Voor de Amerikaanse president George Bush en Sovjetleider Michail Gorbatsjov was 1991 een kanteljaar. De Verenigde Staten triomfeerden tijdens de Golfoorlog, terwijl de Sovjet-Unie als een kaartenhuis ineenstortte. Amerika werd de onbetwiste leider op het wereldtoneel. Al duurde dat slechts even.
Wie het lemma ‘1991’ opzoekt in Wikipedia, krijgt ongevraagd een nuttige les in relativerende geschiedbeschouwing. Vrijwel alle gebeurtenissen van dat jaar die daar worden vermeld, zijn ondertussen geruisloos verdwenen in het zwarte gat van de geschiedenis. Zelfs een attente krantenlezer van toen zal zich al die staatsgrepen in Afrika, de dodelijke tornado’s, de verkiezingsuitslagen in totaal onbelangrijke landen, de vliegtuigongelukken en de vulkaanuitbarstingen niet meer herinneren. Klein nieuws dat ik mij nog wel herinner, was de vondst van Ötzi de ijsman, precies op de grens tussen Italië en Oostenrijk, en het besluit om de Duitse hoofdstad te verplaatsen van Bonn naar Berlijn.
Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Veel mensen zullen zich waarschijnlijk nog wel de drie belangrijkste gebeurtenissen van dat jaar herinneren: de Golfoorlog vanwege de bezetting van Koeweit, de verbazingwekkende desintegratie van de Sovjet-Unie en het begin van de Joegoslavische burgeroorlog door de onafhankelijkheidsverklaringen van Slovenië en Kroatië. De Joegoslavische burgeroorlog zou zich nog een klein decennium voortslepen. De Golfoorlog en de desintegratie van de Sovjet-Unie hadden verstrekkende gevolgen voor de strategische verhoudingen in de wereld – vandaar dat die hierna alle aandacht krijgen.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Eensgezind tegen Irak
Op 2 augustus 1990 had het Irakese leger onverwacht Koeweit bezet. Irak had tijdens de oorlog tegen Iran tientallen miljarden dollars van Koeweit en Saoedi-Arabië geleend, maar de Irakese president Saddam Hoessein vond dat die miljarden moesten worden kwijtgescholden. Toen duidelijk werd dat dit niet zou gebeuren, begon hij een propagandaoorlog tegen vooral Koeweit. Die ministaat zou de olieprijs laag houden door te veel olie op te pompen en bovendien olie uit Irakese velden stelen door schuin te boren. Irak eiste daarom 10 miljard dollar van Koeweit, dat slechts bereid was 500 miljoen te betalen. Daarop volgden de bezetting en inlijving van dat land. De Veiligheidsraad van de VN kwam met een onmiddellijke veroordeling en eiste onvoorwaardelijke terugtrekking. Daarna volgde een resolutie met sancties.
De Amerikaanse regering reageerde aanvankelijk terughoudend. Dat was voor de Engelse premier Margaret Thatcher aanleiding om president Bush toe te voegen: ‘Remember George, this is no time to go wobbly.’ Saddam Hoessein bedreigde de hele Golf-regio en concessies waren uit den boze. Of het door Thatcher kwam of dat er sprake was van enige strategische reflectie zullen we nooit weten, maar op 5 augustus zei Bush plotseling, aan het eind van een gesprek met journalisten: ‘This will not stand. This will not stand, this aggression against Kuwait.’
Zijn medewerkers waren verbaasd en vroegen zich aanvankelijk af of de president de verstrekkende betekenis van zijn woorden besefte. Maar dat was wel degelijk het geval: als Saddam Hoessein de bezetting van Koeweit niet beëindigde, zouden de Verenigde Staten met geweld een einde aan die bezetting maken. De VS zonden per direct een aanzienlijke troepenmacht naar Saoedi-Arabië om te verhinderen dat Saddam Hoessein in een snelle operatie vanuit Koeweit de noordoostelijke olievelden van dat land zou veroveren. Saddam Hoessein zou in dat geval namelijk beschikken over 20 procent van de wereldolievoorraad.
