Home Dossiers Populisme De populistische Gracchen beloofden gouden bergen

De populistische Gracchen beloofden gouden bergen

  • Gepubliceerd op: 27 februari 2024
  • Laatste update 08 mrt 2024
  • Auteur:
    Afke van der Toolen
  • 11 minuten leestijd
Gaius spreekt het volk toe. Ets door Silvestre David Mirys, 1799.
Populisme: Benito Mussolini houdt een toespraak
Dossier Populisme Bekijk dossier

Waarom nu?

Of het nu gaat over stikstof of migratie, sommige partijen beweren dat ze Europese en internationale wetgeving terzijde kunnen schuiven. Ze treden daarmee in de voetsporen van de eerste Romeinse populares.

Na een mislukte carrière zag Tiberius Gracchus nog maar één uitweg: hij werd volkstribuun. Hij beloofde het volk wat het wilde horen. Of zijn plannen uitvoerbaar waren, deed er niet toe. Het ging hem om de macht. En dat gold ook voor zijn broer en opvolger Gaius.

Rome, in het duister van de nacht. Een paar mannen sjouwen iets langwerpigs naar de oever van de Tiber. Dan: een plons in het water. Zo maakte de zittende macht in 133 v.Chr. een einde aan een dreiging die nu eens niet van buitenaf kwam, maar uit het eigen hart. Niet dat het veel hielp. De man die nu morsdood in de rivier dreef had de bijl al aan de wortels van de republiek gezet.

Meer lezen over de Romeinen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Zijn naam: Tiberius Sempronius Gracchus, 31 jaar oud. Bij leven nogal een durfal. Veelbelovend ook. Behorend tot de nobilitas – het soort Romein dat in de wieg al een mooie carrière voor zich klaar had staan. En dan nu dit smadelijke einde in die nachtelijke rivier.

Deze man, schreef Cicero later, had Rome in tweeën gespleten. Hij was de eerste popularis. De eerste die het morrende volk als politiek kapitaal benutte. Een politicus die de stem van het volk probeerde te winnen om zijn eigen doel te bereiken. Velen zouden zijn voorbeeld volgen, zijn eigen broer voorop.

Bronzen beeld van de Gracchen, gemaakt  door Eugène Guillaume, 1853.
Bronzen beeld van de Gracchen, gemaakt door Eugène Guillaume, 1853.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Volgens Plutarchus, die zijn biografie schreef, waren ‘zijn gezichtsuitdrukking, oogopslag en gebaren kalm en rustig’. Toch zocht deze Gracchus niet de traditionele consensus, maar de confrontatie. En hij schoof de grondwet, toen die hem in de weg zat, gewoon aan de kant.

Hoe was het zover gekomen? In het geval-Gracchus lijken groot en klein zich te hebben samengebald. Wereldpolitiek en gefnuikte ambitie. Een zelfvoldane bestuurlijke kaste en een persoonlijke revanche. Een veelheid aan lijnen, voerend naar dat ene punt: de geboorte van een voor Rome ongekend machtspolitiek fenomeen.

Grote ambities

In 164 v.Chr. baarde Cornelia Africana een jongetje. Het was haar eerste, of in elk geval de eerste die overleefde. Het kind kreeg de naam van zijn vader: Tiberius Sempronius Gracchus. Een klinkende naam, want senior was een aanzienlijk burger die tweemaal consul werd, tweemaal in een zegewagen Rome binnenreed, en de hoogst mogelijke erebaan verwierf, die van censor.

Maar het was de moeder die de grootste rol zou spelen in het grootbrengen van dit kind. Want haar man stierf vroeg – de kleine Tiberius was nog maar 10 jaar – en zij besloot niet te hertrouwen.

Cornelia was de dochter van de legendarische Scipio Africanus, die Rome van de ondergang had gered door Hannibal te verslaan. Ze hield van Griekse literatuur, en nog lang na haar dood roemde men haar superieure briefschrijverschap. Zelfs Cicero was onder de indruk: ‘Ik heb de brieven gelezen van Cornelia, de moeder van de Gracchus-broers; het is duidelijk dat haar zoons niet zozeer door haar moedermelk werden gevoed maar door haar conversatie.’ En Plutarchus noteerde: ‘Ze bracht hen met zoveel zorg groot dat men meende dat zij meer daardoor dan door hun natuurlijke aanleg waren gevormd.’

