Home Dossiers Rusland Het einde van de Sovjet-Unie

Het einde van de Sovjet-Unie

  • Gepubliceerd op: 17 maart 2020
  • Laatste update 24 jun 2023
  • Auteur:
    Marc Jansen
  • 12 minuten leestijd
Het einde van de Sovjet-Unie in 1991.
Cover van
Dossier Rusland Bekijk dossier

Dertig jaar geleden begon de Sovjet-Unie in hoog tempo uiteen te vallen. Steeds meer deelrepublieken scheidden zich af. Hoe kon dit gebeuren? En wie veroorzaakte het einde van de Sovjet-Unie en deze ontbinding van een wereldmacht?

‘De grootste geopolitieke catastrofe van de twintigste eeuw’ noemde de Russische president Vladimir Poetin het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Toen Michail Gorbatsjov op 11 maart 1985 tot secretaris-generaal van de Communistische Partij (CPSU) werd verkozen, zag niemand aankomen dat het binnen zeven jaar zo zou aflopen. Veel Russen geven Gorbatsjovs hervormingspolitiek de schuld. Maar dragen ze zelf niet ook een deel van de verantwoordelijkheid?

Meer lezen over de Sovjet-Unie? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.


Bij zijn aanstelling stond Gorbatsjov een reuzentaak te wachten. Onder zijn voorganger Leonid Brezjnev was ’s lands economie gaandeweg gestagneerd. Van de Sovjetburgers werd een minimale arbeidsinspanning geëist, maar voor hun loon konden ze ook weinig kopen. Ze moesten in de rij staan voor zo goed als lege winkels. Die situatie vloeide voort uit de planeconomie van de Sovjet-Unie. Die liet zich niet leiden door vraag en aanbod; de consument vormde een sluitpost.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Daarbij kwam dat het land in een wapenwedloop was verwikkeld met zijn veel rijkere rivaal, de Verenigde Staten. Het leger slokte een groot deel van de staatsbegroting op. Bovendien had de Sovjet-Unie, als de supermacht die ze wilde zijn, geldverslindende banden aangeknoopt met diverse regimes in de derde wereld. De massale terreur die dictator Jozef Stalin tot zijn dood in 1953 had uitgeoefend, had sinds enkele decennia plaatsgemaakt voor een selectievere vervolging. Maar de ‘kaderstabiliteit’ waarvoor Brezjnev daarna had gekozen bracht met zich mee dat bureaucraten op alle niveaus aan hun zetel leken vastgeklonken. Bejaarden maakten in de Sovjet-Unie de dienst uit. Joeri Andropov en Konstantin Tsjernenko, zeventigers die Brezjnevs post na 1982 achtereenvolgens hadden overgenomen, waren al binnen korte tijd overleden. Maar in 1985 kozen de leden van het politbureau de jongste onder hen tot de nieuwe leider. Gorbatsjov was net 54 jaar. 

Etnisch nationalisme

Met weinig uitleg startte hij een programma om de sociaal-economische ontwikkeling te versnellen onder de leuzen perestrojka en glasnost. Ze betekenden zoveel als ‘verbouwing’ (‘hervorming’ was voor de Sovjets een te beladen woord) en ‘openheid’. Voor de internationale politiek introduceerde Gorbatsjov het ‘nieuwe denken’. Zonder succes begon hij een impopulaire anti-alcoholcampagne. Ook verschenen er ‘coöperatieve bedrijven’ en verwijderde hij enkele aan hun post vastgeroeste leiders. Verder veranderde er in de eerste twee jaar vrijwel niets. Ondanks de glasnost riep de kernramp van Tsjernobyl van april 1986 in eerste instantie de gebruikelijke reactie op: stilhouden. Er leek meer sprake van een verandering in stijl dan van inhoud.

In de Azerbeidzjaanse stad Bakoe demonstreert de bevolking voor onafhankelijkheid bij een standbeeld van Lenin, januari 1990.
In de Azerbeidzjaanse stad Bakoe demonstreert de bevolking voor onafhankelijkheid bij een standbeeld van Lenin, januari 1990.

