Home Extreem-rechtse partijen bleven na de oorlog lang rommelen in de marge

Extreem-rechtse partijen bleven na de oorlog lang rommelen in de marge

  • Gepubliceerd op: 29 dec 2025
  • Update 23 dec 2025
  • Auteur:
    Bram de Graaf
Een demonstratie van de Nederlandse Volks-Unie

Tot ver in de jaren zestig hielden Nederlandse oud-nazi’s zich vooral in het geheim bezig met onderlinge hulp en eerherstel. Daarna traden rechts-extremisten steeds openlijker naar buiten. Ze pleitten voor een ‘blank en veilig’ Nederland. 

In de nacht van 20 op 21 augustus 1983 werd de 15-jarige Antilliaanse Kerwin Duinmeijer in Amsterdam met een knipmes doodgestoken. De dader was de 16-jarige skinhead Nico Bodemeijer. De reden: Kerwins huidskleur. ‘Jij moet terug naar je eigen land’ was Duinmeijer gezegd in de woordenwisseling die aan de steekpartij voorafging.  

De moord schokte Nederland. Een week later liepen duizenden mensen mee in een antiracismedemonstratie in Amsterdam. Die werd afgesloten bij de Dokwerker op het Jonas Daniël Meijerplein, het monument dat symbool staat voor het verzet tegen onderdrukking en racisme.  

Herdenking van de moord op Kerwin Duinmeijer
Herdenking van de moord op Kerwin Duinmeijer. Amsterdam, augustus 1996.

De moord op Duinmeijer was niet het eerste incident waarbij extreem-rechtse jongeren in die jaren betrokken waren. De media repten over ‘herlevend fascisme’, in tv-debatten ging het over de ‘nieuwe bruine bedreiging’. Zorgwekkend voor velen was ook dat extreem-rechtse partijen als de Nederlandse Volks-Unie (NVU) en de Centrumpartij (CP) deelnamen aan verkiezingen en stemmen vergaarden. Het taboe op het naoorlogs fascisme leek verdwenen en de democratie werd bedreigd. De vraag was in hoeverre er een link bestond tussen deze partijen, met hun gewelddadige achterban, en de toenmalige NSB. 

Direct na de bevrijding was Nederland begonnen de nazi-ideologie uit te bannen en de aanhangers ervan te vervolgen. Op 6 mei 1945 werd de NSB verboden, op 1 juni 1945 werden de Politieke Opsporingsdiensten (POD’s) opgericht. Deze speciale, lokale politiediensten zochten verdachten van collaboratie op en onderzochten hun daden. Eind 1945 zaten bijna 150.000 Nederlanders vast omdat ze ‘fout’ waren geweest tijdens de Duitse bezetting. Bijna 75.000 mensen waren NSB-lid geweest, ruim 22.000 hadden gediend bij de Waffen-SS, anderen hadden landgenoten verraden of met de Duitsers samengewerkt. Onder de gearresteerden waren veel fanatieke nazi’s. Via de Bijzondere Rechtspleging werden vanaf november 1945 tot mei 1948 zo’n 50.000 mensen berecht. Vanwege het enorme aantal werden bijna 100.000 verdachten ‘voorlopig’ buiten vervolging gesteld. 14.000 mensen werden uiteindelijk veroordeeld, 154 tot de doodstraf. Daarvan werden er 39 voltrokken. 

Collaborateurs in Kamp Amersfoort
Collaborateurs in Kamp Amersfoort, juli 1945.

Veel veroordeelden kregen al vanaf midden 1947 gratie omdat het politieke klimaat veranderde. De Koude Oorlog zorgde voor een nieuwe vijand en Nederland richtte zich op wederopbouw en verzoening. Maar ook publicaties over de slechte behandeling van de gedetineerden speelden een rol. In 1948 verscheen de schokkende brochure Kamptoestanden van de gereformeerde predikant en journalist Hendrik Willem van der Vaart Smit. Vanwege zijn NSB-lidmaatschap en leiding van het pro-Duitse Nederlands Christelijke Persbureau had hij negen jaar cel gekregen. Tijdens zijn detentie tekende hij getuigenissen over mishandelingen, martelingen en treiterpartijen van medegedetineerden op en smokkelde die de gevangenis uit. De brochure, met een oplage van 40.000 exemplaren, leidde tot grote verontwaardiging in Nederland. Blijkbaar waren Nederlanders geen haar beter dan de Duitsers. 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

‘Hulp en steun’ 

De meeste vrijgelaten NSB-leden en Waffen-SS’ers wilden niets meer met politiek te maken hebben en verdwenen in de anonimiteit. Maar sommigen zochten elkaar weer op. Wat hen bond waren hun ongewijzigde opvattingen over Adolf Hitler en het nazisme. Ze ontmoetten elkaar in het geheim, want openlijk voor hun politieke overtuiging uitkomen stond een maatschappelijke carrière in de weg.  

