Home Dossiers Oudheid Imhotep (27e eeuw v. Chr.)

Imhotep (27e eeuw v. Chr.)

  • Gepubliceerd op: 29 maart 2022
  • Laatste update 17 nov 2023
  • Auteur:
    Afke van der Toolen
  • 10 minuten leestijd
Imhotep (27e eeuw v. Chr.)
Cover van
Dossier Oudheid Bekijk dossier

De Egyptische architect Imhotep maakte in de loop der eeuwen een bijzondere promotie. Hij veranderde van een man in een god. Aan welke grote daden had hij dat te danken?

Ergens in de afgelopen millennia is hij zijn stoel kwijtgeraakt. Nu zit hij op een sokkeltje in zijn vitrine, de benen netjes naast elkaar, op de knieën een open boekrol met de inscriptie ‘Imhotep, zoon van Ptah’. Vriendelijk kijkt hij de bezoeker van het Rijksmuseum van Oudheden aan, een indruk die nog wordt versterkt door de flaporen die wijd uitsteken onder zijn kortgeschoren haar. Een god, maar dan niet een van het woeste of ongenaakbare soort. In het oude Egypte was Imhotep de personificatie van wijsheid en kennis, bovenal kennis van geneeskundige aard. Beeldjes als dit stonden in heiligdommen die speciaal aan Imhotep gewijd waren en die werden aanbeden door mensen die soelaas hoopten te vinden voor hun medische klachten.

Tot zover de god. Want op het bijbehorende informatiekaartje staat iets vermeld dat meer van menselijke dan van religieuze aard is: ‘Imhotep was de architect van de trappenpiramide van koning Djoser (2592-2544 v.Chr.).’ Deze god was ooit een man, een historische persoon die duizenden jaren geleden rondliep in Memphis en Sakkara, die werkte, at en dronk, het stof van zich af spoelde en gaandeweg ouder werd en stierf. Het unieke is dat verder alleen koningen en koninginnen een dergelijke goddelijke status hebben verworven. De vraag is dan: wie was deze man? En hoe komt het dat hij als vanzelfsprekend tussen de andere Egyptische goden in zijn vitrine zit?

Bronzen beeld van Imhotep. Als altijd voorgesteld met een boekrol op schoot, een teken van kennis en wijsheid.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Bevoorrecht leven

Het Egypte van Imhotep was niet dat van latere beroemdheden als Toetanchamon, die 1300 jaar na hem leefde, en Cleopatra, die 2600 jaar later aan de macht was. Hij leefde van circa 2667 tot 2600 voor onze jaartelling, een tijd die grotendeels door stof is bedekt – al is daar de laatste twee eeuwen wel het een en ander onder vandaan gehaald. Zoals een sokkel met een paar voeten erop: restant van een groot standbeeld van farao Djoser. Op die sokkel staat, naast de naam van de koning zelf, die van Imhotep. De hiërogliefen van zijn naam betekenen zoveel als ‘Hij die in vrede komt’.

Voorspoed onder farao Djoser

Djoser, onder wie Imhotep diende, heette eigenlijk anders. In zijn eigen tijd werd hij Netjerichet genoemd; pas later kreeg hij de naam Djoser. Hij was de tweede koning van de derde dynastie, die aan de macht was van 2707 tot 2639 v.Chr. Djoser is vooral bekend van de trappenpiramide die Imhotep voor hem bouwde. Zelf heeft hij zijn grafmonument nooit in voltooide staat kunnen bewonderen, want hij stierf voordat het klaar was. Verder weten we dat hij als eerste de minerale rijkdommen van de Sinaï begon te exploiteren, zoals koper, en dat zijn regeerperiode werd gekenmerkt door voorspoed en politieke stabiliteit. Djoser/Netjerichet heeft ongeveer twintig jaar als farao geregeerd.

