Home De kracht van Karel V

De kracht van Karel V

  • Gepubliceerd op: 24 september 2020
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Geertje Dekkers
De kracht van Karel V

Hoe slaagde keizer Karel V (1500-1558) erin een wereldrijk te besturen dat half Europa en Zuid-Amerika omvatte? Volgens zijn Britse biograaf Geoffrey Parker beschikte Karel over veel geluk, doortastendheid en een zekere mate van tolerantie. Maar op den duur verloor hij zijn scherpte. ‘Karel raakte verblind door zijn eigen succes en luisterde alleen nog naar mensen die het met hem eens waren.’

Keizer van het Duitse Rijk, heer der Nederlanden, koning van Spanje (inclusief grote delen van Italië), de Filippijnen en Zuid-Amerika – hoe kreeg Karel V zo’n immens gebied bijeen?

‘Hij had enorm veel geluk. Uit vier verschillende erfenissen kreeg hij het ene gebied na het andere. Daar hoefde hij niets voor te doen behalve overleven totdat voorgangers in de lijn van erfopvolging waren gestorven. Zo was er bijvoorbeeld een andere erfgenaam voor Spanje, maar die overleed zeven dagen na zijn geboorte. Het grootste deel van zijn rijk viel Karel op die manier in de schoot.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Hoe regeer je zo’n immens gebied, met de middelen van de zestiende eeuw?

‘Het rijk van Karel was ongekend. Nooit eerder had iemand over zoveel mensen geregeerd en nooit eerder had iemand een trans-Atlantisch rijk bestuurd. Zijn aanpak kwam daardoor voor een groot deel neer op trial and error. En Karel had een belangrijke sterke kant: hij was bereid te delegeren. In de Nederlanden liet hij bijvoorbeeld veel over aan zijn tante Margaretha van Oostenrijk, en na haar dood aan Maria van Hongarije. Zij konden behoorlijk autonoom handelen en Karel zei meer dan eens: “Doe wat je goed acht, en ik zal achter je staan. Welke beslissing je ook neemt, ik zal je steunen.”

‘Karel had een belangrijke sterke kant: hij was bereid te delegeren’

Zo was er de “Damesvrede” die Karel in 1529 sloot met Frans I van Frankrijk, met wie hij een langlopend conflict had. Die vrede is onderhandeld door Margaretha van Oostenrijk en Louise van Savoye [de moeder van Frans I, red.], die schoonzussen van elkaar waren. Beiden hadden veel ruimte gekregen om besluiten te nemen en dat leverde Karel een gunstig verdrag op.’

Dat klinkt heel verstandig. Maar de man moet toch ook mindere kanten hebben gehad?

‘Zijn houding veranderde nadat hij in 1547 zijn protestantse tegenstanders in het Duitse Rijk, met wie hij heel lang in conflict was geweest, versloeg in de Slag bij Mühlberg. Het lijkt erop dat hij toen verblind raakte door zijn eigen succes en last kreeg van wat psychologen “groepsdenken” noemen: vanaf die tijd luisterde hij alleen nog maar naar de mensen die het met hem eens waren. De verleiding van het groepsdenken ligt op de loer voor iedereen die macht heeft, en leiders geven er vaak aan toe. Denk aan hoe het er nu aan toegaat in het Witte Huis, of hoe in 2003 werd besloten Irak binnen te vallen. Toen luisterde George W. Bush alleen naar de mensen die zeiden wat hij wilde horen.

Karel was heel lang bereid geweest naar tegengestelde meningen te luisteren, naar inconvenient truths, maar in de late jaren 1540 veranderde dat dus. Daarna waarschuwden zijn adviseurs dat hij de protestanten weliswaar had verslagen, maar dat zij niet opgaven en een grote opstand tegen hem planden. Karel reageerde dat dat niet waar kon zijn, omdat ze daarvoor de middelen niet hadden. Maar die opstand kwam er, en werd een ramp voor Karel. In 1552 moest hij, de machtigste man ter wereld, uit Innsbruck naar Villach in de Oostenrijkse Alpen vluchten om uit handen van de protestanten te blijven – zonder zelfs maar zijn beddengoed mee te kunnen nemen. Allemaal omdat hij een echokamer had gecreëerd waarin hij alleen zijn eigen mening terughoorde.’

Was groepsdenken zijn enige valkuil?    