Onderling was er sprake van een enorme kameraadschap. Veel van hen zetten zich in voor gelijkgestemden die nog achter de tralies zaten. Zo werd in 1951 de Stichting Oud Politiek Delinquenten (SOPD) opgericht door de voormalige SS-Obersturmbahnführer Jan Hartman en de Groningse jurist en voormalige collaborateur Jan Wolthuis. Hartman was tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld, maar had in 1951 amnestie gekregen. Doel van dit netwerk van zo’n 400 oud-veroordeelden was ‘het verlenen van hulp en steun aan hen die benadeeld zijn geworden door de sinds 1945 ingetreden toestand’. Om dat te bereiken voerden ze ‘actie die kan leiden tot rechtsherstel en amnestie van en voor die benadeelden’. 

Onderling was sprake van een enorme kameraadschap 

In zijn hulpverlening ging Hartman vermoedelijk heel ver. Op 26 december 1952 ontsnapten zeven tot levenslang veroordeelde Nederlandse oorlogsmisdadigers uit de Koepelgevangenis van Breda. Ze vluchtten naar West-Duitsland, waar ze als politieke vluchtelingen werden toegelaten en zodoende niet konden worden uitgeleverd. De ontsnapping leidde tot een aantal arrestaties van helpers in Nederland. Een van de verdachten was gelieerd aan de SOPD. Tijdens het proces viel de naam van Hartman. Hoewel zijn aandeel niet bewezen kon worden, bleef hij tot zijn dood in besloten kring opscheppen over zijn rol bij de ontsnapping.  

De verdenking leidde ertoe dat de SOPD, die aanvankelijk werd getolereerd, in 1954 werd verboden. Hartman begon in 1955 een nieuwe stichting: HINAG – ‘Hulp aan Invalide Oud-Oostfrontstrijders, Nabestaanden, Politieke Gevangenen en Anderen’. De nieuwe stichting had nauwe banden met de Duitse zusterorganisatie HIAG, waar prominente Waffen-SS’ers als Sepp Dietrich de leiding hadden. De steun aan oud-SS’ers en andere collaborateurs, alsmede hun reüniebijeenkomsten, duurde tot ver in de twintigste eeuw. In 1969, het jaar van Hartmans overlijden, werd het werk voortgezet in de Jan Hartman Stichting. In 1970 deed de stichting een mislukte poging om op de Veluwe een tehuis te vestigen voor oostfrontveteranen, naar voorbeeld van het tehuis voor Indië-veteranen Bronbeek in Arnhem. 

Extreem-rechtse jongeren
Extreem-rechtse jongeren worden onder politiebescherming in de trein gezet na een demonstratie van de Nederlandse Volks-Unie. Den Haag, 24 november 1979.

Opvolger NSB verboden 

Hartman had geen politieke ambities gehad. Omdat hem het Nederlanderschap was ontnomen, zoals bij de meeste Waffen-SS’ers, kon hij zich ook niet verkiesbaar stellen. De oud-Waffen-SS Untersturmführer Paul van Tienen kon dat wel. Vrijwel heel de oorlog vocht hij aan het oostfront. In 1948 werd hij tot acht jaar gevangenisstraf veroordeeld, maar halverwege 1949 kreeg hij al amnestie. Omdat hij minderjarig was toen hij zich bij de Waffen-SS aanmeldde, behield hij wel zijn Nederlanderschap. Zo kon hij met collaborateur Wolthuis in 1953 de Nationaal Europese Sociale Beweging (NESB) oprichten als politieke tak van de SOPD.  

Hun partijprogramma was vrijwel identiek aan dat van de NSB: ze streefden naar een herleving van de oude ideologieën van nationalisme, racisme en autoritair bestuur. Wel waren daarin woorden veranderd. De NESB verheerlijkte niet het Groot-Germaanse rijk, maar Europa als buffer tegen het communisme. Van Tienen zag geen verschil tussen de SS-divisie Wiking, waarvan hij deel uitmaakte, en de NAVO. Beide bestonden immers uit soldaten uit diverse Europese landen die de Sovjet-Unie als vijand hadden. Maar de Hoge Raad zag de NESB wel degelijk als opvolger van de NSB. In 1955 verbood de raad de partij. 

