Home Hanns Albin Rauter

Hanns Albin Rauter

  • Gepubliceerd op: 22 april 2015
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Koen Vossen
Hanns Albin Rauter

Als hoogste SS’er in ons land was Hanns Albin Rauter verantwoordelijk voor de Jodendeportaties. In studies duikt hij altijd op als de stereotiepe sadistische nazi uit een B-film. Maar wie was Rauter echt?

Net een vogelverschrikker

‘De deur gaat open. Een lange gestalte dook naar binnen. “Rauter.” Eerste indruk: wat is die man afgrijselijk mager en vervallen! Net een vogelverschrikker! We vroegen hem te gaan zitten.’
 

Rauter werd in de pers omschreven als een ploert, een beestmens, de opperbeul en de grootste schurk die ooit voet op Nederlandse bodem had gezet

Zo beschrijft historicus Loe de Jong zijn eerste ontmoeting begin 1947 met Höhere SS und Polizeiführer Hanns Albin Rauter, de man die verantwoordelijk kon worden gehouden voor de moord op De Jongs tweelingbroer, zus en ouders. De Jong werd vergezeld door de historicus N.W. Posthumus en de stenograaf Joop Sparnaay. De laatste had tijdens de bezetting enige tijd in dezelfde gevangenis gezeten waar ze Rauter ontmoetten.

Verschillende keren spraken Posthumus en De Jong uitgebreid met de gedetineerde SS’er, die in de pers werd omschreven als een tweede Alva, een ploert en beestmens, de opperbeul en de grootste schurk die ooit voet op Nederlandse bodem had gezet. ‘Waar hij kwam: galgen en executiepelotons,’ kopte de communistische krant De Waarheid bij het begin van het proces tegen hem. ‘Hem past één straf: de dood!’

 

Hoogste vertegenwoordiger van de SS 

Die straf kreeg Rauter dan ook. Hij werd mede op grond van het door De Jong en Posthumus geleverde bronnenmateriaal tot de dood veroordeeld. In de ochtend van vrijdag 25 maart 1949 werd het vonnis voltrokken. Een van de marechaussees uit het vuurpeloton herinnerde zich vijftig jaar later nog dat Rauter geen kik gaf tot het moment dat hij met een kort en afgemeten bevel ‘Feuer!’ riep. Zelfs voor zijn eigen executie had hij het bevel gegeven.
 

We komen de naam Rauter prominent tegen in studies over de Jodenvervolging in Nederland

Daarmee kwam een einde aan een leven dat 54 jaar eerder was begonnen in de Karinthische hoofdstad Klagenfurt. Van de laatste negen jaar van dat leven weten we zeer veel. Als hoogste vertegenwoordiger van de SS in Nederland en Generalkommissar für das Sicherheitswesen was Rauter een van de belangrijkste leiders van het Duitse bestuur in Nederland. I

In vele geschiedwerken over Nederland in bezettingstijd wordt alleen rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart vaker genoemd. We komen de naam Rauter prominent tegen in studies over de Jodenvervolging in Nederland, waarover hij als hoofd van de SS, de Sicherheitsdienst en de politie de leiding had.
 

Galgen en executiepeletons

Zijn naam stond onder de vele repressieve maatregelen die publiekelijk werden aangekondigd. Ook was hij verantwoordelijk voor de geheime Aktion Silbertanne in 1943 en 1944, een serie moordaanslagen gepleegd op anti-Duitse Nederlanders. Bij de meeste intriges binnen het Duitse bezettingsapparaat was Rauter als vertegenwoordiger van SS-leider Heinrich Himmler op een of andere manier betrokken. Vaak probeerde hij de door hem geminachte NSB-leider Anton Mussert te dwarsbomen.
 