Cornelia Africana koesterde grote ambities voor de twee jongens. Nu lag voor hen sowieso een vast carrièrepad klaar: de zogeheten cursus honorum die mannelijke leden van de heersende klasse doorliepen; de ‘eervolle reis’ die een gestage klim inhield op de politiek-bestuurlijke ladder. Maar Cornelia verwachtte van haar ‘juwelen’, zoals zij hen noemde, niet zomaar iets groots, maar het allergrootste, naar de illustere voorbeelden van hun grootvader en vader. Al haar opvoedkundige inspanningen waren daarop gericht.

Cornelia, moeder van de Gracchen, met haar kinderen.  Schilderij door Joseph-Benoît Suvée, 1795.
Cornelia, moeder van de Gracchen, met haar kinderen. Schilderij door Joseph-Benoît Suvée, 1795.

Streven naar het grootste en hoogste: het Rome waarin Tiberius Graccchus geboren werd, was ervan doordrenkt. In de voorgaande twee eeuwen was de stadsstaat uitgegroeid tot een rijk dat bijna de hele toen bekende wereld omvatte. Alleen Carthago stond nog overeind – maar ook dat zou niet lang meer duren.

Toen Tiberius Gracchus 15 jaar was, begon Rome de Derde Punische Oorlog tegen deze laatste aartsrivaal, onder bevel van zijn oom, Scipio junior. En drie jaar later, het was inmiddels 146 v.Chr., sloot Tiberius zich bij hem aan. Hier vielen het wereldpolitieke streven van Rome en de ambitieuze opvoeding van de jongeman samen. Want zijn gang naar Carthago, als beginnend officier, was meteen de voorbereiding op zijn politiek-bestuurlijke loopbaan – voordat een Romein aan zijn cursus honorum mocht beginnen, moest hij eerst militaire ervaring opdoen.

Carthago verloor, en werd volledig verwoest. Nu was de Romeinse hegemonie over de Middellandse Zee compleet. En Tiberius Gracchus kon gaan denken aan een toekomst waarin hij de top van de wereld zou beklimmen.

Schandelijke overgave

Maar toen ging het mis. In 137 v.Chr. diende hij als quaestor – het eerste ambt van de cursus honorum – in het huidige Spanje. Daar bood de stad Numantia hardnekkig weerstand, en slaagde er zelfs in om het Romeinse leger te omsingelen. Voor de soldaten zag het er hopeloos uit – tot Tiberius Gracchus, dat lage ambtenaartje, op eigen houtje een verdrag met de vijand sloot. Vrijgeleide voor de soldaten, in ruil voor overgave. ‘Zo redde hij zonder enige twijfel de levens van 20.000 Romeinse burgers,’ tekende Plutarchus later op.

Tiberius kon niet stuk bij de gewone man, maar de senaat was woest

Maar als hij had verwacht dat Rome hem met applaus zou binnenhalen, had hij het mis. Weliswaar kon hij niet meer stuk bij de gewone man, maar de senaat was woest. Ten eerste had een quaestor helemaal geen onderhandelingsbevoegdheid. Ten tweede, en dat was misschien wel het ergst, werd de overgave zelf als schandelijk en diep vernederend ervaren.

Een grote klap voor Tiberius Gracchus. Alle hoop op een voorspoedige politieke klim kon hij nu laten varen. Cicero zag hierin de kiem van alles wat volgde. ‘De impopulariteit die hij hierdoor verwierf en de onwil van de senaat om het verdrag te ratificeren, vervulden Tiberius met wrok en angst, waardoor deze dappere en vooraanstaande man zich genoopt zag los te breken van het gezag van de senaat.’

Cicero spreekt in de senaat. Detail uit een negentiende-eeuws schilderij van Cesare Maccari.