Van Tienen bleef daarna vanuit zijn Utrechtse boekhandel het nazi-gedachtegoed verspreiden. Hij verkocht geïmporteerde nazi-lectuur en was uitgever van het tijdschrift Revisie, dat het nazistische gedachtegoed verheerlijkte. In 1965 werd hij tot zes maanden cel veroordeeld vanwege de verspreiding van anti-Joodse lectuur. 

De Zwarte Weduwe

Florrie Rost van TonningenHeubelde weduwe van NSB-topman Meinoud Rost van Tonningen, was een verbindende factor voor neonazi’s in Nederland én Vlaanderen. Haar man, die stond voor een radicalere en openlijk antisemitische NSB, pleegde in juni 1945 in de gevangenis zelfmoordFlorrie verspreidde na de oorlog nazi-lectuur en organiseerde nazibijeenkomsten. Als student in Berlijn was ze in 1936 onder de indruk van Adolf Hitler geraakttot haar dood stond ze achter hem en zijn ideeën. Hij [Hitler] was een groot man in die tijd, zei ze in 2000 in het tv-programma Het zwarte schaap. Het is onjuist om hem in deze tijd als zwart schaap te gebruiken. 

Florrie Rost van Tonningen bij de rechtbank
Florrie Rost van Tonningen bij de rechtbank. Ze staat terecht op verdenking van bezit van racistische lectuur, 9 maart 1989.

Voor dat gedachtegoed was in die jaren steeds meer belangstelling gekomen als gevolg van maatschappelijke veranderingen zoals de ontzuiling, globalisering, dekolonisatie en vooral: migratie. Het bood een nieuwe voedingsbodem voor extreem-rechtse en neonazistische bewegingen. Van Tienens NESB richtte zich bij de oprichting al tegen de aanwezigheid van 12.000 Zuid-Molukkers in Nederland. Ze waren in 1951 vanuit Indonesië ‘tijdelijk’ naar ons land overgebracht en vormden een gevaar voor de zuiverheid van het Nederlandse bloed, vond de NESB. Mocht hun terugkeer niet mogelijk blijken, dan moest overwogen worden ze naar Suriname te verschepen. Nieuw waren de gastarbeiders. In de jaren vijftig kwamen de Italianen en Spanjaarden, in de jaren zestig de Turken en Marokkanen.  

Twee Italiaanse gastarbeiders praten met Nederlandse vrouw
Twee Italiaanse gastarbeiders maken een praatje met een jonge vrouw, vermoedelijk in Amsterdam. Foto jaren zestig.

Tot ver in de jaren zestig waren de Nederlandse (oud-)nazi’s voornamelijk bezig met onderlinge hulp en eerherstel. Maar daarna werd het onderwerp ‘buitenlanders’ een centraal thema in de extreem-rechtse retoriek. Nederland moest ‘blank en veilig’ blijven, werd de slogan van de Nederlandse Volks-Unie, die op 27 mei 1971 werd opgericht. De NVU had expliciet neonazistische trekken: de partij sprak over eerherstel voor oorlogsmisdadigers, verheerlijkte de Germaans-christelijke cultuur en streefde naar eenwording van Nederland en Vlaanderen. Veel bestuursleden van het eerste uur, zoals voorzitter Bernhard Postma, waren NSB-lid geweest.  

Het bekendste gezicht van deze partij werd Joop Glimmerveen. Vanwege zijn anticommunisme had hij zich op zijn 22ste als oorlogsvrijwilliger voor Korea gemeld. Hij was aanvankelijk lid van de PvdA-jeugd, maar verrechtste in de jaren zestig en ging zich profileren als neonazi. Hij ontkende dat Hitler een misdadiger was en zag hem als een groot econoom. Hitler had ‘de eerste werkelijk beschaafde staat in de moderne geschiedenis gevestigd’, aldus Glimmerveen. Van de Holocaust had hij nooit bewijzen gezien en hij betwijfelde of er ooit één Jood was vergast.  

Glimmerveen was een bewonderaar van Hitler

In 1974 nam hij met de Lijst Glimmerveen deel aan Haagse gemeenteraadsverkiezingen, waarbij hij de leus ‘Den Haag moet blank en veilig blijven’ voerde. Hij haalde net geen zetel, maar werd met zijn campagne een held bij het NVU-bestuur. Nog datzelfde jaar werd hij daar voorzitter. Voor de parlementsverkiezingen van mei 1977 verspreidde hij slogans als ‘Glimmerveen voor een blank Nederland’ en maakte de partij daarmee landelijk zichtbaar.  