Ternauwernood overleefde Rauter de aanslag bij de Woeste Hoeve

Daarnaast was Rauter misschien wel de belangrijkste hervormer van het Nederlandse politiewezen, zoals de Tilburgse rechtsgeleerde Cyrille Fijnaut in zijn uitvoerige studie De geschiedenis van de Nederlandse politie concludeerde. De maatregelen die Rauter nam om het verdeelde politiebestel te centraliseren bleven na de Tweede Wereldoorlog grotendeels gehandhaafd.

 

En dan is er natuurlijk de veelbeschreven aanslag op zijn leven bij de Woeste Hoeve in de nacht van 6 en 7 maart 1945. Ternauwernood overleefde Rauter de aanslag, die hem bij toeval trof omdat de daders eigenlijk een vrachtwagen wilden buitmaken. Als represaille werden dezelfde ochtend nog 117 Nederlandse gevangenen, meest verzetsstrijders, bij de Woeste Hoeve geëxecuteerd, terwijl elders in het land nog eens meer dan 150 gevangenen de dood vonden.
 

Rauter-biografie 

Maar in al die studies speelt Rauter uiteindelijk een bijrol, een belangrijke bijrol meestal wel, maar toch een bijrol. Hij is daardoor altijd een nogal eendimensionale modelnazi uit een B-film gebleven, een emotieloze SS-man die Engels met een sadistisch klinkend Duits accent spreekt. Maar hoeveel weten we eigenlijk echt over deze ‘Gier uit de Alpen’? Wat is er bijvoorbeeld bekend over de eerste 45 jaar van Rauters leven? Is er ook zoiets als een onbekende kant van deze diabolische persoonlijkheid?
 

Rauter is een eendimensionale modelnazi uit een B-film gebleven, een emotieloze SS-man die Engels spreekt met een sadistisch Duits accent

Een biografie is er in elk geval niet, hoewel daar als het goed is verandering in komt. Op de website van het NIOD staat dat oud-journalist Theo Gerritse er sinds 2007 mee bezig is. Maar dan nog blijft het merkwaardig dat van alle duizenden boeken die over de Tweede Wereldoorlog zijn gepubliceerd er tot dusverre geen enkel de beul van Nederland centraal heeft gesteld. Er zijn warempel onbelangrijkere personen geweest die wel een biografie hebben gekregen! Die opmerkelijke omissie kan lastig worden verklaard uit een gebrek aan belangstelling voor de achtergronden van de nazikopstukken. Uit de vele studies en publicaties die nog steeds verschijnen, blijkt dat de nazi’s ons zeventig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog nog altijd fascineren.

De verklaring voor het ontbreken van een Rauter-biografie ligt waarschijnlijk ergens anders. Iedereen die begint te graven in Rauters leven stuit al snel op een keiharde, schijnbaar ondoordringbare laag. Voor een beetje biograaf is dat natuurlijk aanleiding nog harder te graven in de hoop ooit diepere lagen te vinden. De mens is immers een gecompliceerd wezen met allerlei onvermoede kanten, zo is de stilzwijgende aanname. Bij Rauter zijn er echter vrijwel geen aanwijzingen dat er achter de façade van meedogenloosheid, vastbeslotenheid en geweldsverheerlijking nog iets anders schuilging.
 

Wie was Rauter?

Hij rookte niet, dronk niet, was vrijwel altijd aan het werk, was streng, maar niet gemeen tegenover zijn ondergeschikten. Hobby’s? Het schijnt dat hij zo nu en dan ging jagen op het tegenwoordig door Willem-Alexander en Máxima bewoonde landgoed Eikenhorst in Wassenaar. Meer is niet bekend. Liefdesleven? Hij was pas op zijn 44ste getrouwd, met een veel jongere non-descripte vrouw. Verder niets. Corruptie? Voor zover bekend onthield hij zich van de zelfverrijking en roofzucht die zoveel nazi’s en collaborateurs tentoonspreidden.
 

Rauter liet veel lijken achter in Nederland, maar uit zijn kast zijn ze nog niet gevallen.  

