30 januari 1933, de dag waarop Adolf Hitler tot rijkskanselier werd benoemd door rijkspresident Paul von Hindenburg, is een van de belangrijkste data in de twintigste eeuw, gezien de fatale gevolgen voor Duitsland en de rest van de wereld. De laatste tijd wordt meer aandacht besteed aan de positieve kanten van de Weimarrepubliek: het had allemaal anders kunnen aflopen en Hitlers machtsovername was niet onvermijdelijk, zoals de historicus Patrick Dassen beweert in zijn boek uit 2021 over dit onderwerp. Ondertussen blijft de vraag onbeantwoord waarom het dan toch mis is gegaan.
Deze vraag is niet monocausaal te beantwoorden. Ook in andere landen in Europa waren er autoritaire en fascistische bewegingen en waren dezelfde problemen. Maar in Duitsland kwam een politieke leider aan de macht die korte metten wilde maken met de democratie en het marxisme, en het antisemitisme tot een staatdoctrine verhief, wat vanaf 1941 uitliep op de systematische genocide op 6 miljoen joden, de Holocaust. Is de machtsovername van Hitler niet het gevolg van mankementen van de republiek? Had de republiek nog kans van slagen gehad zonder de doelbewuste ondermijning van de democratie door Hitler en zijn beweging?

Hitler is niet als een natuurramp over Duitsland heen gevallen, maar zijn succes was het gevolg van een groot aantal problemen die zich tijdens de Weimarperiode opstapelden. Zonder het onverwerkte trauma van de Eerste Wereldoorlog is Hitler niet te begrijpen. Zonder het failliete politieke systeem, de angst voor een communistische opstand en de uitzonderlijk diepe economische crisis in de eindfase van de republiek is de electorale doorbraak van de NSDAP in 1930 niet te verklaren.
Brede oppositie tegen de democratie
In brede kring heerste de opvatting dat Duitsland de Eerste Wereldoorlog had kunnen winnen en dat het land verraden was door linkse krachten, die door stakingen de natie een dolkstoot in de rug had gegeven. Deze complottheorie was het resultaat van het onverwerkte trauma van de oorlog en voor de legerleiding een manier om verantwoordelijkheid voor de nederlaag te ontlopen. De geallieerde beschuldiging dat Duitsland als enige schuldig was aan het uitbreken van de oorlog werd samen met de hoge hertelbetalingen en territoriaal verlies door veel Duitsers als uiterst onrechtvaardig ervaren en vroeg om wraak.