Ruim een maand later hield de president een opmerkelijke toespraak voor een gezamenlijke vergadering van Huis en Senaat. Het was niet een kwestie van de VS tegen Irak, zo zei de president, maar van de wereld tegen Irak. Er was inderdaad sprake van een verbazingwekkende eensgezindheid over de Irakese agressie. Irak was traditioneel een cliëntstaat van de Sovjet-Unie, maar Bush kon melden dat Sovjetleider Michail Gorbatsjov, die hij inmiddels in Helsinki had ontmoet, de agressie ook veroordeelde. Het betekende dat de Russen in de Veiligheidsraad hun veto niet zouden gebruiken tegen een eventueel multilateraal optreden tegen Irak.
Groeiende arrogantie
Dat inspireerde de president – meestal een sobere, voorzichtige en nogal trage realist – tot een onverwachte, ronduit idealistische retorische uitbarsting. Dit was volgens hem een uniek moment in de menselijke geschiedenis en mogelijk het begin van een geheel nieuwe historische fase. Er kon wellicht een Nieuwe Wereldorde ontstaan, het begin van een tijdperk waarin de naties in onderlinge harmonie konden leven. Deze grootse visie had Bush in Helsinki al met Gorbatsjov gedeeld. Gorbatsjovs enthousiasme is begrijpelijk, want die had in december 1988 de Verenigde Naties in vergelijkbaar vage, maar aansprekende termen toegesproken.
Vanzelfsprekend was wel dat deze Nieuwe Wereldorde onder Amerikaanse leiding zou staan. Daarvoor was nu eenmaal geen substituut, dat hadden de gebeurtenissen wel aangetoond. Een week later gaf de conservatieve Amerikaanse columnist Charles Krauthammer een heel andere analyse van de strategische situatie na het einde van de Koude Oorlog. De kern van zijn analyse stelde dat de VS nu de onbetwiste leider op het wereldtoneel waren. Er was geen sprake van een nieuwe multipolaire wereld na het einde van de bipolaire wereld. Nee, dit was een uniek unipolair moment. De Verenigde Staten moesten dit aangrijpen om naar eigen inzicht orde op zaken te stellen in de wereld. De VN konden daarbij genegeerd worden, dat was een machteloos gezelschap.
Er was een essentiële overeenkomst tussen de aanpak van Bush en de analyse van Krauthammer: de vanzelfsprekendheid van de Amerikaanse leiding op het wereldtoneel. Het grote verschil was dat Bush Irak wilde aanpakken met een omvangrijke coalitie van bondgenoten en na legitimatie door de Veiligheidsraad. In een grotere consensus, zo dachten hij en zijn medewerkers, zou het Amerikaanse optreden zonder bezwaren aanvaard worden. Zo is het in de volgende maanden ook gegaan.
Maar met de jaren groeide de invloed van Krauthammers analyse. De attente lezer zal in het unipolar moment de arrogante aanpak van president George Bush jr. en zijn vicepresident Dick Cheney na 9/11 hebben herkend. Die opereerden in 2003 zonder legitimatie van de Veiligheidsraad en hun interventie in Irak was internationaal ongekend impopulair.
‘Moeder aller oorlogen’
De VS waren en zijn in militair opzicht zonder meer de machtigste natie ter wereld, maar dat betekent niet dat zij zich een machtspolitieke Alleingang kunnen permitteren. Ook hegemonie is geconditioneerd. Overigens werd na september 1990 niet zoveel meer vernomen van de Nieuwe Wereldorde. De oude Bush en zijn medewerkers waren toch meer ‘realisten’ dan wilsoniaanse idealisten. Dat neemt niet weg dat met ongekende diplomatieke ijver een coalitie van 35 landen op de been werd gebracht om Saddam Hoessein aan te pakken. Een deel daarvan vocht ook daadwerkelijk mee met de omvangrijke Amerikaanse strijdmacht.