Interesses? In hun urenlange gesprekken kwam het woord ‘cultuur’ in elk geval niet over zijn lippen, schreef De Jong. ‘Niets over kunst, boeken, toneel, films, vrouwen.’ Hij had geen belangstelling voor mystieke rites zoals Heinrich Himmler, geen buitenechtelijke affaires zoals Joseph Goebbels, geen muzikale aanleg zoals Arthur Seyss-Inquart, geen angst voor Joods bloed in de familie zoals Heydrich, geen morfineverslaving zoals Hermann Göring. Rauter liet veel lijken achter in Nederland, maar uit zijn kast zijn ze nog niet gevallen.

 

Ook zijn achtergrond is stereotiepisch voor een SS-man. Rauter werd geboren in de Oostenrijkse provinciestad Klagenfurt, en groeide op en studeerde in een andere Oostenrijkse provinciestad, Graz. Hij werd lid van een Duits-nationalistisch studentencorps, kreeg de bijbehorende littekens en meldde zich zoals zoveel studenten in 1914 enthousiast aan als vrijwilliger voor het Oostenrijkse leger. Hij vocht in Italië en de Balkan, raakte tweemaal gewond, schopte het tot luitenant en genoot volgens eigen zeggen van de strijd en de camaraderie aan het front. Het bekende verhaal, kortom.
 

Radicalisering na de Eerste Wereldoorlog

In 1918 volgde de razend makende vernedering van de nederlaag en de demobilisatie die niet kon worden verteerd. Het land waarvoor hij had gevochten werd teruggebracht tot een kleine onbetekenende rompstaat, waarvan de grenzen bovendien ook nog betwist werden door Slovenen, Italianen, Hongaren en Polen. De oorlog ging voor Rauter dus ook na 1918 gewoon door, nu als officier in vrijkorpsen die streden tegen de Slavische agressie aan de grenzen en tegen de links-revolutionaire elementen in de steden.
 

Rauter steunde de meest radicale groep, die zich verwant voelde me de Duitse NSDAP

Een normale baan zou hij nooit krijgen, de paramilitaire Heimwehr in Stiermarken werd zijn biotoop, een mannenwereld waarin men niet las maar vocht, niet overlegde maar overrompelde, en waarin de democratie en het parlement werden veracht. Joden stonden er symbool voor alles wat verkeerd was gelopen, met de vrijmetselaars en de jezuïeten als goede tweede en derde. Binnen de Oostenrijkse Heimwehr – een massabeweging met meer dan 100.000 leden – woedde een strijd tussen de meer katholieke austrofascisten en de antisemitische Duits-nationalisten die aansluiting zochten bij het grote Duitsland.

 

Rauter steunde vanzelfsprekend de laatste, meest radicale groep, die zich verwant voelde met de Duitse NSDAP. Zijn vulgair-darwinistische, racistische wereldbeeld was al snel uitgekristalliseerd. Al in 1931 sprak hij op een bijeenkomst van de Stiermarkse Heimwehr over een ‘zielbewusster Bevölkerungspolitik’ inclusief Rassenpflege en de sterilisatie van ‘schädlicher Elemente im Volkskörper’. Verdere verdieping van deze ideologie leek hij nooit nodig te hebben gevonden; in haar manicheïstische eenvoud bood die een uitstekende bodem voor waar het hem uiteindelijk om ging: actie.
 

Carrière in de NSDAP

In 1931 nam Rauter deel aan een putsch-poging, die zowel qua effectiviteit als qua amateurisme een kopie leek van de Bierkeller-putsch van Hitler in 1923. Het leverde Rauter een gerechtelijke veroordeling op en verlies van zijn Oostenrijkse staatsburgerschap. In 1933 werd het hem in Oostenrijk te heet onder de voeten en vluchtte hij naar München, als maatschappelijk mislukte en veroordeelde putschist van bijna veertig jaar.
 

