In Rusland is geen gebrek aan patriottische films over de Tweede Wereldoorlog. Zoals in alle landen gaan ze bijna altijd over mannen. Ze tonen heldhaftige soldaten, die onverschrokken de vijand te lijf gaan. Dat in de Tweede Wereldoorlog in de Sovjet-Unie 800.000 vrouwen in het leger zaten, komt in Russische films zelden aan bod.
Dat is vreemd, helemaal gezien het feit dat veel van deze vrouwen dezelfde gevechtsfuncties als mannen uitoefenden. Ze reden tanks, waren scherpschutters en bedienden afweergeschut. Over hun oorlogservaringen schreef Nobelprijswinnaar Svetlana Alexijevitsj het verpletterende interviewboek De oorlog heeft geen vrouwengezicht. Het bevat de herinneringen van deze vrouwen aan de onvoorstelbaar gruwelijke oorlog. Dat veel vrouwelijke veteranen na de oorlog anders dan teruggekeerde mannelijke soldaten niet als helden, maar als soldatenhoeren werden gezien, is van een ongelofelijk wrede onrechtvaardigheid.
Meer filmrecensies lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Het jonge Russische filmtalent Kantemir Balagov (28) liet zich voor Beanpole inspireren door De oorlog heeft geen vrouwengezicht. De speelfilm voert kort na het einde van de oorlog in Leningrad een jonge vrouw op, die in een ziekenhuis oorlogsveteranen verpleegt. Door alle ellende is ze getraumatiseerd, wat zich uit in plotseling optredende bevriezing van haar bewegingen. Als haar vriendin uit de oorlog terugkeert, die haar zoontje bij haar had achtergelaten, treft deze een drama aan. Beanpole is weliswaar geïnspireerd op De oorlog heeft geen vrouwengezicht, maar gaat niet over herinneringen aan de oorlogsgruwelen, maar over de traumatische gevolgen ervan. De film is minder schokkend dan de literair-journalistieke inspiratiebron, maar aangrijpend als verbeelding van oorlogstrauma’s.