Home Frits Bolkestein blikt terug op een kwart eeuw Nederlandse politiek

Frits Bolkestein blikt terug op een kwart eeuw Nederlandse politiek

  • Gepubliceerd op: 29 april 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Rutger Zwart

Onder het leiderschap van Frits Bolkestein groeide de VVD in de jaren negentig uit tot de op een na grootste partij van Nederland. Het was maatschappelijke betrokkenheid die hem vijfentwintig jaar geleden de politiek in dreef. `De ideeën van het kabinet-Den Uyl waren gespeend van iedere werkelijkheidszin.’


Vijfentwintig jaar geleden stapte u uit idealisme over van het bedrijfsleven naar de politiek. Waar kwam die missiedrang vandaan?
`Het is achteraf heel opmerkelijk dat ik in de politiek terecht ben gekomen. In mijn studietijd had ik volstrekt geen belangstelling voor politiek. Ik studeerde wiskunde, klassieke talen, filosofie. Ik stemde op Drees; dat vond ik een vertrouwenwekkende figuur. Verder hield ik me liever bezig met literatuur en films.
        De politieke interesse is pas veel later gekomen. Door mijn werk voor Shell in Afrika, Zuid-Amerika en Indonesië kwam ik in aanraking met regeringen en vakbonden. Toen groeiden langzamerhand mijn ideeën over wat politiek goed is. Midden jaren zeventig kwam ik in Parijs te werken en bezocht ik regelmatig Nederland. Toen werd ik met de neus op de feiten gedrukt. Ik maakte kennis met het Nederland van Den Uyl.
        Ik voelde me echt persoonlijk betrokken bij de toestand in Nederland. U moet weten, ik kom uit een familie met veel ambtenaren en juristen. Gemeenschapszin en verantwoordelijkheidsbesef waren belangrijke elementen in mijn opvoeding. Ik dacht: hoe moet het nu verder met dit land? Ik vond dat ik mijn stem moest verheffen. Er zat maar één ding op: zelf de politiek in gaan.’

Uw keuze om politicus te worden was een daad van opoffering?
`Luister, ik had het prima naar mijn zin bij Shell. Ik weet niet wat ik allemaal had kunnen bereiken. Ik zou op mijn 57e met pensioen zijn gegaan en nu een rustig leventje hebben gehad. Als de toestand in Nederland niet zo idioot was geweest, was ik absoluut niet politiek actief geworden. Maar de werkelijkheid in Nederland dwong mij een andere keuze te maken.’

Heeft u achteraf spijt van uw keuze?
`Absoluut niet! Maar ik heb dan ook veel geluk gehad. Ik kwam in 1977 met de hakken over de sloot in de Kamer, kon later staatssecretaris en minister worden, en uiteindelijk zelfs fractievoorzitter. Dat had ik in 1977 allemaal niet voorzien.’

Wat was er zo erg aan de politiek van Joop den Uyl en Nieuw Links, de radicaal-socialistische linkervleugel binnen de PvdA?
`De ideeën van het kabinet-Den Uyl waren gespeend van iedere werkelijkheidszin. Den Uyl noemde de dekolonisatie van Suriname zijn “beste regeerdaad”. Dit soort ideeën over buitenlandse betrekkingen en economie waren dermate idioot dat ik dacht: dit kan zo niet doorgaan. Het waren de standpunten van Nieuw Links; ik vond ze modieus, oppervlakkig en weinig democratisch. Er heerste een sfeer van “wij weten”. Dat irriteerde me.

Hoe schadelijk is Nieuw Links voor Nederland geweest?
`De schade die het kabinet-Den Uyl heeft aangericht is zeer groot geweest. Ik denk dan overigens niet alleen aan mensen als Joop den Uyl en Jan Pronk, maar ook aan iemand als oud-minister van Sociale Zaken Wil Albeda. We hebben 25 jaar nodig gehad om het financieringstekort dat toen ontstond onder controle te krijgen. Den Uyl was een slecht leider. Hij was niet bang voor de Russen, maar wel voor de jongens en meisjes van zijn partij. Hij wilde voortdurend iedereen binnenboord houden. Natuurlijk is het niet leuk om vleugels te verliezen, maar het gaat hier om serieuze zaken. Den Uyl had standpunten moeten durven innemen.’