In SS’er Himmler kreeg hij een leider voor wie hij een grenzeloze bewondering leek te koesteren 

Het Derde Rijk bood Rauter kansen die in Oostenrijk ondenkbaar waren geweest. Als Oostenrijkse emigré kreeg hij allereerst een functie in het vluchtelingenwerk van de NSDAP, maar zijn carrière nam pas werkelijk een vlucht nadat hij in 1935 lid was geworden van de SS en de rang van Oberführer bereikte. In SS’er Heinrich Himmler kreeg hij een directe leider voor wie hij een grenzeloze bewondering leek te koesteren. Veel meer dan de tamelijk ordeloze Heimwehr bood de SS een stabiel tehuis met duidelijke regels, verwachtingen en morele grondslagen.

 

Zijn behoefte aan strijd en geweld werden er niet verworpen, maar golden juist als basis voor een heel nieuwe moraal die de ouderwetse en zwakke burgermoraal moest vervangen. Die nieuwe moraal ging uit van het bestaan als een eeuwige strijd, een permanente noodtoestand waarin de aloude wet van de natuur gold: eten of gegeten worden. Anders gezegd: om zelf te overleven moesten vijanden uit objectieve noodzaak en zonder enige scrupules vernietigd worden. Dat vergde een onvoorstelbare hardheid niet alleen jegens de vijand, maar ook jegens de eigen persoon.
 

De geharde SS’er 

De SS’ers leerden ongevoeligheid aankweken, emoties onderdrukken en mededogen negeren, eigenschappen die er door eeuwenoude christelijke en humanistische indoctrinatie waren in geslopen. ‘Door in het heden hard te zijn, zo meenden zij, waren ze zacht voor de toekomst,’ aldus Heydrich-biograaf Robert Gerwarth over de SS-mentaliteit.
 

Hij stelde Himmler niet teleur en was ervoor verantwoordelijk dat de Kristallnacht in Breslau uiterst succesvol verliep

Rauters gehele doen en laten lijkt er vanaf zijn toetreden tot de SS op gericht om het beste jongetje uit Himmlers klas te worden, de model-SS’er die de nieuwe deugden als geen ander onder de knie had gekregen. Hij veranderde zijn te katholiek geachte voornamen Johann Baptist Albin in het harder geachte Hanns Albin. Ook trad hij in het huwelijk met zijn jonge, vruchtbare arische vrouw, voor wie hij waarschijnlijk weinig genegenheid voelde. Wel schonk ze hem twee zonen (helaas ook nog drie door hem genegeerde dochters).

 

Met zijn hang naar perfectie verscheen Rauter al snel op Himmlers radar als een uiterst bruikbare kracht. Na twee jaar werd hij reeds benoemd op een belangrijke SS-post in de Silezische stad Breslau (tegenwoordig Wroclaw). Hij stelde Himmler niet teleur en was ervoor verantwoordelijk dat de Kristallnacht van 9-10 november 1938 in Breslau, anders dan in sommige andere Duitse steden, uiterst succesvol verliep: de pogrom leidde onder meer tot vernietiging van alle synagogen en Joodse scholen in de stad.
 

Rauter naar Nederland

Het leverde Rauter een bevordering op wegens bijzondere verdiensten. Hij werd Brigadeführer van de SS in Silezië en kreeg na het begin van de Tweede Wereldoorlog in augustus 1939 leidinggevende functies binnen de Sicherheitsdienst en de Ordnungspolizei. Als zodanig was hij vanzelfsprekend betrokken bij de bloedige repressie in de nieuw veroverde Poolse gebieden, waaronder het terugveroverde Poolse Silezië, maar welke rol hij hier precies heeft gespeeld blijft enigszins schimmig.
 

