Home De buitenlandse politiek van Soekarno

De buitenlandse politiek van Soekarno

  • Gepubliceerd op: 4 juni 2008
  • Laatste update 17 aug 2023
  • Auteur:
    Lambert Giebels
  • 17 minuten leestijd
Portret van Soekarno

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Halverwege de jaren vijftig maakte Soekarno furore als spreekbuis van de derde wereld. Als gevierd wereldleider werd hij onthaald in Oost en in West. Maar zijn achterhaalde strijd tegen het imperialisme, confrontatiepolitiek en aansluiting bij communistisch China vervreemdden hem uiteindelijk van iedereen.

‘Nederlandsch onderdaan, geen Nederlander zijnde’, dat was in Nederlands-Indië de officiële status van Soekarno en zijn miljoenen rasgenoten. Het maakte hen tot tweederangsburgers en prikkelde intellectuelen als Soekarno tot verzet tegen het koloniaal bewind. Na zijn ingenieursstudie aan de Technische Hogeschool van Bandoeng werd hij de spraakmakende leider van de non-coöperatieve nationalisten, de ‘Non-Ko’s’, die weigerden samen te werken met het Nederlands-Indische bestuur. Het bracht hem onvermijdelijk in conflict met de Nederlands-Indische autoriteiten.

Meer lezen over Nederlands-Indië? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Soekarno betrad het wereldtoneel op het moment dat hij de status van ‘Nederlandsch onderdaan’ definitief van zich af schudde. Na de Tweede Wereldoorlog, op 17 augustus 1945, verklaarde hij in zijn voortuin in Jakarta en geflankeerd door medestrijder Mohammed Hatta, Indonesië onafhankelijk. De dag erna werden Soekarno en Hatta tot president en vicepresident gekozen, en werd er een grondwet vastgesteld voor de republiek Indonesië. Het land kreeg een presidentieel stelsel, waarin de president, zoals in Amerika, het hoofd van de uitvoerende macht is.

De jaren durende vrijheidsstrijd die volgde dwong Nederland zijn soevereiniteit over Indië op te geven. Op 27 december 1949 werden de Verenigde Staten van Indonesië (VSI) opgericht. De grondwet van de VSI verving het presidentiële door een parlementair systeem. Op 17 augustus het jaar daarop riep Soekarno in plaats van deze federale staat de eenheidsstaat Indonesië uit. Het parlementaire stelsel bleef evenwel gehandhaafd. Daarin had de president niet meer dan een ceremoniële functie, net als bijvoorbeeld de president van Duitsland.

Hij maakte het tot speerpunt van een kruistocht tegen neokolonialisme

Deze beperkte positie zinde Soekarno geenszins. Hij vond in de ‘bevrijding’ van Nieuw-Guinea (Irian), dat buiten de soevereiniteitsoverdracht was gehouden, een thema waarmee hij zich in Indonesië als politiek leider kon doen gelden. Soekarno betoogde dat de Indonesische vrijheidsstrijd onvoltooid was zolang Irian niet van het koloniale juk was bevrijd. Hij maakte het tot speerpunt van een kruistocht tegen neokolonialisme.

Soekarno op de Bandoengconferentie

Tijdens de Afro-Aziatische Bandoengconferentie kreeg Soekarno de gelegenheid zich als bestrijder van het neokolonialisme internationaal te profileren. Op 18 april 1955 opende hij de bijeenkomst. Omdat hij zich bewust was van de Amerikaanse argwaan jegens de conferentie, trok Soekarno een parallel tussen de openingsdatum en een dag uit de Amerikaanse geschiedenis. Op 18 april 1775 had zilversmid Paul Revere zijn befaamde rit gemaakt van Boston naar Concord om de revolutionairen te waarschuwen voor de Britten. De tocht is door H.W. Longfellow in het gedicht ‘Tales of the Wayside’ onsterfelijk gemaakt.

Soekarno gebruikte de openingszin van dit gedicht om zijn aanval op het neokolonialisme kracht bij te zetten: ‘A cry of defiance and of fear/ A voice in the darkness, a knock on the door/ And a word that shall echo ever more.’ Hij vervolgde: ‘Yes it shall echo ever more, just as the other anti-colonial words, which gave us comfort and assurance during the darkest days of our struggle, shall echo ever more. What can we do? We can mobilise all the spiritual, all the political strength of Asia and Africa. Yes, we the people of Asia and Africa, one billion, four hundred million strong, far more than half the population of the world!’

