Home Excessen in Indië verzwegen

Excessen in Indië verzwegen

  • Gepubliceerd op: 29 maart 2022
  • Laatste update 01 nov 2022
  • Auteur:
    Rob Hartmans
  • 3 minuten leestijd
Excessen in Indië verzwegen

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Decennialang probeerde de Nederlandse overheid oorlogsmisdaden in Indonesië te verhullen. Bloedbaden, martelingen en verkrachtingen verdwenen decennialang in de Haagse doofpot. Maurice Swirc laat zien hoe kritische geluiden ongehoord bleven.

Wir haben es nicht gewusst.’ Als Duitsers dat na de oorlog verklaarden over de misdaden van het naziregime, werd er in Nederland lacherig en met minachting op gereageerd. Maar hoe is ons land zelf omgegaan met de oorlogsmisdaden die in de jaren 1945-1949 in Indonesië zijn begaan? Tot voor kort was het officiële regeringsstandpunt dat er zich een beperkt aantal ‘excessen’ had voorgedaan, maar dat van oorlogsmisdaden of structureel buitensporig geweld geen sprake was. Sterker nog: de oorlog zelf werd lang met het eufemisme ‘politionele acties’ gebagatelliseerd. Veel veteranen protesteerden als ooggetuigen of historici tot een ander oordeel kwamen en de meerderheid van de Nederlandse bevolking was niet geïnteresseerd.

Toch had een minister het tijdens die oorlog in een vertrouwelijke brief over ‘Gestapo-methoden’ die Nederlandse troepen zouden toepassen. Verschillende militairen schreven over oorlogsmisdaden waarvan ze getuigen waren geweest. In januari 1949 publiceerde weekblad De Groene Amsterdammer een brief van een officier die het werk van de militaire inlichtingendienst vergeleek met dat van de ‘Sicherheitsdienst, ss of welke andere schofterige Duitse organisatie je er maar voor in de plaats wilt stellen’.

In De Indische doofpot beschrijft Maurice Swirc hoe dit artikel leidde tot Kamervragen en minister-president Willem Drees binnenskamers toegaf dat dit soort berichten juist was. Ook onthult Swirc dat de geheime dienst vervolgens probeerde controle over de politieke koers van De Groene te krijgen.

Uitgebreid vertelt hij hoe in de decennia hierna bloedbaden, martelingen, verkrachtingen en brandstichting in dorpen in de doofpot werden gestopt. Kritische ambtelijke rapporten verdwenen in bureaulades en wanneer klokkenluiders zich meldden – zoals tijdens het geruchtmakende tv-interview met Joop Hueting in 1969 – werd er alles aan gedaan om vervolging te voorkomen.

Toen in 1971 een wet werd aangenomen die de verjaring van (Duitse) oorlogsmisdaden moest voorkomen, gold die niet voor eventuele gewelddaden in Indonesië. Serieus onderzoek werd tegengewerkt om te voorkomen dat duidelijk werd dat de Nederlandse krijgsmacht systematisch extreem geweld had toegepast en dat ‘de politiek’ dit gedoogd en vergoelijkt had. En hoewel iedereen die dat wilde tot op grote hoogte kon weten wat er gebeurd was, bleef het deksel op de Haagse doofpot. Terwijl het in Duitsland zo’n twintig jaar duurde voordat er serieus naar de misdaden van de nazi’s werd gekeken, heeft deze struisvogelpolitiek in Nederland ongeveer zeventig jaar geduurd.

De Indische doofpot. Waarom Nederlandse oorlogsmisdaden nooit zijn vervolgd

Maurice Swirc

664 p. De Arbeiderspers, € 34,99

Bestel in de webshop.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 4 - 2022