Home De wederopstanding van Amsterdam

De wederopstanding van Amsterdam

  • Gepubliceerd op: 1 mei 2024
  • Laatste update 02 mei 2024
  • Auteur:
    Laurens Bluekens
  • 9 minuten leestijd
Amsterdam in 1980

Een kleine halve eeuw geleden verkeerde Amsterdam in crisis. Hoe de stad vervolgens razendsnel veranderde, vertelt journalist Marcel van Engelen.

Net als steden als New York, Londen, Hamburg en Kopenhagen was Amsterdam eind jaren zeventig flink in verval. De industriële economie liep op zijn einde, inwoners vertrokken massaal naar suburbia en in de vervallen stad waren armoede, werkloosheid, drugsverslaving en criminaliteit structureel : de periode wordt door historici en sociologen ‘de stedelijke crisis’ genoemd.

Meer interviews lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

‘Wordt het nog wat met de stad of is ze ten dode opgeschreven? Dat was destijds de vraag,’ stelt Marcel van Engelen, auteur van het nieuwe boek De stad. Het verhaal van Amsterdam van 1980 tot vandaag. Daarin laat hij zien hoe de stad in de afgelopen decennia in duizelingwekkend tempo van rafelig en arm veranderde in rijk, gewild en opgepoetst.

In welk opzicht is Amsterdam sinds het dieptepunt van eind jaren zeventig het meest veranderd?

‘Amsterdam was destijds een gezins- en arbeidersstad en is nu een global city voor hogeropgeleiden. Vanuit de hele wereld komen mensen naar de stad om banen te vervullen, want het is vooral de enorme toename in werkgelegenheid die de grote druk op de stad veroorzaakt. Daar vloeit uiteindelijk ook de woningmarktproblematiek uit voort. Vanaf 2014 en 2015 is de druk op stad geëscaleerd en gebeurt alles wat daarvoor ook al aan de hand was in een veel hoger tempo: bevolkingsgroei, stijging van huur- en koopprijzen op de woningmarkt, internationalisering en toerisme.

Binnen de ring is de sociaaleconomische samenstelling van de bevolking sterk veranderd. Dat gebied is heel sterk het terrein van hoogopgeleiden en welvarenden geworden. Niet helemaal natuurlijk, want ongeveer de helft van de woningen is nog altijd sociale huur.

‘De stad is voor jonge mensen een soort hotel geworden’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Ook buiten de ring zie je de laatste jaren de gentrificatie oprukken, onder meer in Nieuw-West en Zuidoost. En het gaat steeds harder. Uit cijfers blijkt dat grofweg de helft van de mensen die in 2013 in Amsterdam woonde, er tien jaar later niet meer woonde. De stad vernieuwt zich in hoog tempo en is vooral voor jonge mensen noodgedwongen een soort hotel geworden: ze blijven er maar even.’

Wat doet dat met een stad?

‘Inwoners verhouden zich anders tot hun stad dan vroeger: ze wortelen zich minder. Ze maken zich minder druk om hoe het met de buren gaat, hoe de publieke ruimte erbij ligt en wat er bij de sportclub speelt. Dat is meestal geen onwil, maar noodgedwongen. Voor veel mensen is de stad te duur geworden om er langer te kunnen blijven wonen. De stad is zo gewild dat ze ontoegankelijk is geworden. Ik ben (in 1971, red.) geboren en getogen in Alphen aan den Rijn en ben zoals zovelen naar Amsterdam getrokken om er te studeren. Vervolgens ben ik blijven hangen en kon ik als dertigjarige met mijn salaris als redacteur een appartement kopen en daarna wooncarrière maken.

Maar de Marcel die nu de stad binnen zou komen, heeft die mogelijkheid niet meer. Er worden op dit moment slechts twee typen woningen gebouwd: of heel klein, of heel duur. Die zijn alleen geschikt voor alleenstaanden die heel klein kunnen wonen of mensen die veel kunnen betalen. Alles wat er tussenin zit – de onderwijzers, de verplegers, noem maar op – verlaat noodgedwongen de stad. De Amerikaanse socioloog Richard Florida spreekt daarom ook wel van een nieuwe stedelijke crisis.’