Soekarno werd in één klap de eloquente spreekbuis van de derde wereld

De Bandoengconferentie kreeg wereldwijd aandacht, omdat zij in de Koude Oorlog een nieuw geluid liet horen, dat van de derde wereld. Dat maakte indruk, zowel in het Westen als in het Oosten, en gaf de derdewereldlanden zelfvertrouwen. De namen van verscheidene conferentiegangers zouden de voorpagina’s van de wereldpers gaan bevolken: Tjoe En-Lai, Nehru, Nasser, Norodom Shihanoek en koning Faisal van Saudi-Arabië. De initiator en gastheer van de conferentie, Soekarno, werd in één klap de eloquente spreekbuis van de derde wereld. Na de conferentie stroomden uitnodigingen voor staatsbezoeken binnen.

Soekarno’s wereldreis van 1956

Soekarno besloot ze allemaal af te werken tijdens een grote wereldreis in 1956. Zijn eerste bezoek was in mei aan de Verenigde Staten. In zijn rede voor het Congres – die niet minder dan 28 keer door applaus werd onderbroken – etaleerde hij zijn welsprekendheid voor een Amerikaans publiek met nog meer referenties aan de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd. Soekarno deed zijn best Amerika te winnen voor zijn kruistocht tegen het neokolonialisme. In het Witte Huis maakte hij kennis met de Eisenhowers, die hem een replica aanboden van een schaal vervaardigd door Revere. Na de gebruikelijke tickertape parade in New York reisde het Indonesische gezelschap op 7 juni naar Canada, waar Soekarno zich op de radio in het Frans liet interviewen.

Soekarno deed zijn best Amerika te winnen voor zijn kruistocht tegen het neokolonialisme

Vervolgens vloog het gezelschap naar Europa. Daar werd eerst Italië aangedaan. Op een tuinfeest in het presidentiële Quirinaal wierp Soekarno zich op als entertainer. Toen president Gronchi en diens gade het feest verlaten hadden, leerde Soekarno de overgebleven gasten Indonesische dansen. Op het laatst zette hij zich aan het hoofd van een polonaise en laste zelfbedachte hurkpassen in, die de feestgangers – onder wie Romeinse matrones en prelaten – dwongen met hem door de knieën te gaan. Plechtstatiger was daags erna het bezoek aan het Vaticaan, waar in die tijd de steile paus Pius XII resideerde.

Ook tijdens zijn staatsbezoek aan de Bondsrepubliek, waar president Heuss en bondskanselier Adenauer hem op 18 juni 1956 in Bonn verwelkomden, gaf Soekarno een staaltje van zijn brede talenkennis. Op 22 juni sprak hij aan de universiteit van Heidelberg een Duitse rede uit, waarin hij zijn intellectuele gehoor een lesje hegeliaans denken gaf.

Na nog een kort bezoek aan Zwitserland keerde Soekarno met zijn gevolg terug naar Indonesië. Eind augustus werd de wereldreis voortgezet; het reisgezelschap was uitgedijd tot bijna vijftig man. Op het vliegveld in Moskou stond het complete politbureau de Indonesische president op te wachten. De Russische cadeaus waren een stuk indrukwekkender dan de replica van de Eisenhowers. Soekarno kreeg een compleet vliegtuig, een Iljoesjin, ten geschenke.

Het vervolg van de reis

Op 4 september werden in het Kremlin zaken gedaan. De Sovjetleiders traden de Indonesische president tegemoet als wereldleider. Zonder omhaal zegden zij Indonesië een krediet van 100 miljoen dollar toe. Als tegenprestatie ondertekende de Indonesische delegatie een communiqué waarin de Sovjet-Unie en Indonesië verklaarden hun buitenlandse politiek op gelijke uitgangspunten te zullen baseren. Soekarno verwierf daarmee een machtige bondgenoot in zijn strijd voor de bevrijding van Irian.

Vanuit Moskou ging het verder naar Joegoslavië. Gastheer Tito was een communistisch buitenbeentje, die zijn land niet rekende tot het Sovjetblok, maar tot de derde wereld. Soekarno besprak met hem de mogelijkheid van een nieuwe Bandoengconferentie, wat zou leiden tot het latere initiatief van Tito voor de conferentie van niet-gebonden landen in Belgrado.

Het daaropvolgende bezoek aan Oostenrijk zag Soekarno blijkbaar als een toeristisch intermezzo. De Indonesische president liet zich meetronen naar paleis Schönbrun, de opera en de Weense rijschool. Maar tot ontzetting van zijn gastheren liet hij het op de afsluitende persconferentie afweten. Die Aktuelle Nachrichten wist er meer van. ‘Zur angesagte Pressekonferenz war zwar die Presse, aber nicht Herr Sukarno erschienen, der zum Erstaunen des Personals des Hotel Ambassador zu gleichen Zeit weibliche Personen zu Audienz empfing, die sonst kein Schritt über die Schwelle des Nobelhotels wagen würden.’