Het karwei dat Gorbatsjov moest opknappen was dan ook gigantisch. Om te beginnen kon zijn land de supermachtstatus niet aan. Daarnaast was de Sovjet-Unie een onmetelijk multinationaal rijk. Slechts de helft van de bijna 278 miljoen Sovjetburgers bestond uit Russen; met de Oekraïners en Wit-Russen meegerekend maakten de Oost-Slaven zo’n 70 procent van de bevolking uit. De niet-Russische volken hadden hun eigen Sovjetrepublieken en beschikten doorgaans over hun eigen taal, godsdienst, geschiedenis en tradities. Alleen vielen de republieksgrenzen niet altijd samen met de taalgrens.

Folkloristische uitingen daargelaten was etnisch nationalisme in de Sovjet-Unie steevast onder de radar gehouden. Daardoor onderkende Gorbatsjov wel de economische, sociale en internationale problematiek, maar onderschatte hij de nationale kwestie. Dat wreekte zich al spoedig.

Toen hij eind 1986 in zijn opruimcampagne de leiding van Sovjetrepubliek Kazachstan opschoonde, verving hij tegen alle tradities in de aan het hoofd staande etnische Kazach door een Rus. Ter plaatse braken hevige rellen uit. Op een even inadequate manier reageerde hij op de onmin die in 1988 de kop opstak tussen Armeniërs en Azeri’s, twee volken van voorbij de Kaukasus met elk hun eigen Sovjetrepubliek, van origine respectievelijk christelijk en islamitisch. De twist betrof de zeggenschap over de regio Karabach, in meerderheid bewoond door Armeniërs, maar bestuurd door Azerbeidzjan. Ook op etnische spanningen in de derde Trans-Kaukasische Republiek Georgië had Gorbatsjov geen goed antwoord. 

Een echt parlement

Toen zijn hervormingen in 1987 doortastender werden, stuitte dit binnen de Sovjetleiding op verzet. Sommigen achtten zijn koers te radicaal, anderen juist niet radicaal genoeg. Boris Jeltsin, door Gorbatsjov aan het hoofd van het Moskouse partijapparaat gezet, vond dat de privileges van de partij-nomenklatoera onvoldoende werden aangepakt en kreeg als straf voor zijn gedram een lagere functie.

In augustus 1991 probeert een groep hardliners het tij nog te keren

Ondertussen wilde Gorbatsjov de macht van de Communistische Partij terugdringen en in plaats daarvan de staatsfuncties opwaarderen. Tot dan toe stelde de CPSU bij verkiezingen per zetel één kandidaat voor. Maar in juni 1988 lanceerde Gorbatsjov het plan voor een echt parlement in de vorm van een Congres van Volksafgevaardigden, waarbij de bevolking soms uit meerdere kandidaten mocht kiezen.

Verkiezingen in maart 1989 brachten onder meer Gorbatsjovs radicale rivaal Jeltsin in het parlement; hij werd met grote meerderheid in Moskou gekozen. Ook de vrijgelaten ex-dissident Andrej Sacharov bemachtigde een parlementszetel.

In mei kwam het Congres bijeen. Er trad – nieuw voor de Sovjet-Unie – een serieuze oppositie aan en het kwam tot echte debatten. De televisie zond de zittingen integraal uit, zodat het politieke leven een ongekende levendigheid kreeg. De voortaan veel interessantere media luidden een begin in van vrijheid van meningsuiting, met als een van de thema’s de onder Brezjnev verzwegen misdaden van Stalin. Voor het eerst ging de bevolking de straat op om naar vurige redevoeringen te luisteren of zelfs te demonstreren, soms ook tegen de autoriteiten. Een geest van vrijheid maakte zich van de Sovjetburgers meester.

Staand op een tank spreekt Jeltsin, president van Rusland, zich uit tegen de coup tegen Gorbatsjov, 19 augustus 1991.
Staand op een tank spreekt Jeltsin, president van Rusland, zich uit tegen de coup tegen Gorbatsjov, 19 augustus 1991.