Dat hij pal naast de farao op diens sokkel staat, duidt er al op dat hij geen gewone man kan zijn geweest. En dan staan er ook nog een paar indrukwekkende titels bij vermeld, waaronder ‘Zegeldrager van de Koning’ en ‘Plaatsvervanger van de Koning’. Zo doemt in grove trekken een beeld van de mens Imhotep op. Bij leven was hij iemand van bijzonder hoge rang, misschien zelfs een familielid van Djoser. Hij leidde een bevoorrecht leven als hoveling, zich bewegend in de kringen direct rond de vorst.

Het was een voorspoedige tijd, het begin van wat nu het Oude Rijk wordt genoemd. De eerste bloeiperiode van het oude Egypte, gekenmerkt door welvaart en politieke stabiliteit. Echt zo’n tijd waarin monumentale bouwwerken verrijzen, als schitterende getuigen van voorspoed en macht.

De mastaba van Imhotep was het grootste bouwwerk van zijn tijd

Nu was Imhotep als opperpriester ook verantwoordelijk voor de koninklijke monumenten. En precies daaraan heeft hij zijn aardse roem te danken. Want als opperbouwmeester kwam hij met niets minder dan een primeur: de eerste piramide van Egypte. Alle latere exemplaren, de drie emblematische piramides van Gizeh voorop, zijn voortgekomen uit de zogeheten trappenpiramide van Djoser, onder zijn leiding ontworpen en gebouwd. Aan dit bouwwerk heeft de man Imhotep zijn aardse roem te danken.

Nooit vertoond

Als je van Memphis westwaarts rijdt, maken de palmbomen plaats voor levenloos zand. De weg laat de Nijl-vallei achter zich en klimt omhoog naar een uitgestrekt woestijnplateau. Een vrij steile bocht, en dan plotseling zicht op die typische vorm die zich boven het stof verheft. Een piramide, zonder enige twijfel. Maar wel anders dan alle andere. Geen gladde zijden, maar hoekig getrapt, waardoor hij enigszins blokkendoos-achtig aandoet. Een beetje lomp, oneerbiedig gezegd.

Ooit waren deze hardstenen ‘trappen’ mooi afgewerkt met kalksteen. Zachter materiaal, dat ten prooi is gevallen aan de eroderende werking van de tijd, of eenvoudigweg is weggehaald om elders hergebruikt te worden. Maar van het begin af aan had het al die grondvorm, waarnaar de naam ‘trappenpiramide’ verwijst. Een vorm die een opmerkelijk verhaal vertelt: hoe een koninklijke bouwmeester erin slaagde om iets neer te zetten wat nog nooit was vertoond.

Memphis was in die tijd de bestuurlijke hoofdstad; daar bracht Imhotep zijn tijd door aan het hof en verrichtte hij zijn administratieve taken. Maar ook hij moet die weg naar het oosten vaak zijn gegaan. Want daar lag Sakkara, de stad van de vorstelijke doden, hoog en droog bijgezet voor de eeuwigheid. Waar uiteindelijk ook koning Djoser naartoe zou gaan.

Overal stonden beeldjes van hem: sereen op een stoel met een boekrol op schoot

Tot dan toe was elk grafmonument een relatief eenvoudige mastaba, een grote rechthoekige doosvorm, gebouwd van in de zon gedroogde tichels van leem. Zo begon ook Imhotep zijn werk, maar wel meteen al met een eerste technische innovatie: hij liet er natuurstenen blokken voor uithakken, elk niet groter dan een volwassen man kon tillen.

Misschien was het dat sterkere natuursteen dat hem op een volgend idee bracht, of misschien was er de dringende wens om iets werkelijk spectaculairs neer te zetten. Of het was van tweeën één. Hoe dan ook, op zeker moment bouwde Imhotep op die ene traditionele mastaba een tweede, wat kleinere. En dat herhaalde hij nog een paar keer, onderwijl de basis zo verbredend dat de rechthoekige grondvorm vierkanter werd. Uiteindelijk stond er een getrapt bouwwerk van zes op elkaar gestapelde mastaba’s. Een piramide. Het origineelste en meteen ook grootste bouwwerk van die tijd, met een hoogte van ruim 60 meter en een grondoppervlak van 140 bij 118 meter.

