Home Drukpers betekende niet het einde van tamtam 

Drukpers betekende niet het einde van tamtam 

  • Gepubliceerd op: 2 januari 2025
  • Laatste update 02 jan 2025
  • Auteur:
    Koos-jan de Jager
  • 2 minuten leestijd
Een boekhandel in de achttiende eeuw.

De opkomst van de eerste kranten leidde niet tot het verdwijnen van orale tradities, concludeert Alie Lassche in haar promotieonderzoek naar vroegmoderne kronieken. ‘Mensen hadden gewoon meer informatie om door te vertellen.’ 

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot HN Actueel? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

In de vroegmoderne tijd vond een ‘informatie-explosie’ plaats. Door de uitvinding van de drukpers vonden steeds meer gedrukte bronnen zoals kranten en pamfletten hun weg naar de lezer. In Leiden onderzocht een groep historici hoe de middenklasse omging met al die nieuwe informatie. Alie Lassche promoveerde begin november 2024 op het gebruik van kronieken. ‘Dat zijn eigenlijk een soort dagboeken, maar dan over een lokale gemeenschap. Ze beschrijven chronologisch allerhande gebeurtenissen. Kronieken zijn vaak geschreven door boeren of handelaren, geen intellectuelen dus.’ 

Het onderzoek van Lassche onderscheidt zich door het gebruik van computermethoden. Haar onderzoeksgroep digitaliseerde 200 kronieken die tussen 1500 en 1850 zijn geschreven in Nederland en Vlaanderen. Lassche wilde vervolgens weten welke onderwerpen in de kronieken behandeld werden en waar de schrijvers hun informatie vandaan haalden. ‘Ik heb een topic model getraind dat patronen in de teksten analyseert en daarmee onderwerpen identificeert. Daarin deed ik dus geen aannames over de inhoud, maar liet die via het model vanuit de tekst naar voren komen.’ 

Dat leverde nieuwe inzichten op. ‘Ik laat zien dat nieuwe nieuwsgenres leiden tot een bredere interesse onder kroniekschrijvers. Vanaf eind zeventiende eeuw wordt er bijvoorbeeld steeds vaker vuurwerk gebruikt bij feesten, waarover aparte boekjes verschijnen. Dan zie je dat kroniekschrijvers óók vaker over vuurwerk in hun eigen omgeving gaan schrijven en daarbij verwijzen naar die boekjes.’  

Digitaal de toekomst?

Digitale methoden van historisch onderzoek zijn enorm in opkomst. Er gaat veel geld naar dit soort projecten, ziet Lassche. Toch waarschuwt ze voor de overschatting van AI-tools. Historisch onderzoek kan niet louter varen op een innovatieve methode. Je hebt kennis van de context nodig om tot goede vragen te komen en de resultaten betekenis te geven. Lassche merkt dat digitale vaardigheden onder historici achterblijven. Ik ben zelf aan de slag gegaan om computationele technieken onder de knie te krijgen, die kwamen tijdens mijn studie nog weinig aan bod. 

Eerder betoogden historici dat de orale traditie door de opkomst van de drukpers naar de achtergrond verdween. Maar dat klopt niet, laten de uitkomsten van de computeranalyse zien. ‘Het aantal bronnen in de teksten neemt in de loop van de eeuwen toe. Kroniekschrijvers verwijzen naar steeds meer gedrukte bronnen, maar de mondelinge bron blijft al die tijd een hoofdrol spelen. Mensen haalden uit de kranten en pamfletten meer nieuws om door te vertellen.’ 

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 1 - 2025