Op 29 november 1990 nam de Veiligheidsraad resolutie 678 aan, waarin Irak werd opgeroepen zich uit Koeweit terug te trekken. Gebeurde dat niet, dan zou er militair worden ingegrepen. De deadline was 15 januari 1991. De kosten van de operatie bedroegen zo’n 60 miljard dollar. Meer dan de helft daarvan werd betaald door Koeweit en Saoedie-Arabië. Een laatste ontmoeting tussen James Baker, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, en zijn Irakese ambtgenoot Tariq Aziz bleef zonder resultaat.
Zo ging Operatie Desert Storm op 16 januari 1991 van start met een vijf weken durend bombardement, waarin de hele militaire infrastructuur van Irak werd vernietigd en natuurlijk ook de nodige burgerslachtoffers vielen. De daadwerkelijke grondoorlog begon op 24 februari. Hier en daar boden de Irakese eenheden wel tegenstand, maar uiteindelijk stelde het weinig voor. De hele militaire operatie duurde honderd uur. Toen beloofde Saddam Hoessein Koeweit te ontruimen en besloot president Bush tot een staakt-het-vuren.
Desert Storm wordt een schitterende overwinning; de VS raken hun Vietnam-syndroom kwijt
Dat de hele militaire campagne in de avonduren van 27 februari alweer was afgelopen, was verrassend. Militair deskundigen hadden hoog opgegeven van de gevechtskracht van het Irakese leger, dat immers jarenlange ervaring had opgedaan in de oorlog tegen Iran. Het zou zo weleens de ‘moeder van alle oorlogen’ kunnen worden. Wie zich daarop had verheugd, kwam van een koude kermis thuis. Het was vooral de dodelijke luchtmacht van de coalitie die het Irakese leger bij voorbaat kansloos maakte. Desert Storm werd allerwege beschouwd als een schitterende overwinning en de Verenigde Staten raakten zo hun Vietnam-syndroom kwijt.
Maar de afloop van het conflict vertoonde enige pijnlijke rafelranden. De wapenstilstandsovereenkomst liet Irak het recht om met zwaarbewapende helikopters te blijven vliegen. Ook hadden de Amerikanen oppositionele groepen in Irak opgeroepen in verzet te komen en daarbij de suggestie gewekt dat ze hen dan wel zouden helpen. Toen de Koerden in het noorden en de sjiieten in het zuiden daadwerkelijk in opstand kwamen, werden de zwaarbewapende helikopters gebruikt om de rebellen keihard aan te pakken. En de Amerikanen deden niets. Enorme aantallen Koerden vluchtten de bergen in.
Uiteindelijk kwamen er no-flyzones, maar toen was het kwaad al geschied. Tijdens de vijandelijkheden had Saddam Hoessein enkele tientallen Scud-raketten van Russische makelij op Israël afgeschoten, natuurlijk in de hoop dat het zou terugslaan en dat de Arabieren daardoor de kant van Irak zouden kiezen. De Amerikanen zorgden dat Israël zich rustig hield, door Patriot-antiraketbatterijen te sturen, die overigens zeldzaam ineffectief bleken.
Melodramatisch afscheid
De laatste maand van 1991 bracht het dramatische slotakkoord van de desintegratie van de Sovjet-Unie. Op 8 december tekenden Oekraïne, Wit-Rusland en de Russische Republiek, onder leiding van Boris Jeltsin, de Akkoorden van Belavezha. Die hielden in dat de Sovjet-Unie ophield te bestaan en werd vervangen door een Gemenebest van Onafhankelijke Staten. Gorbatsjov sprak van een ongrondwettige coup, maar dat was het machteloze protest van een hoofdrolspeler die al in de coulissen was verdwenen. Op 21 december tekenden de andere twaalf, nu zelfstandige republieken het Alma-Ata Protocol, dat bevestigde dat de Sovjet-Unie uiteen was gevallen.