In hoeverre was het politieke klimaat in Nederland uniek?
`New Left was natuurlijk een internationaal verschijnsel. Uniek aan Nederland was het gebrek aan verzet van de elite, waardoor het harder toesloeg dan elders. De bourgeoisie in Nederland gaf te veel toe. Een man als Joris Cammelbeeck, toen rector magnificus van de Universiteit van Amsterdam, had normaal gesproken weerstand moeten bieden aan de modieuze ideeën van de studentenbeweging. In plaats daarvan sloot hij zich aan bij Nieuw Links. Karl Marx heeft gezegd: “Zij die de waarden bepalen, zijn de baas.” En het waren de leiders van de studentenbeweging, de studentencommunisten, die in die tijd de waarden bepaalden. Om traditionele waarden als spaarzin en deugdzaamheid werd gelachen. De bourgeoisie voelde zich hierdoor onthand.’

Nieuw Links had toch ook goede ideeën? Had u bijvoorbeeld helemaal geen sympathie voor de kritiek op de stoffige jaren vijftig?
`Ik vind het beeld van de stoffige jaren vijftig totaal overdreven. O die saaie jaren vijftig! Ik heb het heerlijk gehad. Mijn vrouw en ik waren jong. Zij zat op de toneelschool, ik op de universiteit. Ik volgde de vakken die ik wilde: Grieks, theologie, filosofie – alles was mogelijk. Ik woonde op kamers, had een baantje. Hoezo saai?’
        Ik kan me voorstellen dat de jaren vijftig voor mensen uit een milieu als dat van Maarten ’t Hart of Gerard Reve minder mooi waren. Maar ik had totale vrijheid, heb twee jaar in Amerika gestudeerd. Ik herinner me de jaren vijftig als paradijselijk.’

Kan het succes van Nieuw Links misschien worden verklaard door de ontzuiling die we in Nederland net achter de rug hadden?
‘Er is er zeker een verband tussen de ver doorgevoerde verzuiling, de plotselinge ontzuiling en het gebrek aan weerstand tegen de ideeën van Nieuw Links. De verzuiling was in Nederland heel ver doorgevoerd. En iedere overdrijving roept weer een nieuwe overdrijving op.’

In 1977 kwam u in de Kamer en begon uw kruistocht tegen Nieuw Links. Hoe is dat zo gegaan?
`In het begin was ik echt niet in de positie om het opinieklimaat te beïnvloeden. Vanwege mijn kennis van het buitenland werd ik in 1978 woordvoerder Buitenlandse Betrekkingen. Nou, dat is in Nederland een tamelijk marginale affaire. In 1982 werd ik gevraagd om staatssecretaris voor het handelsbeleid te worden. Ik deed mijn werk en keek niet veel verder. Daar komt bij dat mijn eerste vrouw in 1985 overleed.
        In 1988 werd ik korte tijd minister van Defensie. De periode van agendasetting kwam pas toen ik in 1990 gevraagd werd fractievoorzitter te worden. Maar ook toen moest ik nog voorzichtig opereren. In het begin van de jaren negentig stond de VVD er niet goed voor. We hadden 22 zetels en in de peilingen stonden we op 15. Het was toen echt alle hens aan dek.’

Ambieerde u na de verkiezingen van 1994 geen ministerspost?
`In 1994 haalden we 31 zetels en formeerden we het paarse kabinet. Ik heb er toen bewust voor gekozen in de Kamer te blijven. De VVD haalt na kabinetsdeelname altijd slechte verkiezingsuitslagen. En het gevaar bestond dat de VVD als juniorpartner in het kabinet last zou krijgen van identiteitsverlies. Door in de Kamer te blijven hoopte ik dit te ondervangen. Als ik minister was geworden, had ik niet de vrijheid gehad om mijn opvattingen te verkondigen.
        Overigens was mijn keuze niets nieuws: partijleiders als Oud, Romme en Tilanus bleven in de jaren vijftig ook in de Kamer. Ik greep dus terug op een klassieke configuratie. Ik had de vrijheid om, afgezien van het regeerakkoord, te zeggen: heren, het moet anders. Tot grote onvrede van de andere regeringspartijen.’