Cicero’s kritiek

De beroemde politicus en redenaar Cicero stelde zich een eeuw na Tiberius Gracchus hevig teweer tegen de machtsbeluste populares van zijn tijd, vooral tegen Julius Caesar. Had Cicero het over Gracchus, dan snapte iedereen wel wie op dat moment zijn eigenlijke mikpunt was. Cicero verpakte zijn boodschap meestal slim. Om zijn eigen relatie met het volk niet te beschadigen, streefde hij naar een delicate balans tussen negatieve waardering van Gracchus’ politieke optreden en positieve woorden over diens persoon. Een voorbeeld: ‘Tiberius Gracchus had zo’n sterk karakter en zoveel spreektalent en waardigheid, dat hij niet onderdeed voor de voortreffelijkheid van zijn vader en zijn grootvader Africanus – behalve dan dat hij de constitutie omverwierp en rebelleerde tegen de senaat.’

De ‘eervolle reis’ van Tiberius Sempronius Gracchus jr. was in oneer verkeerd – en hij verliet het gebaande pad. Het enige wat hij op dat moment over had, was zijn populariteit bij de gewone man. En er was een manier om daar gebruik van te maken: zich verkiesbaar stellen als volkstribuun.

De volkstribunen dienden om het volk te verdedigen tegen al te extreme maatregelen van de elite. Hun macht was niet groot: ze hadden wel vetorecht, maar geen wetgevende bevoegdheid. Wilden ze toch iets voor elkaar krijgen, dan moesten ze eerst steun verwerven in de senaat.

Ontevreden stadsproletariaat

Maar Tiberius Gracchus zou dit drastisch veranderen. Alles wat hij vanaf het moment van zijn verkiezing deed, stond in het teken van een nieuw soort politiek: zich de problematiek van het volk eigen maken, daar een schijnbaar werkbare oplossing voor bedenken, en bij de te verwachten tegenstand alle staatsrechtelijke mitsen en maren opzijschuiven.

De problematiek waar hij zich op wierp was de grote kloof tussen arm en rijk. De expansiepolitiek van Rome bracht enorm veel geld binnen, maar daar profiteerden vooral de rijken van. Die investeerden dat kapitaal in agrarisch grootgrondbezit, en lieten het land bewerken door de slaven die waren meegevoerd uit de veroverde gebieden. De gewone kleine boeren konden die concurrentie vaak niet aan. Een deel van hen trok naar de stad, maar ook daar hadden slaven veel werk overgenomen. Zo ontstond een stadsproletariaat van mensen zonder bezit en zonder perspectief. Ontevreden mensen.

Gaius wordt gedood door een slaaf, die  daarna zelfmoord pleegt. Schilderij door  François Topino-Lebrun, 1792.
Gaius wordt gedood door een slaaf, die daarna zelfmoord pleegt. Schilderij door François Topino-Lebrun, 1792.

Tiberius Gracchus stelde een herverdeling van de landbouwgronden voor, inclusief beperking van het grootgrondbezit. Dan kon het stadsproletariaat weer gaan boeren en was Rome-Stad van die lastige groep verlost. Er zat ook nog een militair voordeel aan: bezitlozen mochten geen soldaat worden, dus hoe meer mannen grond bezaten, hoe beter.

Ondanks dat laatste pluspunt was duidelijk dat hij nooit steun zou krijgen in de senaat. Want die zat juist vol met grootgrondbezitters. Maar Gracchus wílde geen consensus met de senaat. Daarvoor had de kwestie-Numantia te diepe sporen getrokken. Plutarchus zag zijn hele optreden zo: ‘Hij liet zich meer leiden door kwaadheid en eerzucht dan door overwegingen die voortkwamen uit rechtvaardigheid en algemeen belang.’

Alsof hij koning was

Gracchus negeerde de senaat gewoon, deed net alsof hij wél wetgevende bevoegdheid had, en legde zijn wet direct voor aan het volk. En toen een collega-tribuun hierover zijn veto uitsprak – wat hem rechtens toekwam – liet Gracchus hem door datzelfde volk afzetten. Daarmee was zijn eerste staatsrechtelijke overtreding een feit. Een tweede volgde snel: toen de senaat weigerde zijn Akkerwet te financieren, maakte Gracchus zich meester van staatsgelden waarover hij helemaal geen zeggenschap had.

Het kon nog erger. Inmiddels naderde het einde van zijn termijn als volkstribuun, en stelde hij zich nogmaals kandidaat. Dit was een regelrechte constitutionele misdaad. Dit raakte aan de fundamenten van de republiek zelf.

Gracchus Babeuf, ingekleurde ets door 
François Bonneville, 1794.
Gracchus Babeuf, ingekleurde ets door François Bonneville, 1794. Bron: Bridgeman Images.