Het kleine Nederland was in zijn ogen een historisch misbaksel waarvoor in de nieuwe wereldorde geen plaats meer was 

Zo kreeg Nederland in juni 1940 te maken met een geharde SS-man die graag zijn leider wilde imponeren met zijn koele, meedogenloze daadkracht. Met zijn staf had hij zijn intrek genomen in het ministerie van Koloniën op het Plein in Den Haag. Hij maakte er lange dagen, bemoeide zich met kleine details en nam graag snelle beslissingen – ‘Elke gordiaanse knoop moest onmiddellijk doorgehakt worden, zijn zwaard was er goed voor,’ aldus De Jong.

 

Ordehandhaving en zuivering waren zijn voornaamste beleidstaken. Het kleine Nederland was in zijn ogen vergelijkbaar met rompstaat Oostenrijk: een historisch misbaksel waarvoor in de nieuwe wereldorde geen plaats meer kon zijn. Aan Himmler rapporteerde hij trouw de voortgang van zijn werk. Hij deed het daarbij volgens RIOD-historicus Nanno in ’t Veld graag voorkomen alsof ‘de SS het vliegwiel was dat het geheel draaiende hield, en hij, Rauter, de as waar het vliegwiel omheen cirkelde’.
 

Seyss-Inquart

De werkelijkheid was iets genuanceerder. De sluwe rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart was de ongeduldige Rauter vaak te slim af en drukte daardoor het meest zijn stempel op het beleid. Goede vrienden zouden de twee Oostenrijkers nooit worden.
 

Arthur Seyss-Inquart was de ongeduldige Rauter vaak te slim af 

Uiteindelijk bleek Rauter niet in de wieg gelegd voor bestuurswerk dat zoveel van het geduld vroeg. Hij vond weer zijn draai nadat de geallieerden Nederland waren binnengevallen en toen hij als generaal de verdediging van Arnhem mocht leiden. Hij omschreef het tegenover de Jong als ‘zijn gelukkigste tijd in Nederland’.
 

De persoon Rauter

Natuurlijk is het beeld van de persoon Hanns Rauter sterk bepaald door de psychologische duidingen van De Jong en later In ’t Veld, maar ook door zijn eigen verweer bij het naoorlogse proces. Daar koos Rauter er, als zoveel berechte nazikopstukken, voor om zich vooral voor te doen als een geboren vechtersbaas, die zijn meerderen graag ter wille was. Dat de door hem gedeporteerde Joden massaal werden vermoord, beweerde hij niet te hebben geweten.
 

Dat de door hem gedeporteerde Joden massaal werden vermoord, beweerde hij niet te weten

Ongetwijfeld kunnen de tamelijk oppervlakkige beelden die nu bestaan meer diepgang krijgen door nader onderzoek. Misschien dat de pogingen om het nationaal-socialistische wereldbeeld van binnenuit te begrijpen hierbij kunnen helpen. Wellicht kan ook een grondige kennis van psychiatrische stoornissen – gebrek aan empathisch vermogen of een stoornis in de gewetensontwikkeling – van dienst zijn, hoewel diagnoses moeilijk achteraf kunnen worden gesteld.

En misschien moeten degenen die zich met de persoon Rauter willen bezighouden niet alleen beschikken over een sterke maag, maar er tevens in kunnen berusten dat er achter het SS-masker misschien niet zo gek veel bijzonders te vinden zal zijn. Rauters biograaf valt hoe dan ook niet te benijden.
 
Koen Vossen is historicus, publicist en docent politicologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
 

Meer weten

Over Rauters carrière in de Heimwehr is de beste studie tot dusverre een recente, op internet te vinden scriptie van Andreas Schrabauer: Anfänge der Repression und Judenverfolgung in den Niederlanden (1940-1941). Hanns Rauter und der Donauklub im Besatzungsapparat (2012).
 
Daarnaast zijn er de oudere werken van N.C.K.A. in ’t Veld, De SS en Nederland (1976) en Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 4, Mei ’40 – maart ’41 (1972).

Het proces Rauter is een bronnenpublicatie (1952).

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.