Op 12 juli marcheren protestanten met oranje bolhoedjes en trommels door de straten van Noord-Ierland. De Oranjemarsen leiden jaarlijks tot spanningen tussen protestanten en katholieken. Door de Brexit en de verkiezingsoverwinning van de Ierse eenheidspartij Sinn Féin zijn die spanningen nog groter dan in voorgaande jaren. Wat vieren de Oranjemannen eigenlijk, en wat hebben ze met het Huis van Oranje?
Met hun parades herdenken de protestanten de overwinning van koning Willem III op de katholieke Jacobus II bij de Slag aan de Boyne op 12 juli 1690. Volgens historicus Luc Panhuysen was die strijd meer dan alleen een gevecht om de Britse troon; het was bovenal een belangrijke veldslag in de Negenjarige Oorlog (1688-1697).
‘Ierland werd in een cruciaal stadium bij die oorlog betrokken,’ vertelt Panhuysen. ‘Koning Willem III voerde samen met andere Europese landen oorlog tegen de Franse Zonnekoning Lodewijk XIV – een strijd tussen het protestantisme en het katholicisme. De protestanten waren getraumatiseerd door de religiestrijd tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) en vreesden dat de katholieken hen zouden proberen uit te roeien. Stadhouder Willem III deelde die vrees. Hij zag Engeland onder zijn schoonvader Jacobus II afglijden naar het katholicisme en was bang dat Lodewijk er een gigantische bondgenoot bij zou krijgen. Willem maakte daarom de oversteek naar Engeland, dat hij bijna zonder slag of stoot wist te veroveren.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Lodewijk XIV greep in en stuurde de gevluchte Jacobus met Franse manschappen naar Ierland. ‘Plotseling dreigde er voor Willem een tweefrontenoorlog in Ierland en op het continent. Hij koos daarom de aanval en voer met zijn troepen van Engeland naar Ierland. Bij de Slag aan de Boyne wist Willem de strijdkrachten van zijn katholieke schoonvader de pas af te snijden en een vernietigende klap toe te brengen.’
Dat vieren protestanten van de Ierse Oranjeorde nog steeds. Panhuysen: ‘Zij grijpen de Slag aan de Boyne aan om de oorlog tussen protestanten en katholieken uit die tijd “vreedzaam” opnieuw uit te vechten. Maar je kunt de problemen van 1690 niet zomaar verplaatsen naar nu.’