‘Een andere belangrijke zwakte van Karel was dat hij het nooit vergat als iemand hem iets had aangedaan. Als je tegen Karel inging, zou hij je altijd achtervolgen. Dat deed hij ook met de families van Spanjaarden die in 1520 een opstand begonnen, de Comuneros. De meeste opstandelingen werden geëxecuteerd, en vervolgens gunde Karel hun kinderen en kleinkinderen geen plek in zijn systeem, ook na dertig jaar nog niet. In 1552 was hij wanhopig op zoek naar geld en daarom liet hij kroondomeinen verkopen in Spanje. Maar hij bepaalde dat het land niet naar de nakomelingen van de opstandelingen mocht gaan, hoe hard hij ook geld nodig had.

‘Als je tegen Karel inging, zou hij je altijd achtervolgen’

Zijn onvermogen om te vergeven bracht Karel meer dan eens in grote problemen. Zo wist een van de Comuneros, Antonio Rincón, na de mislukking van de opstand te vluchten. Hij ging voor de koning van Frankrijk werken. Maar Karel hield hem in de gaten en toen Rincón in 1541 op een Franse diplomatieke missie naar Constantinopel reisde, liep hij in het hertogdom Milaan in een hinderlaag en werd hij vermoord. Karel had er geen directe opdracht voor gegeven, maar toen hij hoorde over de moord, keurde hij deze goed. Koning Frans I van Frankrijk gebruikte de gebeurtenis als een excuus om een oorlog te beginnen. Hij stelde dat Karel niet te vertrouwen was, ambassadeurs liet vermoorden en daarmee het internationaal recht schond. Alleen omdat Karel niet kon vergeven en vergeten dat Rincón twintig jaar eerder in opstand was gekomen.’

Over Karel V is al ontzettend veel geschreven. Hoe bent u voor deze biografie te werk gegaan, zodat u een nieuw perspectief kon verwerven?

‘Karel V had veel geluk met het rijk dat hij erfde, en als historicus heb je eenzelfde soort mazzel nodig. Die had ik, toen ik voor ander onderzoek aan het werk was bij de Hispanic Society of America in New York. In de catalogus stond dat ze daar een kopie hadden van adviezen die Karel V in 1543 schreef voor zijn toen zestienjarige zoon Filips II. Op zich waren die adviezen bekend, maar ik besloot ze toch in te kijken. Het bleek te gaan om een prachtig ingebonden manuscript, in rood leer met goudreliëf, en toen ik het openmaakte zag ik meteen het afzichtelijke handschrift van Karel V. Dit was geen kopie, maar het origineel, dat geen historicus ooit had bekeken. Het stond helemaal vol met wijzigingen van Karel. Hij had het dus zelf geschreven en gecorrigeerd en er flink wat tijd aan besteed. Toen ik de adviezen las, dacht ik: er is al een tijdje geen serieuze biografie van Karel V geschreven, en als ik meer van dit soort materiaal kan vinden, kan ik een ander soort boek schrijven dan tot nu toe is verschenen. Toen, in december 2009, heb ik besloten dat ik dat zou gaan doen.

Keizer Karel V.

Karel had de curieuze gewoonte om documenten aan zichzelf te schrijven, met argumenten voor en tegen een idee. Het eerste dat ik tegenkwam dateerde uit januari 1525. Karel is op dat moment in oorlog met Frankrijk en vraagt zich af hoe het verder moet. Ik doe het niet goed, schrijft hij dan aan zichzelf. Zou ik vrede moeten sluiten? Zou ik naar Italië moeten gaan [waar de oorlog werd uitgevochten, red.]? Dit zijn de redenen om het wel te doen, en dit de redenen om het niet te doen. Van dit soort documenten zijn er vele, tientallen, en ik vond ze heel bruikbaar. Overigens loste het probleem in 1525 zich op doordat zijn generaals een maand later koning Frans I van Frankrijk in Italië versloegen en gevangennamen.

Behalve deze persoonlijke teksten zijn er nog zo’n 100.000 documenten die anderen hebben opgesteld en die Karel heeft ondertekend. Sommige – ik schat zo’n 5000 – bevatten een naschrift in zijn eigen handschrift. Een enkele keer heeft hij zelfs aparte brieven bijgevoegd, waarin iets heel anders staat dan in de teksten die zijn secretarissen te zien kregen. Karel deed vaak stiekem.