Afgehaakt

In het kielzog van de vernieuwingen ontstonden er vanaf 1988 zogeheten volksfronten, het eerst in de Baltische Sovjetrepublieken. Ze haalden overwinningen bij verkiezingen en groeiden uit tot serieuze concurrenten van de CPSU, die weldra de Baltische republieksparlementen domineerden. Op 11 maart 1990 besloot het lokale parlement Litouwen van de Sovjet-Unie af te scheiden – een stap die navolging vond in de beide andere Baltische republieken en in Georgië en Armenië.

Het afscheidingsrecht was wel in de Sovjet-constitutie vastgelegd, maar door de almacht van de CPSU had geen republiek er ooit gebruik van gemaakt. Gorbatsjov wierp nu extra barrières op, zoals een over enkele jaren uitgesmeerd herhaald referendum en het recht van deelterritoria zich op hun beurt af te scheiden van de desbetreffende Sovjetrepubliek. Na het staken van de energietoevoer schortte het Litouwse parlement de onafhankelijkheid voorlopig op.

Ook communisten begonnen nu afstand te nemen van de Sovjet-Unie, zoals de Oekraïense partijchef Leonid Kravtsjoek en de fractieleider van ‘Communisten voor Democratie’ in het Russische parlement Alexander Roetskoj, die samen met Jeltsin soevereiniteit voor Rusland opeiste. Geconfronteerd met de gevolgen van zijn hervormingen trapte Gorbatsjov steeds harder op de rem. Hij ging zich omringen met conservatieven, mensen die de bestaande situatie zo veel mogelijk wilden handhaven. Hoewel er hier en daar sprake was van gewapende, soms ook dodelijke schermutselingen, schrok hij terug voor grootschalig geweld. Zo belandde hij uiteindelijk in een middenpositie.

De niet-Russische volken hebben hun eigen taal en tradities

Het plan was dat in augustus 1991 negen van de vijftien Sovjetrepublieken een nieuw Unieverdrag zouden ondertekenen dat de republieken veel meer macht gaf dan het oude verdrag, maar enkele centrale bevoegdheden, zoals defensie en buitenlands beleid, intact liet. Maar de drie Baltische republieken, plus Georgië, Armenië en Moldova hadden al afgehaakt.

Putsch leidt einde van de Sovjet-Unie in

Vóór de afgesproken datum ging Gorbatsjov eerst met vakantie naar de Krim. Tijdens die vakantie grepen de hardliners in. Op 19 augustus maakte een Staatscomité voor de Noodtoestand, bestaande uit leden van Gorbatsjovs team, onder meer vicepresident Gennadi Janajev, premier Valentin Pavlov en minister van Defensie Dmitri Jazov, bekend dat de president door ziekte was uitgeschakeld en Janajev zolang zijn taken had overgenomen. De bedoeling was te voorkomen dat het nieuwe Unieverdrag werd ondertekend en de bestaande orde voor zover mogelijk te behouden.

Weer aangesloten bij Rusland – Annexatie van de Krim:

Doordat de Sovjet-Unie uiteenviel, ontstond een probleem met de status van de Krim. Sinds de deportatie in mei 1944 van de autochtone Krim-Tataren bestond de meerderheid van de bevolking van dit schiereiland in de Zwarte Zee uit Russen. Vanwege een besluit van de Communistische Partij werd het onder partijsecretaris Nikita Chroesjtsjov in 1954 overgedragen van de Russische aan de Oekraïense Sovjetrepubliek. Omdat de partij het in beide republieken voor het zeggen had, was het een louter administratieve wijziging.
Maar vanaf 1991 maakte de Krim deel uit van een onafhankelijke staat: Oekraïne. Plaatselijke Russen poogden hun regio nog te laten aansluiten bij Rusland, maar ze kregen onder president Boris Jeltsin geen steun van Moskou. Volgens een in 1997 gesloten verdrag mocht Rusland de vlootbasis Sebastopol op de Krim huren, op voorwaarde dat het de territoriale integriteit van Oekraïne accepteerde, met inbegrip van de Krim. Tot 2014, toen Rusland het schiereiland annexeerde.

