In 1728 schreef Voltaire dat Galilei ‘als tachtigjarige zuchtte in de gevangenis van de inquisitie, omdat hij had aangetoond dat de aarde bewoog’. Maar Galilei heeft nooit in de gevangenis gezeten. Hij had weliswaar heel goede argumenten voor Copernicus’ theorie dat de aarde niet het middelpunt van het heelal vormde, maar het wetenschappelijk bewijs hiervoor kon hij nog niet leveren.
Toch wordt dit verhaal nog altijd gretig doorverteld, vooral door felle atheïsten die willen laten zien dat religie de natuurlijke vijand is van ‘de wetenschap’. Ook nu nog verwijzen mensen als Richard Dawkins en Paul Cliteur naar het tweedelige boek van Andrew Dickson White, A History of the Warfare of Science with Theology in Christendom, waarin tal van voorbeelden staan van het onverzoenlijke conflict tussen religie en wetenschap.
Dat boek van White dateert echter uit 1896, en inmiddels hebben wetenschapshistorici aangetoond dat nagenoeg al die verhalen niet kloppen met de feiten. De vermaarde wetenschapshistoricus Floris Cohen verbaast zich er dan ook over dat mensen die in hun eigen discipline pretenderen ‘wetenschappelijk’ te zijn, menen dat ze op andere gebieden opvattingen kunnen verkondigen zonder zich op de hoogte te stellen van de nieuwste inzichten.
In Het knagende weten ruimt Cohen niet alleen tal van mythen over het vermeende conflict tussen religie en wetenschap op, maar gaat hij vooral in op het spanningsveld tussen deze twee aspecten van het menselijk denken. Aan de hand van het werk van natuurwetenschappers als Kepler, Galilei, Pascal, Newton, Darwin en Einstein, en denkers als Kant en Max Weber, toont hij aan dat de relatie tussen religie en wetenschap niet zo eenvoudig is als fundamentalistische gelovigen én fanatieke atheïsten veronderstellen.
Hij laat zien dat zoiets als een ‘wetenschappelijk wereldbeeld’ niet bestaat, omdat wetenschap zich altijd richt op een deelaspect van de werkelijkheid. Sinds de omwenteling in het natuurwetenschappelijke denken in de zeventiende eeuw zijn wetenschappelijke uitspraken over het doel van het universum en de zin van het leven niet meer mogelijk, wat niet wil zeggen dat mensen daar ook geen behoefte meer aan hebben. Wie beweert dat wetenschap op alle essentiële vragen een antwoord kan geven, is geen wetenschapper maar een gelovige.
Cohen, die zelf niet religieus is, beschrijft helder en levendig hoe echt grote wetenschappers als Pascal, Newton, Darwin en Einstein worstelden met het spanningsveld tussen keiharde wetenschap en de menselijke behoefte aan zingeving.
Rob Hartmans is historicus, journalist en vertaler.
Het knagende weten
Floris Cohen
453 p. Prometheus, € 29,95
Dit artikel is exclusief voor abonnees