Daarnaast heb ik teksten gebruikt van ambassadeurs van andere mogendheden, die voortdurend bij hem in de buurt zijn en hem goed observeren. De meesten schrijven daar wekelijks over naar huis, vaak drie of vier jaar lang. Vooral audiënties beschrijven ze heel nauwkeurig: Karel V lacht, Karel V zwaait met zijn hand, Karel V knikt, schudt zijn hoofd. Door hun teksten kreeg ik een beeld van de man.

Mijn derde categorie bronnen bestond uit kronieken en verslagen van mensen die achteraf beschrijven wat ze hebben meegemaakt. Die zijn wat problematischer, omdat er vaak een lange periode zit tussen de gebeurtenissen en het moment van schijven. Maar soms had ik geen ander materiaal.’

Als Karel vaak twijfelde over lastige kwesties, hoe kwam hij dan tot besluiten?

‘Wanneer hij worstelde met een ernstig probleem, ging hij vaak jagen, soms dagenlang. Hij nam een klein groepje mee, een man of tien, want als keizer ga je nooit alleen ergens naartoe. De ambassadeurs waren daar niet bij, dus we weten niet wat er tijdens die jachtpartijen werd besproken. Maar wanneer Karel terugkwam, maakte hij vaak besluiten bekend: dit gaan we doen. Ook tijdens zeereizen nam hij de rust om na te denken. Dan waren er ook geen ambassadeurs bij hem en daardoor verliezen we hem uit het oog. Maar tegen de tijd dat hij aan wal ging, vaardigde hij allerlei goeddoordachte orders uit.

Iets vergelijkbaars zie je bij Winston Churchill, die tijdens de Tweede Wereldoorlog – net als Karel in de zestiende eeuw – te maken had met situaties die zich nog nooit hadden voorgedaan. Toen Churchill hoorde dat de Japanners Pearl Harbor hadden aangevallen en de Amerikanen dus ook bij de oorlog betrokken waren, stapte hij op een oorlogsschip naar de VS om met Roosevelt te overleggen over een gemeenschappelijke aanpak. Vijf dagen lang was hij op zee grotendeels geïsoleerd van de rest van de wereld. In die dagen dicteerde hij drie belangrijke papers over het verloop van het conflict in Europa en rond de Stille Oceaan in de komende anderhalf jaar. Tegen de tijd dat hij in Amerika aankwam, waren zijn ideeën helemaal gevormd. Dat lijkt erg op hoe Karel werkte.’

Karel V staat bekend als een streng katholiek verdediger van het ware geloof, die zich stevig weerde tijdens de Reformatie. Klopt dat beeld?

‘Karel was duidelijk echt gelovig. Hij bad dagelijks, ging jaarlijks met Pasen op retraite en schreef persoonlijke brieven over zijn geloof aan voormalige biechtvaders. Hij was serieus bezig met zijn zielenheil en was bijvoorbeeld doodsbang dat hij naar de hel zou gaan als hij de inheemse Amerikanen liet gebruiken als slaven. Overigens had hij er geen enkel probleem mee dat van Afrikanen slaven werden gemaakt.

Kardinaal Farnese en Karel V trekken ten strijde tegen de Lutheranen.

Karel was dus een gelovige katholiek, maar hij stond in eerste instantie ook enigszins sympathiek tegenover Luthers kritiek op de katholieke kerk. Luther maakte onder meer bezwaar tegen de verkoop van aflaten, en dat begreep Karel: hij vaardigde een edict uit waarin die verkoop in de hele Nederlanden werd verboden. De zaak kwam op scherp te staan toen Luther in 1520 De Babylonische gevangenschap van de Kerk publiceerde, waarin hij de paus afschilderde als de antichrist. Dat was voor Karel een brug te ver. Maar ook toen liet hij Luther nog weten dat hij hem en zijn ideeën wilde tolereren, als Luther maar ontkende dat hij De Babylonische gevangenschap had geschreven. Luther werkte echter niet mee en toen hij in 1521 in Worms voor Karel verscheen, hield hij vol dat hij de auteur was.

De twee kwamen dus tegenover elkaar te staan, maar tijdens de tweede sessie van het Concilie van Trente in 1551 en 1552 [een grote katholieke kerkvergadering, red.] stond Karel er toch op dat de Duitse protestanten naar Trente werden gehaald en dat er naar hen zou worden geluisterd. Hij was dus niet rechtlijnig anti-protestants.’