Soekarno liet er geen twijfel over bestaan dat hij de Volksrepubliek als lichtend voorbeeld zag

Na bezoeken aan Tsjecho-Slowakije en Buiten-Mongolië begon op 30 september 1956 het staatsbezoek aan de Volksrepubliek China. Arm in arm met de Grote Roerganger stortte Soekarno zich op het plein van de Hemelse Vrede in de hen toejuichende menigte. In Sjanghai sprak Soekarno over beider volkeren als comrades in arms. Het werd in de westerse wereld met gefronste wenkbrauwen aangehoord.

Soekarno liet er geen twijfel over bestaan dat hij de Volksrepubliek als lichtend voorbeeld zag voor zijn land. Het hele volk, verzameld in één partij en onder bezielende leiding van Mao, spande zich vrij en blij – zo leek het hem – in om van een Aziatisch land een welvarende en rechtvaardige samenleving te maken. Later dat jaar zou hij de Indonesische leiders oproepen om, naar het voorbeeld van China, hun ‘partijen te begraven’.

Twee partijen

Het was Soekarno goed bevallen door de groten der aarde te worden gefêteerd. Voortaan trok hij jaarlijks enkele maanden uit voor presidentiële wereldreizen. Maar tijdens zijn verblijf in het buitenland begonnen zich binnenslands ontbindingsverschijnselen af te tekenen. Warlords begonnen afscheidingsbewegingen in Sumatra en Noord-Sulawesi. Vicepresident Hatta wilde de malcontenten tegemoet komen. Soekarno koos echter voor de harde lijn van een sterke man, generaal Nasution. Met snelle acties wist deze de opstandelingen uit te schakelen.

Vervolgens hielp Nasution Soekarno met nog een krachtdadige actie. In 1955 was een grondwetgevende vergadering gekozen. Na drie jaar waren de besprekingen in een impasse geraakt; voorstanders van een seculiere en die van een moslimstaat stonden tegenover elkaar. Nasution stuurde de vergadering naar huis. Hij riep Soekarno, die tijdens een van zijn wereldreizen in Japan was blijven hangen, terug om de constitutionele knoop door te hakken. Op 5 juli 1959 werd de grondwet van 1945 hersteld, en daarmee het presidentiële systeem.

Soekarno moest voortaan laveren tussen de machtige communistische partij PKI en de anticommunistische legertop. De president was geen orthodoxe marxist. Hij had al in zijn studententijd een communisme van eigen maaksel ontwikkeld, dat hij ‘marhaenisme’ had gedoopt. Marhaens, dat waren de kleine boeren, handelslui en ambachtslieden, die 90 procent van de Indonesische bedrijvigheid uitmaakten. Met hun miljoenen vormden ze de bulk van de PKI, die daarmee de grootste communistische partij buiten het Oostblok was. Indonesië en zijn leider verwierven hierdoor respect van het oostblok en ontzag in het Westen. Soekarno wilde de communisten om die reden aan zijn zijde houden, maar mocht het anticommunistische leger, met sterke man Nasution, niet van zich vervreemden.

Soekarno moest voortaan laveren tussen de communistische partij PKI en de  legertop

Welgemoed pakte Soekarno de rol van wereldleider weer op. In september 1960 woonde hij met talrijke wereldleiders de vijftiende zitting bij van de assemblee van de Verenigde Naties. In zijn rede ontvouwde hij een nieuwe visie op de machtsverhoudingen. Het imperialisme verdeelde de wereld volgens hem in twee kampen: dat van de oude imperialisten, die hij Old Established Forces noemde, en dat van de New Emerging Forces, waartoe hij de jonge staten, de communistische landen en alle progressieve krachten in het Westen rekende. Hij bedacht er de afkortingen ‘oldefo’ en ‘nefo’ voor.

Soekarno kijkt naar Nieuw-Guinea

Een jaar later werkte hij zijn stelling uit op de Belgradoconferentie, geïnitieerd door Tito en Nasser. Maar met zijn tweedeling van de wereld vormde Soekarno een stoorzender op de conferentie, waar de term ‘niet-gebonden landen’ aan de derde wereld werd toegekend. Hij had een pijnlijke aanvaring met de exponent van de non-aligned nations, de Indiase president Nehru, die de stelling huldigde dat het klassieke imperialisme dood was. De controverse spleet de conferentie. Soekarno joeg niet alleen de westerse regeringen, die hij tot de OLDEFO rekende, tegen zich in het harnas, maar hij vervreemdde ook de gematigde landen in de derde wereld van Indonesië.