Skinheads 

Omdat de Nederlandse grondwet de vrijheid van vereniging beschermt, kon de NVU blijven bestaan. Wegens fascistische uitlatingen tijdens verkiezingscampagnes in 1978 werd de NVU door de rechtbank wel verboden, maar zonder eis tot ontbinding. Hoewel de partij nooit een Kamerzetel won, werd Glimmerveen als politicus de spreekbuis en vertegenwoordiging van extreem-rechts in Nederland. Achter hem schaarden zich vanaf eind jaren zeventig steeds meer radicale jongeren, zoals de skinheads. Ze waren afkomstig uit de witte arbeidersklasse en vonden dat hun banen en huizen werden ingenomen door gekleurde vreemdelingen.  

Joop Glimmerveen wordt weggejaagd door linkse demonstranten
Joop Glimmerveen wordt weggejaagd door linkse demonstranten bij een anti- fascismedemonstratie, 27 oktober 1979.

Niet de oude NSB vormde hun inspiratiebron, maar neonazistische bewegingen uit West-Duitsland (onder andere Aktionsfront Nationaler Sozialisten/Nationale Aktivisten), het Verenigd Koninkrijk (National Front), Frankrijk (Ordre Nouveau) en de VS (Ku Klux Klan), waarmee ze contacten onderhielden. Ze werden berucht om hun agressie op straat tegen immigranten en confrontaties met politieke tegenstanders en de politie. Ook pleegden ze aanslagen, zoals op 12 mei 1983 op het PSP-kantoor in Tilburg. Veel van deze jongeren vonden de NVU al snel te gematigd. Daarom ontstonden in de loop van de jaren tachtig nieuwe extreem-rechtse jongerenorganisaties als Jongeren Front Nederland (JFN) en, naar Duits voorbeeld, het Aktiefront Nationale Socialisten (ANS). Groot was de aanhang nooit, maar aanwezig waren ze des te meer. 

Hendrik ‘Boer’ Koekoek

Aan de Boerenpartij, die van 1963 tot 1981 in de Tweede Kamer zat, kleefde een extreemrechts imago. De conservatievenationalistische partij van de Drentse landbouwer Hendrik ‘Boer’ Koekoek verzette zich in eerste instantie tegen landbouwregels die de overheid oplegde. Aanvankelijk stemden alleen boeren op de partij, maar gaandeweg werd het meer een rechtse protestpartij. Bij Provinciale Staten en gemeenteraadsverkiezingen in 1966 won de BP veel zetelsUit onderzoek bleek toen dat veel nieuwe vertegenwoordigers een NSB- en/of SS-verleden hadden, zoals de latere NVU-leider Bernhard Postma. Koekoek deed het af met: Waarom nog over NSB’ers napraten na 22 jaar? 

Wat Glimmerveen met de NVU niet lukte, lukte haar afsplitsing, de Centrum Partij (CP), wel. Met lijsttrekker Hans Janmaat, eerder lid van de KVP en DS’70, haalde de CP in 1982 een Kamerzetel. De CP was de eerste extreem-rechtse partij (al voerde ze zelf de leuze ‘niet links, niet rechts’) die dat lukte sinds de Tweede Wereldoorlog. Bijna 70.000 Nederlanders hadden op de partij gestemd omdat Nederland ‘overvol’ was en ze opkwam voor de Nederlandse identiteit en soevereiniteit. 

Met de Kamerzetel van Janmaat in 1982 was extreem-rechts in Nederland een politieke factor geworden. Het onderlinge gekonkel bleef, waardoor de invloed politiek gezien nihil was. De CP viel in 1984 uit elkaar. Janmaat werd uit de partij gezet, maar behield zijn zetel als Groep Janmaat. De Centrumpartij ’86 (CP’86) volgde de uiteengevallen CP op. De nieuw partij werd vanwege haar radicale uitlatingen tegen vreemdelingen bestempeld als ‘neonazistisch’. In maart 1990 behaalde CP’86 in gemeenteraadsverkiezingen elf zetels in vijf gemeenten. Acht jaar later werd de partij alsnog verboden. 

Hans Janmaat houdt een vlag vast bij een demonstratie van de Centrumdemocraten
Hans Janmaat houdt een vlag vast bij een demonstratie van de Centrumdemocraten. Leerdam, 30 maart 1996.