Gorbatsjov trad nog eenmaal voor het voetlicht. Op 25 december hield hij een korte toespraak vanuit zijn kantoor in het Kremlin. Hij deelde mee dat hij aftrad omdat zijn functie – hij was president van de Sovjet-Unie – was opgeheven. Al zijn bevoegdheden, inclusief de codes van de kernwapens, gingen over naar Jeltsin. Kort daarna werd de rode vlag met hamer en sikkel boven het Kremlin gestreken. Enige tijd later werd de Russische driekleur gehesen.
Dit alles werd fraai in beeld gebracht door de camera’s van CNN, dat een van de grote winnaars van het jaar 1991 was. Al eerder was de Golfoorlog zo fraai in beeld gebracht dat naderhand werd gesproken van een video-oorlog! Wie herinnert zich niet de geheimzinnige beelden van het gebombardeerde Bagdad op 16 januari? Enorme lichtflitsen in een erwtensoepgroen beeld vanwege de nachtzichtapparatuur.
Aan Gorbatsjovs tragische, maar toch ook wat melodramatische afscheid waren zes steeds chaotischer jaren van hervorming van de Sovjet-Unie en zijn imperium voorafgegaan. Nadat vrijwel alle hoogbejaarde leden van het Politbureau in de eerste helft van de jaren tachtig in hoog tempo waren overleden, werd Gorbatsjov in maart 1985 de leider van de Sovjet-Unie.
Explosie van conflicten
Op dat moment was al overduidelijk dat de Sovjet-Unie aan ingrijpende renovatie toe was. Economie en samenleving stagneerden al jaren. De achterstand op het Westen werd groter en groter. Gorbatsjov startte een ambitieus hervormingsprogramma onder de noemers glasnost – ofwel openheid – en perestroika, dat ‘herstructurering’ of ‘verbouwing’ betekent. Beide strategieën veroorzaakten al snel meer problemen dan ze oplosten. De herstructurering van de economie en in het bijzonder het centrale planningsapparaat liepen al snel vast in onwil en incompetentie. Met als gevolg dat de economische situatie, die toch al beroerd was, de volgende jaren in hoog tempo verslechterde.
Glasnost suggereerde een veel grotere ruimte voor politiek debat en mogelijke democratische hervormingen. Dat leidde niet tot een redelijk en begrijpelijk hervormingsproces, zoals Gorbatsjov en zijn medewerkers waarschijnlijk hadden verwacht, maar tot een ware explosie van nationalistische sentimenten en etnische conflicten.
Sovjetleider Gorbatsjov is een idealist met een hekel aan geweld
In de Baltische republieken begonnen de eerste protesten al eind 1986 en begin 1987. Vanaf dat moment ging een streven naar zelfstandigheid van start, dat al snel niet meer te stoppen bleek. Dat wil zeggen, niet meer te stoppen zonder gebruik van geweld. En daar lag de kern van het glasnost-dilemma. In een staat als de Sovjet-Unie, die met geweld bijeen werd gehouden, betekende de gesuggereerde afwezigheid van geweld dat de gevangengehouden naties direct hun kans schoon zagen om het Sovjetimperium op een of andere wijze te verlaten. Dat was eigenlijk niet verbazingwekkend: binnen het land waren vanaf de vroege jaren vijftig opstanden tegen de Sovjetrepressie aan de orde van de dag geweest. Al die opstanden werden zonder mededogen met militair geweld neergeslagen.
Het grote verschil tussen Gorbatsjov en zijn voorgangers was dat hij nu juist niet meedogenloos was. Hij was een idealist, die een hekel had aan geweld en uiteindelijk geloofde in een democratische orde. Daarbij kwam dat hij radicaliseerde naarmate zijn hervormingen moeizamer verliepen of volstrekt averechtse resultaten hadden.