Soekarno riep een militair commando in het leven dat opdracht kreeg Irian te veroveren

Soekarno’s zelfverkozen rol als wereldleider was danig aan het eroderen. Hij zou evenwel nog één eclatant succes boeken. De strijd tegen ‘oldefo’ had hij inmiddels vertaald in confrontatiediplomatie, gericht op de ‘bevrijding’ van Irian. Op 29 november 1957 had een Indonesische resolutie voor overdracht van Nieuw-Guinea in de Verenigde Naties voor de vierde keer niet de vereiste tweederde meerderheid gekregen. De frustratie daarover ontlaadde zich in Jakarta op ‘Zwarte sinterklaasdag’ 1957, toen alle Nederlandse bedrijven werden geconfisqueerd. Ten slotte verbrak Soekarno in zijn rede op onafhankelijkheidsdag 1960 onverhoeds alle diplomatieke betrekkingen met Nederland. Maar dat gaf Nieuw-Guinea niet op.

Soekarno riep een militair commando in het leven dat opdracht kreeg Irian gewapenderhand te veroveren; commandant werd generaal Soeharto. Soekarno’s wereldreizen hadden nu het doel om in communistische landen wapens te kopen voor de verovering van Irian, om bij niet-gebonden landen steun te krijgen in het komende conflict, en om westerse landen tot neutraliteit te bewegen.

Kennedy en Soekarno

In april 1961 bezocht Soekarno Washington, waar president Eisenhower had plaatsgemaakt voor Kennedy. Kennedy liet blijken begrip te hebben voor de Indonesische aanspraken op Irian, maar waarschuwde Soekarno geen geweld te gebruiken. Deze reageerde met de cryptische woorden: ‘Ik kan mijn volk niet eindeloos in de hand houden. Geef mij steun om meer greep op hen te krijgen.’

Ik kan mijn volk niet eindeloos in de hand houden. Geef mij steun om meer greep op hen te krijgen

De Kennedy-administratie startte een diplomatiek offensief om Nederland ertoe te bewegen Nieuw-Guinea aan Indonesië op te geven. Het resulteerde in het plan-Bunker, waarin Nieuw-Guinea na een korte overgangsperiode overgedragen zou worden aan Indonesië. Het werd na langdurige en voor Nederland vernederende onderhandelingen op 16 augustus 1962 in Washington door beide landen ondertekend. Soeharto’s invasievloot kon op het nippertje worden tegengehouden.

De overdracht van Nieuw-Guinea was voor Soekarno het hoogtepunt van zijn presidentiële carrière – het Indonesische volkscongres benoemde hem spontaan tot ‘president voor het leven’. Dit verleidde hem tot een nieuwe confrontatie, nu met de Britten. Het kabinet-MacMillan, dat af wilde van de kostbare aanwezigheid in Zuidoost-Azië, bewerkstelligde de totstandkoming van de Federatie Maleisië. Daar werd ook Brits Borneo bijgevoegd. Soekarno was des duivels dat het perfide Albion een territoriale beslissing had genomen in zijn achtertuin zonder hem daarin te kennen. Hij weigerde het land te erkennen en lanceerde de actie ‘Vernietig Maleisië’.

Isolatie

Opnieuw greep Soekarno naar confrontatiediplomatie en dreigen met militair geweld. De Britten gaven echter geen krimp. Kennedy’s opvolger Johnson had de handen vol aan Vietnam, waar hij de steun van de Britten nodig had; hij liet Soekarno vallen als een baksteen. Indonesië begon met militaire infiltraties in Maleisië. Engeland en enkele Gemenebestlanden stuurden troepen, waar de Indonesische strijdkrachten absoluut niet tegen opgewassen waren. De derdewereldlanden, waarvan de meeste Maleisië hadden erkend, distantieerden zich van Soekarno’s acties. Soekarno en Indonesië raakten internationaal meer en meer geïsoleerd.

Soekarno en Indonesië raakten internationaal meer en meer geïsoleerd

Omdat het geïsoleerde Indonesië een veelbelovende economische partner in Zuidoost-Azië leek, nam Nederland in de Maleisië-confrontatie een neutrale houding aan. De diplomatieke betrekkingen werden hersteld en er kwam een stroom van Nederlandse politici en zakenlieden naar Indonesië op gang. Verscheidenen wisten lucratieve contracten in de wacht te slepen.