Janmaat ging in november 1984 verder met de Centrumdemocraten (CD), in toon gematigder dan CP’86. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1986 behaalden beide partijen geen zetels, maar in 1989 keerde Janmaat als eenmansfractie terug in de Kamer. De populariteit van de CD bleef vervolgens een aantal jaren groeien. Journalist Peter Rensen ging eind 1993 voor Nieuwe Revu undercover werken op het partijbureau van de CD. Hij ontmoette oud-SS’ers en andere fascisten, skinheads (onder wie Nico Bodemeijer, de moordenaar van Kevin Duinmeijer), Hitler-adepten, criminelen en sensatiezoekers. Kortom: een allegaartje. De sfeer was soms lachwekkend, maar ook gevaarlijk, constateerde Rensen.  

Glimmerveen probeerde zich bij de CD aan te sluiten. Zijn radicale en rechts-extremistische koers botste al snel met die van Janmaat. Hij werd ten slotte uit de partij gegooid omdat hij openlijk Janmaats leiderschap betwistte en bleef uitkomen voor zijn bewondering voor Hitler. Dat was ook begin jaren negentig nog altijd een groot taboe. De herinnering aan de Tweede Wereldoorlog zorgde ervoor dat neonazi’s nooit een reële bedreiging voor de democratie werden, maar bleven rommelen in de politieke marge. Intussen werd de groeiende groep kiezers die ontevreden was met de multiculturele samenleving vanaf halverwege de jaren negentig steeds beter bediend door oude en nieuwe politici, die niet door een bruin verleden waren belast. 

Meer weten:

  • Fout na de oorlog (1991) door Jaap van Donselaar onderzoekt rechts-extremistische figuren in de periode 1950-1990. 
  •  De Nederlandse Volks-Unie (1981) door Carolien Bouw beschrijft de racistische ideologie en de geschiedenis van de partij. 
  •  Dansen met de duivel. Undercover bij de Centrumdemocraten (1994) door Peter Rensen.   

Nieuwste berichten

Dienstplichtigen melden zich voor een mobilisatieoefening
Dienstplichtigen melden zich voor een mobilisatieoefening
Beeldessay

De invoering van de dienstplicht: jongemannen moesten naar het front

Militaire dienst was tijdens de Koude Oorlog vooral een vervelende onderbreking van een studie of carrière. Maar in vroeger tijden moesten tienduizenden dienstplichtige Nederlanders echt hun leven wagen aan het front. Vóór het bestaan van een algemene dienstplicht waren oorlogvoerende regeringen en landheren vooral afhankelijk van betaalde beroepssoldaten. Na een verloren slag konden ze niet...

Lees meer
Piraat Henry Every
Piraat Henry Every
Artikel

Amerikaanse piraten maakten de Rode Zee onveilig en werden schatrijk

Eind zeventiende eeuw was een carrière als piraat in steden als New York en Boston breed geaccepteerd. De Britse regering liet dat toe – tot haar eigen handelsbelangen in het gedrang kwamen. Maar tegen die tijd hadden piraten al hun stempel op de samenleving gedrukt.   In oktober 1694 verscheen in de ruw geplaveide straten van New York, dat toen nog amper 4000 zielen herbergde, een...

Lees meer
Voorbijgangers passeren een doodgehongerde man Charkov
Voorbijgangers passeren een doodgehongerde man Charkov
Artikel

Stalin hongerde de Oekraïners uit om hun verzet te breken

In 1932 wilde Jozef Stalin het tegendraadse Oekraïne voor eens en voor altijd omvormen tot voorbeeldige Sovjetrepubliek. Zijn methode? Een combinatie van zuiveringen en een door mensenhanden veroorzaakte hongersnood. ‘Ik herinner me een moeder die meer op een schaduw leek dan op een mens. Ze stond langs de kant van de weg en haar broodmagere...

Lees meer
Kindergarten. Schilderij door Johann Sperl
Kindergarten. Schilderij door Johann Sperl
Artikel

‘Stil zijn en nergens aankomen.’ De bedenker van de blokkendoos hekelde zijn strenge opvoeding

Papier, klei, zand, steentjes en dozen met houten blokken zijn tegenwoordig in iedere kleuterklas te vinden. Ze stammen uit de onderwijsmethode van de negentiende-eeuwse Duitse pedagoog Friedrich Fröbel. Hij liet kinderen zelfstandig en spelend leren.  De geschiedenis heeft onbarmhartig geoordeeld over de opvoedkundige Friedrich Fröbel. Zeker in vergelijking met zijn Italiaanse vakgenoot Maria Montessori, die...

Lees meer
Loginmenu afsluiten