Maar de plegers van de putsch, zoals deze werd genoemd, gingen erg amateuristisch te werk. Ze hadden zich onvoldoende verzekerd van de medewerking van leger en politie, en hadden mogelijke tegenstanders niet laten oppakken.

Boris Jeltsin, die vlak daarvoor tot president van Rusland was gekozen – een nieuwe functie –, begaf zich naar het Russische parlementsgebouw. Hij beklom er een tank en riep de burgers op tot verzet tegen de putschplegers. Burgemeester Anatoli Sobtsjak van Sint-Petersburg (zoals Leningrad sinds kort weer heette) deed in zijn stad iets soortgelijks. Zo stond het Comité voor de Noodtoestand algauw voor een verloren zaak en de leden ervan werden binnen drie dagen gearresteerd. Gorbatsjov keerde van de Krim terug naar Moskou. Waarschijnlijk ten onrechte verdachten sommigen hem ervan in het geheim met de putschplegers onder één hoedje te hebben gespeeld. Hij moest nu veel meer concessies doen dan hij van plan was geweest.

De bevolking luistert naar redevoeringen of demonstreert

De ene na de andere Sovjetrepubliek verklaarde zich onafhankelijk, zodat Gorbatsjovs streven de Unie in een of andere vorm te behouden kansloos werd. Op 7 december kwamen de presidenten van de drie Slavische republieken Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland bijeen. Jeltsin, Kravtsjoek en Stanislav Sjoesjkevitsj vormden een veel losser verband, het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS). Dat was de genadeklap voor de Unie.

De Litouwers willen voor zichzelf beginnen en het einde van de Sovjet-Unie.
De Litouwers willen voor zichzelf beginnen. Demonstratie in Vilnius, 11 maart 1990.

Ook de andere republieken sloten zich bij het GOS aan, behoudens de drie Baltische republieken en (tot 1994) Georgië. De Russische Federatie – voortaan de officiële naam voor Rusland – nam de kernraketten, de zetel in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en een aantal andere hoofdtaken van de Sovjet-Unie over.

Op 25 december trad Gorbatsjov af als president van de niet meer bestaande Unie. Zijn functie van secretaris-generaal was hij al eerder kwijtgeraakt toen hij – daartoe aangezet door Jeltsin – de CPSU had ontbonden. 

Centraal gezag uitgehold

De klus die Gorbatsjov in maart 1985 had aanvaard, het revitaliseren van de Sovjet-Unie, was binnen zeven jaar faliekant mislukt. Had het ook anders gekund? Sommige sovjetologen geloofden nog tot kort voor het einde in de levensvatbaarheid van de Sovjet-Unie. Maar toen Gorbatsjov de leiding op zich nam, leed ze al aan sterke bloedarmoede. Zijn hervormingspoging maakte van een probleem een crisis. De neerwaartse economische spiraal zette door. Hij drong de macht van de partij terug en dacht het gat op te vullen door de staatsinstellingen op te tuigen; zelf liet hij zich tot president benoemen.

Maar anders dan de CPSU hadden de ‘sovjets’ – al was het land naar hen vernoemd – geen enkele traditie en het centrale gezag werd slechts uitgehold. De centrifugale krachten van de Sovjet-Unie vulden het vacuüm op. De Baltische republieken en het westelijke part van Oekraïne, pas sinds de Tweede Wereldoorlog deel van de Sovjet-Unie, liepen voorop.

Maar het onafhankelijkheidsvirus verspreidde zich ook over de rest van de Sovjet-Unie; zelfs Rusland ging afstand nemen.

Russisch ongemak – Tussen tsaren en Stalin:

Marc Jansen publiceerde De toekomst die nooit kwam. Hoe Rusland worstelt met zijn verleden (2019). Hij laat zien dat de Russen blijven terugvallen op het verleden. Maar welk verleden? Dat van de tsaren of van de communistische leiders Lenin en Stalin? 176 p. Van Oorschot, € 20,-.