Karel deed ook veel dingen die je wellicht niet van een vroom katholiek verwacht. Hij had de nodige onwettige kinderen en het lijkt erop dat hij een van hen brandmerkte.

‘Twee van de vrouwen met wie Karel niet getrouwd was, maar met wie hij wel kinderen kreeg, waren bedienden in hun tienerjaren. Gezien vanuit 2020 is dat niet best. De moeder van Margaretha van Parma, het dienstmeisje Jeanne van der Gheynst, was waarschijnlijk zeventien toen Karel in Doornik met haar naar bed ging. Barbara Blomberg, de moeder van Don Juan, was achttien – even oud als Karels zoon Filips II op dat moment.

‘Luther maakte bezwaar tegen de verkoop van aflaten, en dat begreep Karel’

En dan is er het verhaal van zijn buitenechtelijke dochter Tadea, bij wie hij volgens bronnen op het rechterbeen een señal liet aanbrengen met de letters IHS, een afkorting van Iesus hominum salvator: “Jezus, redder der mensen.” Het woord “señal” kan op een tatoeage slaan, maar dat is in die context niet erg waarschijnlijk. Karel gebruikte het zelf als hij het had over het brandmerken van inheemse Amerikanen – iets wat van hem niet mocht. Ik ben dus bang dat het bij Tadea ook om een brandmerk ging. Als het een tatoeage was, zou dat al behoorlijk bizar zijn, zeker in die tijd. Maar een brandmerk – ik kan het niet verklaren.’

Zo maakt Karel een behoorlijk vreemde indruk. Kunnen we hem, met al die eeuwen ertussen, nog wel leren kennen?

‘In zijn boek The Shadow in the Garden schrijft James Atlas dat een biograaf heel veel te weten kan komen over zijn onderwerp. Maar vervolgens draait hij de vraag om: bekijk het eens alsof je aan de andere kant staat en iemand jouw biografie schrijft. Dan denk je waarschijnlijk aan de dingen die niemand van je weet en geen biograaf hopelijk te weten zal komen. Dat zette me aan het denken over Karel V, waar hij nu ook moge zijn, boven of onder ons. Hij lacht zich waarschijnlijk rot over alle dingen die ik verkeerd heb. Maar met al die bronnen denk ik dat ik aardig in de buurt van zijn persoon ben gekomen.’

Kenner van de Opstand

Geoffrey Parker (1943) studeerde in Cambridge, is sinds 1997 verbonden aan Ohio State University en publiceert al een halve eeuw invloedrijke werken over de zestiende en zeventiende eeuw. De Nederlandse Opstand is een belangrijk thema. Zijn eerste boek daarover, The Army of Flanders and the Spanish Road, 1567-1659 (1972) werd in Nederland uiterst kritisch ontvangen. ‘Indertijd wilden Nederlandse historici vooral weten waarom de Nederlanders het conflict met Spanje wonnen, terwijl ik beschreef waarom Spanje verloor,’ zegt Parker daarover. ‘Ze vonden dat ik er niets van begreep en de verkeerde vragen stelde.’

Inmiddels is Parker in Nederland ‘persona grata’ geworden, zoals hij het zelf zegt. In 2012 kreeg hij de Dr. A.H. Heinekenprijs voor Historische Wetenschap voor ‘zijn grote bijdragen aan onze kennis van de sociale, politieke en militaire geschiedenis van Europa tussen 1500 en 1650, met een speciale aandacht voor Spanje, Filips II en de Nederlandse Opstand; voor zijn bijdrage aan de militaire geschiedenis in het algemeen en voor zijn de studie van de rol van het klimaat in de wereldgeschiedenis’.

Keizersleven

In oktober verschijnt de Nederlandse vertaling van Geoffrey Parkers nieuwste boek, Keizer Karel V. Landsheer van de Nederlanden, Habsburgs wereldheerser. Het Engelse origineel werd veelgeprezen vanwege het sterke en vernieuwende beeld dat het schetst van de keizer en zijn 40-jarig bewind.

Keizer Karel V. Landsheer van de Nederlanden, Habsburgs wereldheerser. Geoffrey Parker, (608 p.) Uitgeverij Omniboek 2020 € 59,99

 

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 10-2020