Mensen hebben de natuur altijd bewonderd, benut en beheerst. Maar ondertussen te veel aan zichzelf gedacht, zo blijkt uit de indringende tentoonstelling Getekend, de natuur in het Centraal Museum in Utrecht.
Te midden van historische tekeningen en schilderijen springt een korte film van Jonathas de Andrade over vissers in het Amazonegebied eruit. De mannen geloven dat je vissen pas mag opeten als je ze letterlijk doodknuffelt. Te zien is hoe dat gaat: na de vangst nemen ze een vis in hun armen en aaien het dier teder tot het stikt. Moeilijk om naar te kijken, maar de film roept wel een essentiële vraag op: hoe ga je respectvol om met de natuur? Het antwoord blijkt voortdurend te veranderen, toont de expositie die is samengesteld door conservator Stadsgeschiedenis Geertje Dekkers.
De rode draad vormen honderd historische tekeningen van de provincie en de stad Utrecht uit de verzameling van de negentiende-eeuwse collectioneur Gerard Munnicks van Cleeff. Ze zijn aangevuld met schilderijen en objecten uit de collecties van het Centraal Museum en andere musea.
Meedogenloze jachtpartijen
Het verhaal begint met de angst voor de natuur, die in zeventiende eeuw nog groot is. Ziektes, rampen en gevaarlijke dieren eisen voortdurend slachtoffers. Dijken breken door, de helft van de kinderen sterft en wolven maken de regio Utrecht onveilig. Bijvoorbeeld bij Den Treek, waar tegenwoordig ‘probleemwolf’ Bram rondwaart. Het leidt tot jachtpartijen om de dieren uit te roeien.

Heerlijk landschap
In de eeuwen daarop gaat de mens de natuur domineren. Op het eerste gezicht levert dat vredige beelden op. Kunstwerken uit de Atlas Munnicks van Cleeff en schilderijen van onder anderen Jacob Maris en Charley Toorop wemelen van de molens, sloten en tuinen. Het heerlijke Hollandse landschap, zoals dat zo vaak is bezongen.
Van wilde dieren valt weinig meer te vrezen: het ultieme voorbeeld van controle vormt een tegeltableau van een mormelig hondje – de wolf is getemd. Aan de natuur wordt bovendien flink verdiend. Zo baden koopman David van Mollem en zijn gezin in luxe. Op een schilderij wijst zijn zoontje de oorzaak aan: een zijderups. In de fabriek van de familie worden de cocons van dit dier gekookt tot draden, waarvan prachtige jurken worden gemaakt – die ook te bewonderen zijn.
Kunstenaars slaan alarm
In de negentiende eeuw beginnen wetenschappers de natuur beter te doorgronden. De tentoonstelling illustreert dat met een anatomisch model van een paard, dat werd gebruikt door geneeskundestudenten. Het levensgrote model zonder huid met zichtbare spieren en klepjes die open kunnen om diepere lagen van het dier bestuderen, wekt fascinatie en ongemak op.
Wetenschappelijk onderzoek maakt ook de keerzijde van het menselijk succes duidelijk. Fabrieken stoten vieze lucht uit en vervuilen het water, de natuur raakt verwoest, de ontbossing slaat toe. Het inzicht ontstaat dat de mens deel is van de natuur en er zuinig op moet zijn, maar daar niet naar handelt.

Het laatste deel van de expositie slaan hedendaagse kunstenaars alarm over de staat van de natuur. Fraai zijn de naïeve tekeningen van de Colombiaan Abel Rodríguez. Hij heeft het Amazonewoud uit zijn jeugd zeventig jaar geleden vastgelegd en toont hoe groot de biodiversiteit van het bos toen was.
Getekend, de natuur is een genot om naar te kijken. En tegelijk een waarschuwing om al dat schoons niet verloren te laten gaan.
650 jaar provincie Utrecht
Een aanleiding voor de tentoonstelling vormt de viering van 650 jaar Stichtse Landbrief. In 1375 werd dit document getekend, dat gezien wordt als het begin van de Provinciale Staten. Het Centraal Museum heeft samen met de provincie Utrecht enkele fietstochten ontwikkeld, waarin tekeningen uit de Atlas Munnicks van Cleeff terugkomen. Getekend, de natuur. Een levende geschiedenis is tot en met 29 maart 2026 te zien in het Centraal Museum in Utrecht.
Openingsbeeld: Zelfportret met vee door Hendrikus van de Sande Bakhuyzen, 1850.