In het Westen heeft Gorbatsjov een betere reputatie dan in Rusland

Misschien zou de Unie zonder Gorbatsjovs gesleutel een langer bestaan zijn toegevallen. Bij een gunstiger economisch tij, bijvoorbeeld hogere energieprijzen op de wereldmarkt, waarvan de Sovjet-economie sterk afhankelijk was, had ze het leven mogelijk nog een tijd kunnen rekken. Maar met de multinationale rijken was het al sinds het begin van de twintigste eeuw bergafwaarts gegaan. 

Inflexibel

Wie was verantwoordelijk voor de val van de Sovjet-Unie? In het Westen is Gorbatsjovs reputatie als beëindiger van de Koude Oorlog en bevrijder van het Oostblok veel gunstiger dan in Rusland. Hij had de Sovjet-Unie natuurlijk op de oude voet nog wat kunnen laten voortsukkelen. Of hij had kunnen kiezen voor een ‘Chinese weg’: de economie hervormen, maar het politieke systeem in stand houden. Het probleem was echter dat de zittende functionarissen daarvoor veel te inflexibel waren, en ook Gorbatsjov wilde niet verdergaan dan een ‘gereguleerde markteconomie’ met behoud van wezenlijke elementen van de planeconomie.

Zeker veel Balten, Kaukasiërs en Oekraïners, of tenminste hun vertegenwoordigers, hadden genoeg van de Unie. De Russen die ook aan de val van de Sovjet-Unie meewerkten, hadden zich meer kunnen realiseren wat dit inhield voor de gebieden waarmee het Russische Rijk en daarna de Sovjet-Unie was uitgebreid en de mensen die er woonden.

Miljoenen Russen kwamen door de val van het Sovjetrijk immers buiten Rusland terecht. In de chaotische jaren negentig ontstond op grote schaal nostalgie naar de tijd van de Sovjet-Unie, liefst zonder rijen. Russen eisten grenswijzigingen tussen de nieuwe onafhankelijke staten. Er moest volgens hen op z’n minst een verbond blijven bestaan tussen de Slavische staten van de voormalige Sovjet-Unie, dus met Oekraïne en Wit-Rusland. Tsjetsjenië mocht niet ook nog eens onafhankelijk worden. Maar president Jeltsin legde zich min of meer neer bij de situatie zoals die zich had ontwikkeld.

Zijn opvolger Poetin haalde de kwestie opnieuw naar voren. Met het GOS op sterven na dood kende hij de andere voormalige Sovjetlanden slechts een beperkte soevereiniteit toe. Hij zette de ‘Russische Wereld’ – de Russen of Russischtaligen buiten Rusland – hierbij als wapen in. Zo vocht Rusland in augustus 2008 een vijfdaagse oorlog uit met Georgië, dat daardoor twee van zijn provincies definitief kwijtraakte. Soortgelijke sentimenten leidden in 2014 tot de Russische annexatie van de Krim en tot een door Rusland aangewakkerde oorlog in het oosten van Oekraïne. Russen die hun land als een geamputeerd imperium zien, hebben nu hun zinnen gezet op vereniging met Wit-Rusland. Of hun honger daarmee gestild zal zijn, is verre van zeker.

De schuld, als daarvan sprake is, voor het uiteenvallen van de Sovjet-Unie kan niet alleen bij Gorbatsjov of Jeltsin worden gelegd. Rusland en de Russen hebben er zelf het nodige aan bijgedragen. En om heel begrijpelijke redenen. 

 Meer weten

  • The Second Russian Revolution. The Struggle for Power in the Kremlin (1991) door Angus Roxburgh.
  • The Last Empire: The Final Days of the Soviet Union (2014) door Serhii Plokhy.
  • Een geschiedenis van Rusland. Van Rurik tot Poetin (2015) door J.W. Bezemer en Marc Jansen.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 4 - 2020