Overigens staat de piramide niet op zichzelf. Het grafmonument maakt deel uit van een omvangrijk complex, zowel onder- als bovengronds, inclusief een kopie van Djosers paleis in Memphis. Hier is die sokkel met die koninklijke voeten gevonden, met de inscriptie van Imhoteps naam. Het doet op deze plek aan als een handtekening: Made by Imhotep. Een 46 eeuwen oude getuigenis van zijn grootste prestatie. Voldoende voor eeuwige roem misschien – maar daarmee ben je nog geen god.

Legendarische status

Vlak naast onze Imhotep in zijn Leidse vitrine zit nog een tweede figuurtje, veel kleiner en niet van brons, maar van geglazuurd aardewerk (faience). Toch is het onmiddellijk herkenbaar: ook dit is Imhotep. Hij zit er hetzelfde bij, met als enige verschil dat hij zijn stoel behouden heeft. Er zijn veel van dit soort beeldjes teruggevonden. Ze stammen uit het eerste millennium voor onze jaartelling, toen het rijk zich staande moest houden tegenover nieuw opkomende machten. Het klampte zich vast aan herinneringen aan betere tijden.

Imhoteps naam moet het waard zijn geweest om van generatie op generatie door te gegeven. Ergens tijdens die lange mars door de eeuwen kreeg hij legendarische status, en nog later werd hij in Memphis tot lokale godheid verheven. En ten slotte groeide hij zelfs daarbovenuit: hij werd een landelijke god. In tempeltjes door heel Egypte stonden soortgelijke beeldjes als die twee in de vitrine van het Museum van Oudheden. Allemaal in dezelfde houding, stuk voor stuk sereen op een stoel met een boekrol op schoot.

Een boekrol. Geen piramide. Geen herinnering aan zijn opvallendste prestatie, maar een voorwerp dat verwijst naar kennis en wijsheid. Het roept de vraag op wat Imhotep-de-man nog meer heeft verricht. Was hij een groot geleerde? Een vernieuwer ook op geneeskundig vlak?

Rationele geneeskunde

In 1862 kreeg de Amerikaanse handelaar en avonturier Edwin Smith een oeroude papyrus in handen. Het bleek om een medisch geschrift te gaan, een werk dat nog het meest deed denken aan een pedagogisch handboek voor militaire chirurgie, vervaardigd rond 1600 v.Chr. Op zich bijzonder genoeg, maar later wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat deze zogeheten Edwin Smith-papyrus een kopie is van een nog veel ouder werk. De inhoud zou ergens rond Imhoteps tijd voor het eerst te boek zijn gesteld.

Deze ‘Edwin Smith-papyrus’ uit 1600 v.Chr. beschrijft 48 medische problemen en mogelijke behandelingen.

Dit was reden voor sommigen om aan te nemen dat het daadwerkelijk om een werk van Imhotep zelf gaat. Een meer dan welkome ontdekking: het concrete verband tussen de man en de god, een voorwerp dat kon bewijzen dat Imhotep inderdaad zelf als geneeskundige werkzaam was.

Het mocht niet zo zijn. Later werd aangetoond dat meerdere auteurs hebben meegeschreven aan het oorspronkelijke werk. Maar kan Imhotep dan niet een van de schrijvers zijn geweest? Helaas, daarvoor ontbreekt elk bewijs. Het enige wat kan worden gezegd is dat deze kennis voorhanden was in Imhoteps tijd.

Graf in Sakkara

De oude necropolis Sakkara is wellicht vernoemd naar Sokar, de oud-Egyptische god van de dood. De plaats ligt circa dertig kilometer van de oude hoofdstad Memphis en zo’n veertig kilometer van de huidige hoofdstad Caïro. Vanaf het begin van het Oude Rijk (2707-2216 v.Chr.) was Sakkara langdurig hét grafveld van de farao’s. Behalve koningen werden er ook hogere beambten begraven, onder wie mogelijk Imhotep. Na de trappenpiramide van Djoser zijn er nog zestien andere piramides in Sakkara verrezen. Sommige daarvan staan nog vrij fier overeind, andere zijn niet veel meer dan een hoop verkruimeld steen. Archeologisch onderzoek in deze vorstelijke necropolis duurt tot op de dag van vandaag voort.

