In elk nummer vraagt Alies Pegtel een historicus naar zijn of haar historische sensatie. Naar het moment waarop, zoals Johan Huizinga het formuleerde, heden en verleden lijken samen te vallen. Een gevoel dat vaak onverwacht wordt opgewekt door een document, voorwerp, geluid, geur, locatie of inzicht. Deze maand onderzoeker Marleen de Vries. ‘Op de Accademia-brug heb ik exact hetzelfde uitzicht als Casanova.’
Kent u de historische sensatie, zoals door Johan Huizinga omschreven?
‘Zeker, ik kan wel aan de gang blijven. Mijn eerste historische sensatie had ik in Venetië. Daar wilde ik naartoe omdat ik Sebastian Flyte in de serie Brideshead Revisited over het strand had zien wandelen. Na mijn eindexamen, op mijn zeventiende, heb ik twee weken in Venetië doorgebracht. Het Lido viel een beetje tegen. Maar wat ik echt fantastisch vond, is dat als je, bruggetje op bruggetje af, door Venetië wandelt, je in een ongemotoriseerde samenleving terechtkomt waar sinds de achttiende eeuw eigenlijk niets is veranderd.’
Marleen de Vries
(1966) is literatuurhistoricus en onderzoeker. Ze studeerde Nederlandse en Franse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en is gespecialiseerd in de literatuur en cultuur van de achttiende en de vroege negentiende eeuw. Van haar hand verschenen onder andere De wetten van de tango (2009) en Geen stijl of lange tenen? Wat de achttiende eeuw ons leert over fatsoen (2017). Recent verscheen van haar Verlicht en Vilein. Een biografie van achttiende-eeuws Nederland (320 p. Balans, € 29,95).
Wat is er te zien?
‘Als ik op de Accademia-brug sta, heb ik exact hetzelfde uitzicht als levenskunstenaar Giacomo Casanova. Deze historische steden zijn regelrechte tijdmachines. Je stapt echt letterlijk de achttiende eeuw binnen. Op de Amsterdamse grachtengordel heb ik dat ook. Ik zoek dit soort sensaties juist op, omdat ze heel erg inspirerend zijn voor mij.’
Waarin schuilt die inspiratie?
‘Ik voel het verleden. Dat gaat heel makkelijk als het decor nog intact is. Je ziet voor je hoe mensen daar drie eeuwen geleden wandelden, naar elkaar keken, flaneerden of gewoon naar hun werk gingen met hun besognes. Maar eerlijk gezegd heb ik die sensatie het sterkst met brieven.’
In achttiende-eeuwse brieven vallen voor u heden en verleden samen?
‘Ja, dat is het fijne van die eeuw, er zijn heel veel brieven overgeleverd. En die zijn zo persoonlijk, zo intiem, zo grappig, zo vilein en zo levenslustig. Als je ze leest, dan herken je meteen de emoties en de psychologie.’
Hebt u daar een voorbeeld van?
‘De briefwisseling tussen de schrijfsters Elisabeth Wolff en Agatha Deken: hilarisch. Of die tussen Voltaire en Frederik de Grote. Die is opgenomen in een van de leukste boeken die ik ken. De heren proberen elkaar continu af te troeven met snedige, vileine opmerkingen. Ik hou erg van lezen, ik had heel goede leraren Nederlands op mijn Friese middelbare school.’
Bent u daarom Nederlands gaan studeren?
‘Ja, en ik heb daarnaast nog Frans gestudeerd. Op de universiteit koos ik voor historische letterkunde. Ik vond de achttiende-eeuwers het interessantst, omdat ze zo idealistisch zijn en bewust besloten te vechten voor een betere toekomst. Ik dacht: hoe bestaat het dat deze eeuw zo onbekend is? Als student was het opwindend, het was een soort schatgraven. Vrijwel alle stukken die ik in handen kreeg, had niemand eerder gelezen. Maar het trieste is: we zijn nu 36 jaar verder en de achttiende eeuw is nog steeds onbekend en onbemind.’
De achttiende eeuw staat in Nederland bekend als een periode van economische neergang.
‘Maar het gaat me niet om geld. Het gaat om de immateriële erfenis, en dat is die van de Verlichting. De paradox is dat ik wekelijks in een krant lees: “Dit is de erfenis van de Verlichting.” Maar vrijwel niemand op straat weet precies wat die behelst. Vrijheid van meningsuiting, parlementaire democratie, mensenrechten, scheiding tussen Kerk en Staat, gereguleerd onderwijs – alles wat dictaturen meteen afschaffen. Ik vind het absurd dat veel mensen niet weten hoe bijzonder dat is. Want voor mijn gevoel kunnen al deze rechten en vrijheden ook zomaar weer weg zijn.’
Was dat uw drijfveer om een biografie te schrijven van de achttiende eeuw, Verlicht en Vilein?
‘Ja, ik vind dat iemand duidelijk moet maken wie voor onze democratie gevochten hebben, hoe onze seculiere cultuur is ontstaan, hoe religie steeds minder belangrijk en meer privé is geworden.’
Een ambitieus project. Hoelang heb u aan dit boek gewerkt?
‘In 2004 vatte ik het plan op. Maar alleen de laatste jaren heb ik er fulltime aan gewerkt. En het duurde even voordat ik de juiste vorm had gevonden, maar dat is gelukt. Het is volbracht.’
Openingsafbeelding: Een regatta op het Canal Grande in Venetië. Schilderij door Canaletto, circa 1732. Credit: Windsor Castle.