind gegen Ihn, weil er für Euch is,’ zo vatte Haiders campagneslogan deze handige strategie kort samen. Politici als Geert Wilders, Viktor Orbán, Nigel Farage, Donald Trump, Marine le Pen en Giorgia Meloni hebben er nadien hun voordeel mee gedaan. In de meeste landen weten de gevestigde partijen en de culturele elites nog steeds niet goed hoe zij deze strategie goed kunnen pareren.
Meer weten
- Jörg Haider. Makelaar in ongenoegen (2003) door Tom De Smet.
- 1986: Das Jahr, das Österreich veränderte (2006) door Hubertus Czernin en Barbara Tóth.
- The Haider Phenomenon in Austria (2002) door Ruth Wodak & Anton Pelinka.
Openingsafbeelding: Jörg Haider speecht tijdens een campagne voor de landelijke verkiezingen, 15 december 1995. Bron: ANP.