Waar is de verandering van Amsterdam het meest zichtbaar?

‘Het Pontsteigergebouw (een opvallende woontoren aan het IJ, red.) zie ik als een symbool van de Amsterdams metamorfose. Dat was oorspronkelijk een project van woningbouwcorporaties maar werd vanwege de financiële crisis van 2008 overgenomen door een bouwbedrijf en een ontwikkelaar. Het is een gebouw met veel luxewoningen geworden. Zo kocht horecaondernemer Won Yip in 2016 de bovenverdieping van het pand voor een geschat bedrag van zestien miljoen euro. Hij splitste de ruimte op in verschillende appartementen die hij elk met veel winst doorverkocht.

Kijk bijvoorbeeld ook naar de spectaculaire transformatie van de Zuidas. Midden jaren tachtig stonden daar al wel een paar gebouwen, maar vanaf het moment dat ABN Amro zich er vestigde, midden jaren negentig, is het gebied in rap tempo veranderd in een hoogbouwwijk met een mondain zakencentrum.

Pontsteigergebouw
Het Pontsteigergebouw in 2019. Bron: Wikimedia/Ceescamel

De gentrificatie van de Pijp en de andere oude volkswijken is ook tekenend. Vaak wordt daarover gesproken alsof dat pas enkele jaren aan de gang is, maar de Jordaan gentrificeert al sinds de jaren zestig. Er waren toen plannen om die wijk helemaal te slopen. Maar een aantal monumentenbeschermers kwam op voor het behoud van de Jordaan en kocht panden op en verhuurde die aan kunstenaars. Vervolgens kwamen er ook jonge hoogopgeleiden in de Jordaan wonen die weliswaar niet per se rijk waren maar wel meer te besteden hadden, en er een andere levensstijl op na hielden, dan de volkse Amsterdamse gezinnen die er vroeger woonden. Zo kwam er een soort softe gentrificatie op gang.’

‘De Jordaan gentrificeert al sinds de jaren zestig’

Waarom was het een softe gentrificatie?

‘Tot eind jaren tachtig waren alle huurprijzen in Amsterdam gereguleerd. In landen waar huurders minder bescherming genieten en de vrije markt al langer de vrije hand krijgt, heeft de gentrificatie veel harder toegeslagen. Denk aan Amerikaanse steden of Londen.

Luchtfoto van de Jordaan in 1973.
Luchtfoto van de Jordaan in 1973. Bron: Stadsarchief Amsterdam.

In Amsterdam werd de huurmarkt in de jaren negentig geliberaliseerd, waardoor verhuurders voor woningen boven een bepaalde puntengrens, die bepaald wordt door de grootte en luxe van een woning, mogen vragen wat ze willen. Daarnaast ging vanaf 2015 de WOZ-waarde sterk meetellen in het puntenstelsel. Door de enorme stijging van de koopprijzen mochten ook heel kleine woningen voor veel geld verhuurd worden. Vanaf 2016 werd het ook toegestaan om tijdelijk te verhuren. Al die factoren hebben bijgedragen aan de huidige zorgelijke situatie op de Amsterdamse woonmarkt.’

Voor spanning en rafelrandjes is steeds minder ruimte in een stad waar elke vierkante centimeter geld moet opbrengen.

‘Dat is zo, maar de vervolgvraag is dan: is dat erg? Ik denk dat er zeker veel verloren is gegaan, want in Amsterdam was ook ruimte voor allerlei experimenten op cultureel en economisch gebied. Voor duizenden mensen was Amsterdam enkele decennia geleden een spannende en alternatieve plek met allerlei mogelijkheden. Nu probeert de gemeente die ruimte weer te bieden met het zogeheten broedplaatsenbeleid, maar je kunt je afvragen hoe vrij dat echt is. Tegelijkertijd heb ik ook moeite met het romantiseren van de jaren tachtig. De stad is in veel opzichten gewoon verbeterd.’