Is uw missie geslaagd? Is het opinieklimaat in Nederland gewijzigd?
`Het opinieklimaat is inderdaad in zeer overwegende mate gewijzigd. Het gezonde verstand overheerst weer in de Nederlandse politiek. Maar u moet niet denken dat dat alleen door mij is gekomen. Het opinieklimaat is gewijzigd doordat de werkelijkheid niet strookte met wat men wilde. Ik heb natuurlijk wel een rol gespeeld in die confrontatie tussen Nieuw Links en de werkelijkheid. Maar als ik niet in de politiek zou zijn gegaan, was zonder twijfel hetzelfde gebeurd. Ik heb het proces alleen kunnen versnellen.
        De Nieuw-Linksers zijn met hun neus op de werkelijkheid gestoten. In 1977 had de CPN acht zetels in de Tweede Kamer! Dat je in de jaren dertig communist bent, vind ik nog te begrijpen. Om in de jaren veertig communist te zijn, vergt moed. Dat je na de oorlog nog even achter Moskou aan loopt, is mogelijk. Maar om na 1956 en 1968 nog communist te zijn… Mensen als Elsbeth Etty en Ina Brouwer. Ik dacht: zijn die kinderen van God los? Heulen met onderdrukkers. Onbegrijpelijk!’

En hoe nu met Nieuw Links? Ziet u verwantschap met het antiglobalisme?
`Antiglobalisme is in zekere zin de reïncarnatie van Nieuw Links. Men heeft geen historisch geheugen. Het is opnieuw Rousseau: de mens is goed. No Logo? Ik zou zeggen: hoe meer logo’s des te beter. Ik koop altijd schoenen van een bepaald merk, omdat het goede schoenen zijn.’

U bent niet bevreesd voor de macht van multinationals?
`Macht zit niet bij grote bedrijven, maar bij kleine verbanden. Bij de bakker op de hoek die zijn personeel terroriseert, of in het gezin. Tegen monopolisme van multinationals kunnen we ons via mededingingsautoriteiten verzetten.’

Hoe kijkt u aan tegen de huidige politiek in Nederland?
`Paars heeft historische resultaten geboekt. Het schatkisttekort is weg, de werkloosheid opgelost. Wie had dat acht jaar geleden voor mogelijk gehouden? Natuurlijk zijn er nog genoeg problemen over. Ik denk dan met name aan de asielzoekers en de WAO. Die verhalen over de wachtlijsten zeggen me niet zoveel; dat volg ik niet meer.’

Er worden wel eens vergelijkingen getrokken tussen u en Pim Fortuyn. U bent bijvoorbeeld beiden intellectueel. Voelt u verwantschap?
`Absoluut niet. Ik ben geen intellectueel, maar een pragmaticus. Met intellectuelen loopt het slecht af in de politiek. Daar komt bij dat mijn ideeën waren opgetrokken uit werkelijkheidszin, terwijl Pim Fortuyn niet meer is dan een protestverschijnsel. Hij heeft geen coherente maatschappijvisie, maar maakt handig gebruik van de angst voor criminaliteit en de weerzin tegen de stroperige bestuurscultuur.
        En dat is een opmerkelijk en typisch Nederlands fenomeen: een grote ontvankelijkheid voor plotseling opkomende modes. Je zag het bij Nieuw Links en nu opnieuw met Pim Fortuyn. Fortuyn is ook een modieus verschijnsel, en net als voor Nieuw Links in de jaren zeventig valt Nederland er massaal voor.’

U hebt uw bijdrage geleverd aan de wijziging van het opinieklimaat in Nederland. Bent u zelf in uw leven ooit van mening veranderd?
`Nee. Ik heb wel eens kleine inschattingsfouten gemaakt, maar ik denk nog steeds in grote lijnen hetzelfde als 25 jaar geleden.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.