Voor die tijd is die werkwijze overigens heel bijzonder, want magie en mystiek maken er geen deel van uit. Het is juist een schoolvoorbeeld van een logische en deductieve benadering van fysiek letsel. En dat tweeduizend jaar vóórdat Hippokrates die richting op ging.

De papyrus beschrijft 48 casussen, voornamelijk hoofd- en ruggengraatverwondingen. Elke casus wordt via een vast stramien van drie stappen ontleed: eerst een gedetailleerde beschrijving van het letsel, dan de diagnose, en tot slot het geneeskundige oordeel, dat hardop moet worden uitgesproken volgens een voorgeschreven formule. Daarbij heeft de arts drie mogelijkheden:

1. Dit is een aandoening die ik kan genezen.

2. Dit is een aandoening die ik wil gaan bestrijden.

3. Dit is een aandoening die ongeneeslijk is.

Daarbij gaat het niet alleen om relatief simpele zaken als het zetten van een gebroken kaak. Ook legt de tekst opmerkelijke verbanden tussen neuraal letsel en de daardoor veroorzaakte verschijnselen. De eenendertigste casus bijvoorbeeld signaleert een dislocatie van nek- en ruggewrichten, die er de oorzaak van is dat de patiënt zijn armen en benen niet meer voelt.

Dit is in de kern het soort rationele geneeskunde dat in onze tijd onderwezen en beoefend wordt. Hoewel het hoogst speculatief is om Imhotep-de-man als arts te zien, heeft dat gegeven onmiskenbaar een ironisch trekje. Want van Imhotep-de-god werd niet dit soort ‘moderne’ heelkunde verwacht, maar juist alleen magie.

Steenbakkers aan het werk. Afbeelding uit de tombe van gouverneur Rekhmire, vijftiende eeuw v.Chr.

Nog eeuwen aanbeden

Daar zit hij, de Leidse Imhotep. Vele plengoffers zijn hem gebracht. Talloze smeekbedes zijn aan zijn geduldige flaporen gericht. Zo’n beeldje was een deur van de godenwereld naar de mensenwereld. Imhotep-de-god bleek een taaie. Toen Alexander de Grote zijn land veroverde, verdween hij niet, maar won hij zelfs aan kracht: de Grieken vereenzelvigden hem met Asklepios, hun eigen god van de geneeskunde. Nog tot in de Romeinse tijd werd hij aanbeden. In een inscriptie in een tempel in Karnak, die ook keizer Tiberius noemt, gaat dat zo: ‘Mannen loven u,/ Vrouwen vereren u,/ Iedereen verheerlijkt uw vriendelijkheid!/ Want u geneest hen,/ U brengt hen weer tot leven.’

Ver weg is het beeld van de man die druk aanwijzingen gaf op zijn bouwplaats, bestoft en bezweet, wellicht boos als iets tegenzat, allicht tevreden als iets wat hij had uitgedacht ook echt werkte, en ongetwijfeld trots toen het hoogste punt van zijn unieke bouwwerk werd bereikt. De man en de god – in werkelijkheid staan ze mijlenver van elkaar.

Meer weten

  • Eeuwig Egypte (2013) door het Allard Pierson Museum geeft een mooi geïllustreerd overzicht van de oud-Egyptische geschiedenis.
  • La Pyramide du Roi Djoser à Saqqarah (2008) door Stan Neumann, over de trappenpiramide. Te vinden op YouTube.
  • Het mooie Westen (2019) van Corina Zuiderduin behandelt de religieuze belevingswereld van de Egyptenaren.

Met dank aan RMO-conservator Daniel Soliman.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 4 - 2022