Fluwelen revoluties
Hij had vooral succes in het Westen, waar aanhoudend sprake was van Gorby-mania. Dat bracht hem wellicht tot een vage, maar zeer idealistische stellingname in een geruchtmakende redevoering voor de Verenigde Naties op 7 december 1988. Daar sprak hij zich uit voor een consensus die de hele mensheid zou moeten omvatten. Een dergelijke consensus had universele vereisten. Een Nieuwe Wereld was alleen mogelijk indien geweld of de dreiging met geweld niet langer gebruikt zou worden als instrument van de buitenlandse politiek. Ook interventie in binnenlandse aangelegenheden was niet langer toegestaan. Het principe van volledig vrije politieke keuze was een dringende noodzaak. Op dat principe waren geen uitzonderingen mogelijk. Tegelijk met deze fraaie retoriek kondigde Gorbatsjov een vergaande demilitarisering van Midden- en Centraal-Europa aan. Zeker 5000 tanks zouden daar verdwijnen.
Hier werd gezegd wat velen in de enorme Sovjetgevangenis al hadden vermoed: Gorbatsjov zou niet met geweld interveniëren als de naties in het Sovjetimperium hun eigen weg wilden gaan. Dat ze uiteindelijk razendsnel volledig zouden vertrekken uit het imperium zal Gorbatsjov niet vermoed hebben. Zo werd het startschot gegeven voor het Wonderjaar 1989, waarin ‘fluwelen revoluties’ – met uitzondering van de gebeurtenissen in Roemenië – een eind maakten aan het Russische imperium. Dat proces deed zich aan de hele zoom van de Sovjet-Unie voor.
In de volgende twee jaren werd Gorbatsjov ingehaald en gepasseerd door het door hemzelf ontketende proces. Terwijl overal democratische verkiezingen plaatsvonden, bleef hij opereren in de oude Sovjetkaders. Toen hem duidelijk werd dat de oude Sovjet-Unie op instorten stond, kwam hij op de valreep met een nieuw verdrag, dat aan de samenstellende republieken van de Unie vergaande autonomie beloofde, binnen een gezamenlijke militaire en buitenlandse politiek.
Het was dat nieuwe Unieverdrag dat conservatieve krachten in het Politbureau tot hun coup van augustus 1991 inspireerde. Die coup was een deerniswekkende mislukking. Het burgerverzet, onder leiding van Boris Jeltsin, op dat moment de enige democratisch gekozen nationale leider, als president van de Russische Republiek, maakte er binnen enkele dagen een eind aan.
Daarmee verdwenen ook de laatste resten van vertrouwen in de oude Sovjet-Unie. Jeltsin en zijn medepresidenten van Wit-Rusland en Oekraïne brachten het wrak op 8 december 1991 tot zinken. De logica van de Sovjet-Unie was een gewelddadige, maar toen die niet valide werd verklaard, was het land ten dode opgeschreven.
Met de Sovjet-Unie verdween de enige supermacht die sterk genoeg was om de Amerikanen van eenzijdig optreden op het wereldtoneel af te houden. Van een Nieuwe Wereldorde waarin de VS de leiding zouden nemen in samenwerking met bondgenoten en gelegitimeerd door de Verenigde Naties is sinds 1991 weinig meer vernomen. Niemand kon bovendien vermoeden dat er binnen een kwarteeuw een nieuwe supermacht zou opstaan: China.
Meer weten
- War in a Time of Peace (2002) door David Halberstam onderzoekt de Amerikaanse geopolitiek in de jaren 90.
- The Last Empire (2015) door Serhii Plokhy gaat over de laatste dagen van de Sovjet-Unie
- To Build a Better World (2019) door Philip Zeliow en Condoleezza Rice toont wat er sinds het einde van de Koude Oorlog gebeurde achter de schermen van de wereldpolitiek.