Een Franse Gracchus

Ruim 1900 jaar nadat Tiberius Gracchus de dood vond, herleefde zijn naam. Dat gebeurde in Frankrijk, tijdens de revolutiejaren 1789-1799. De Franse journalist François-Noël Babeuf liet zijn eigen voornaam vallen en ging voortaan door het leven als Gracchus Babeuf. Hij was namelijk een voorstander van gelijke verdeling van land en inkomen, waarbij hij zich naar eigen zeggen liet inspireren door de Akkerwet van de Gracchus van weleer. De ironie wil echter dat Babeuf zich daarnaast beijverde voor de vorming van een grondwet, terwijl zijn grote voorbeeld juist grote minachting toonde voor die van de Romeinse republiek.

Eeuwen eerder had een aantal vooraanstaande families een einde gemaakt aan de monarchie. De republiek die zij ontwierpen was in feite een bolwerk tegen elke vorm van alleenheerschappij. Daarom verdeelden ze het hoogste ambt over twee gekozen consuls, die elkaars tirannieke neigingen in toom moesten houden. En alle ambten, ook de laagste, mochten maar voor één termijn door dezelfde persoon vervuld worden, die pas na een aantal jaren herkozen mocht worden.

Nu was Gracchus te ver gegaan. In de ogen van veel senatoren stond hij tegen de grondvesten van de republiek te schoppen alsof hij nota bene de nieuwe koning was. Ze móésten hem stoppen. Gracchus voelde de bui al hangen; op verkiezingsdag omringde hij zich met aanhangers die klaarstonden om hem te verdedigen. En inderdaad viel een groep senatoren aan. Gracchus vond hierbij zijn einde, en zijn lichaam werd weggewerkt onder dekking van de nacht. 

Alleen, het was geen einde. De schade was aangericht. Tiberius Gracchus had een reeks precedenten geschapen waarvan de populares na hem gretig gebruikmaakten, zijn negen jaar jongere broer Gaius voorop. Die ging er nog harder in dan zijn voorbeeld. Het wreken van zijn broer speelde een rol, maar volgens Plutarchus was hij sowieso een impulsieve en opvliegende man: ‘Dan ging hij schelden en werden zijn woorden onsamenhangend.’ Zijn manier om de gunst van de stadsproletariërs te winnen was ook grofstoffelijker: hij deelde goedkoop graan uit – een methode die school zou maken bij de populares na hem. De carrière van Gaius ontaarde in rellen en straatgeweld, en hij overleefde zijn derde volkstribunaat niet.

Al snel stond een opvolger klaar. En nog een. En nog een

Maar er stond al snel een opvolger klaar. En nog een. En nog een. De politieke splijting van Rome was definitief. Aan de ene kant stonden de populares, die steeds bedrevener werden in het bespelen van het ontevreden volk, maar weinig deden om dat volk ook echt te helpen. De ontevredenheid van de gewone man was immers hun politieke grondstof. En aan de andere kant de optimates, ‘de besten’, de heersende klasse, de elite. Hadden die de onderliggende problemen aangepakt, dan hadden ze de machtsbasis van de populares kunnen reduceren. Maar dat deden ze niet; ze hadden nu eenmaal te veel voordeel bij de situatie zoals die altijd was geweest.

En waar liep het op uit? Een eeuw van onrust en opstand, van machtsstrijd en revolutie. Een eeuw waarin de republiek steeds verder aan flarden ging. Een eeuw die uitmondde in de machtsgreep van Caesar, de omverwerping van de republiek, en ten slotte de alleenheerschappij van de keizers.

Meer weten

  • Plutarchus. Vier Levens (1995) Vertaald en ingeleid door Fik Meijer en J.A. van Rossum, over het revolutionaire optreden van de Gracchen.
  • Cornelia (2007) door Suzanne Dixon reconstrueert het leven van de moeder van de Gracchen.
  • Die Römische Republik van den Gracchen bis Sulla (2005) door Bernard Linke beschrijft een tijdperk waarin oude politieke waarden werden weggevaagd.

Openingsafbeelding: Gaius spreekt het volk toe. Ets door Silvestre David Mirys, 1799. Bron: Getty Images.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 3 - 2024