Home Hoe een Oekraïens nationalisme ontstond

Hoe een Oekraïens nationalisme ontstond

  • Gepubliceerd op: 3 november 2022
  • Laatste update 22 feb 2024
  • Auteur:
    Rob Hartmans
  • 5 minuten leestijd
Hoe een Oekraïens nationalisme ontstond

President Vladimir Poetin beschouwt Oekraïne als een onderdeel van Rusland, dat hij terug wil. Maar de Oekraïners zien zichzelf als inwoners van een onafhankelijke staat en zijn bereid daar keihard voor te vechten. Een blik op hun geschiedenis maakt duidelijk dat hun nationalisme niet uit de lucht is komen vallen, zo toont Serhi Plokhy aan.

Oekraïne is helemaal geen land! Dat het een nationale identiteit zou hebben is een verzinsel van de corrupte elites die zich hebben uitgeleverd aan het Westen, dat niet respecteert dat een grootmacht als Rusland een bufferzone nodig heeft als bescherming tegen de almaar oprukkende NAVO en EU. Dergelijke opmerkingen hoorde je begin dit jaar niet alleen uit de mond van Poetin en zijn Nederlandse buikspreekpop, maar waren soms ook afkomstig van bedachtzame, zichzelf als progressief beschouwende intellectuelen. Dat Oekraïne in 1991 onafhankelijk was geworden, was volgens deze ‘realisten’ een historische vergissing, en Poetin had in hun ogen zeker ‘een punt’.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Tot stomme verbazing van deze realisten, en vooral tot die van Poetin, bleken de Oekraïners toch bereid hun leven te geven voor de verdediging van hun imaginaire natie. Ook bleken ze heel wat beter in staat oorlog te voeren dan de luid brullende, maar vadsige en amechtige Russische beer.

Toch hadden ze beter kunnen weten, bijvoorbeeld wanneer ze vorig jaar al de geschiedenis van Oekraïne van Serhi Plokhy hadden gelezen. Gelukkig is dit boek van deze aan Harvard docerende Oekraïense historicus nu in het Nederlands vertaald. Hij neemt een lange aanloop en de eerste zeven jaar van de oorlog, die al in 2014 begon, komen ruimschoots aan bod. En die aanloop is allerminst kinderachtig, want Plokhy begint zijn boek 2500 jaar geleden.

De eerste die iets schreef over de volken die de steppen, wouden en bergen ten noorden van de Zwarte Zee bewoonden, was Herodotus. De Scythen die toen op de Krim en het gebied ten noorden daarvan leefden werden al vrij spoedig verdreven door andere volkeren en ook in het anderhalve millennium daarna was het een komen en gaan van volken en stammen. In de tiende eeuw belandden daar de Vikingen, die het land ‘Roes’ noemden. Een van de heersers van het rijk dat zij rond Kyiv stichtten wordt ook gezien als de stichter van het Russische Rijk, dat vanaf het begin van veertiende eeuw vanuit Moskou werd bestuurd. Het is een ingewikkelde geschiedenis, vol religieuze, politieke, culturele, etnische en taalkundige breuklijnen.

Vanaf het einde van de twaalfde eeuw kwam de naam Oekraïne op, wat ‘grensland’ betekent. En inderdaad, op het grondgebied van wat sinds 1991 de staat Oekraïne is liepen eeuwenlang de immer verschuivende grenzen van allerlei grootmachten, zoals Polen, Litouwen en het Russische, Habsburgse en Ottomaanse Rijk. Het gebied werd telkens weer verdeeld tussen deze mogendheden, maar in de verschillende regio’s ontstond toch een eigen identiteit, die zich dikwijls afzette tegen de machthebbers. Vaak was de bevolking vooral op het Westen gericht en invloeden van de Renaissance en de Verlichting werkten zeker door, ongeacht of het gebied nu onderhorig was aan de Ottomaanse sultan of de Russische tsaar, terwijl de eigengereide kozakken zich niets gelegen lieten liggen aan welk centraal gezag dan ook. Vanaf de negentiende eeuw ontwikkelde zich een duidelijk Oekraïens nationalisme, dat pas tegen het eind van de twintigste eeuw in staat was zich te manifesteren in een onafhankelijke staat.

Plokhy beweert nergens dat het onvermijdelijk was dat die staat er kwam, maar laat wel zien dat het vooral het Russische optreden was dat hier sterk toe bijdroeg. De door Stalin georganiseerde hongersnood in de jaren dertig, die 4 miljoen Oekraïners het leven kostte, en de deportatie van de Krim-Tataren naar Siberië leidden tot een grote afkeer van de communistische machthebbers in het oosten. Eeuwenlang was Oekraïne de kreukelzone van de grootmachten geweest en tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog heeft de bevolking hier immens geleden. In de laatste oorlog kwamen meer dan 7 miljoen Oekraïners om. Het waren niet alleen de nazi’s die het land teisterden, maar ook de machthebbers in Moskou.

Plokhy wijst erop dat de ramp met de kerncentrale van Tsjernobyl in 1986 de afkeer van de Sovjet-Unie sterk deed toenemen en heeft bijgedragen aan de val van het communistische imperium. In 1991 stemde meer dan 90 procent van de bevolking voor onafhankelijkheid. Hoewel een deel van de bevolking daarna nog op Rusland was georiënteerd, bleek de meerderheid vooral toekomst te zien in aansluiting bij het Westen.

Er wordt nogal eens beweerd dat de huidige oorlog is veroorzaakt door het ‘agressieve’ gedrag van het Westen en Poetins angst voor het steeds verder oprukken van de NAVO. Plokhy maakt duidelijk dat dit een onjuiste voorstelling van zaken is. Poetin heeft van het begin af aan het bestaansrecht van Oekraïne ontkend en wil het land koste wat het kost weer onder gezag van Moskou brengen. En laat dat nu iets zijn waar slechts heel weinig Oekraïners op zitten te wachten.

De poorten van Europa. Een geschiedenis van Oekraïne
Serhi Plokhy
512 p. Querido Facto, € 29,99

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 11 - 2022