 ‘Ik heb moeite met het romantiseren van de jaren tachtig’

In het boek spreekt u van een ‘crisis van succes’ in Amsterdam, zo ontoegankelijk is de stad voor een grote groep geworden. Had het ook anders kunnen lopen?

‘Amsterdam had weliswaar niet de reputatie zoals Rotterdam die heeft, maar leunde vroeger wel op de industriële economie. Halverwege de jaren zestig was een derde van de werkgelegenheid te vinden in de haven, de industrie en de bouw. Amsterdam was de grootste arbeidersstad van het land en had daarnaast altijd een diverse economie. Op zo’n macro-economisch proces als de transformatie van een industriële economie naar een kenniseconomie voor hoogopgeleiden kun je als regering of stadsbestuur niet echt grip krijgen. Wel kun je de effecten ervan bijsturen met beleid.

Straatbeeld Amsterdam in 1977.
Amsterdammers in de Haarlemmerdijk in 1977. Bron: Stadsarchief Amsterdam.

Ik denk dat de situatie minder erg zou zijn als de overheid de woningmarkt minder had geliberaliseerd. Op het gebied van wonen leken Wenen en Amsterdam lange tijd veel op elkaar, maar ze zijn volledig uit elkaar gelopen sinds laatstgenoemde de woningmarkt liberaliseerde. Het maken van de stad ligt nu te veel in de handen van private partijen, de gemeente zou het heft meer in eigen handen moeten nemen. De focus op de korte termijn en een zo hoog mogelijk rendement moet weer plaatsmaken voor het collectieve lange termijnbelang.’

Elk hoofdstuk in het boek gaat over een ander stadsdeel, maar daarop maakt u een uitzondering met een hoofdstuk over de in 2018 overleden Michael van der Vlis, die jarenlang namens de Partij van de Arbeid in de gemeenteraad zat en wethouder was. Waarom is hij belangrijk geweest voor de stad?

‘Er waren in de jaren zestig niet alleen plannen om de Jordaan te slopen, maar ook om een groot deel van de negentiende-eeuwse ring, met volksbuurten als de Pijp, de Kinkerbuurt en de Dapperbuurt, met de grond gelijk te maken. Door die plannen zou de bevolking naar ongeveer 440.000 inwoners krimpen, aldus een nota van 1977. Het idee was dat het centrum een city zou worden – een zakencentrum met autowegen er naartoe – en daarom zouden ook de Nieuwmarktbuurt en de Oostelijke en Westelijke Eilanden eraan moeten geloven.

In de strijd die er over deze plannen ontstond, vervulde Van der Vlis een sleutelrol. Hij ijverde voor het behoud van de oude buurten en voor een nieuwe lijn die bekend staat als de compacte stad – al had hij die term niet zelf bedacht. De politicus wilde de oude, rommelige wijken behouden en het inwonertal juist weer laten groeien. Hij zag dat zo’n stad ook een emancipatiemachine voor jongeren was. Gedurende de jaren zeventig zat de strijd om de toekomst van de stad in een impasse, die eind jaren zeventig werd doorbroken. Het stadsbestuur maakte in 1978 een draai en ging voor de compacte stad van Van der Vlis. Het fascinerende is dat hij vrij onbekend is, maar dat Amsterdam zonder hem een soort Los Angeles zou zijn geworden.’

De stad van Marcel van Engelen

De stad. Het verhaal van Amsterdam van 1980 tot vandaag van Marcel van Engelen is vanaf begin mei verkrijgbaar in alle (online) boekhandels. Eerder publiceerde Van Engelen Het kasteel van Elmina, waarin hij het spoor van de Nederlandse slavenhandel vanuit Ghana richting het binnenland van Afrika volgde.

Openingsafbeelding; Amsterdam in 1980. Bron: Stadsarchief Amsterdam / ANEFO.