Maar voor wat hoort wat. Soekarno’s hartenwens was een staatsbezoek aan Nederland. Het kabinet was daartoe bereid. Maar hoe dacht koningin Juliana hierover? Zij liet zich door de Nederlandse zaakgelastigde in Indonesië voorlichten over ‘de persoon van de president (met name ook zijn gedrag tijdens staatsbezoeken)’. In de vraag van de koningin klonk enige bezorgdheid door, die niet ongegrond was. De Indonesische president had op zijn wereldreizen een reputatie opgebouwd, die door een Duitse boulevardblad al eens kernachtig was samengevat met ‘Bordellschreck aller Kontinenten, und nebenbei Presisident’. Maar de koningin, die zelf de wens koesterde een staatsbezoek aan Indonesië te brengen, had een staatsbezoek van Soekarno waarschijnlijk niet tegengehouden. Dat werd echter door de feiten achterhaald.

Soekarno en het communisme

Soekarno raakte meer en meer verzeild in het communistische kamp. Hij zocht aansluiting bij de Volksrepubliek China, waar Mao en diens steun en toeverlaat in Buitenlandse Zaken Tsjoe En-Lai vierkant achter zijn confrontatie met Maleisië stonden. Zij steunden ook Soekarno’s ambitieuze plan de nefo-landen samen te brengen in een Conference of the New Emerging Forces, CONEFO, die het alternatief moest worden voor de Verenigde Naties.

Hij meende het Westen niet meer nodig te hebben

Soekarno werd overmoedig. Hij meende het Westen niet meer nodig te hebben. In een felle rede op 25 maart 1964 daagde hij de Verenigde Staten uit: ‘Go to hell with your aid.’ Senator Bich Bayn verklaarde daarop dat van de Amerikaanse belastingbetaler niet langer kon worden gevergd zijn goede geld te vergooien aan een land met een leider ‘who is arrogant, insulting, incompetent and instable’. Het vatte kernachtig samen hoe men in de westerse wereld over de Indonesische president was gaan denken.

Ook in zijn binnenlandse politiek ging Soekarno de communistische kant op. Hij willigde een voorstel in van de voorzitter van de PKI om naar Chinees voorbeeld met boeren en arbeiders een gewapende ‘vijfde macht’ te vormen. De legertop peinsde er echter niet over zijn wapenmonopolie op te geven. In zijn rede op onafhankelijkheidsdag 1965 zegde Soekarno de generaals de wacht aan.

In dezelfde rede dreigde Soekarno Oost – met name Rusland, dat in ideologische conflicten was geraakt met China – én West met een as Jakarta-Pnom Penh-Hanoi-Peking-Pyongjang. Met deze dichtbevolkte landen wilde hij zijn CONEFO tot stand brengen. Nog angstaanjagender was zijn waarschuwing dat Indonesië er niet voor zou terugschrikken bij een aanval van imperialisten de atoombom te gebruiken. Men herinnerde zich dat Indonesië’s bondgenoot China in mei van dat jaar een tweede geslaagde proef met de atoombom had gedaan. De megalomane Indonesische president was met zijn wilde dreigementen een gevaar voor de wereldvrede geworden.

Het begin van het einde voor Soekarno

In de loop van 1965 was er overleg op gang gekomen tussen de CIA en de Indonesische legertop over de vraag hoe Indonesië bij een ontijdig einde van Soekarno te vrijwaren van een communistische machtsovername. De kwestie was urgent geworden nadat de president op 8 augustus een lichte hartaanval had gehad. Maar terwijl dit overleg gaande was, werden zij op 1 oktober 1965 volkomen verrast door een coup van subalterne officieren en enkele communisten, waarbij zes generaals werden gedood. De couppoging werd in één dag door generaal Soeharto onderdrukt. Hij riep op tot vervolging van de communisten, die hij aanwees als schuldigen van de moord. Tussen de 500.000 en 1 miljoen communisten en vermeende communisten kwamen in het bloedbad om.

Tussen de 500.000 en 1 miljoen communisten kwamen in het bloedbad om

Soekarno probeerde de moord op de generaals af te doen als ‘een rimpeling in de oceaan van de Indonesische revolutie’. Het maakte zijn positie onhoudbaar. Generaal Soeharto weigerde echter in te gaan op aandrang van het volkscongres Soekarno voor het gerecht te brengen. In plaats daarvan ontnam hij de president de ene na de andere bevoegdheid, en stopte hem ten slotte in wat hij ‘politieke quarantaine’ noemde. Uiteindelijk liet Soeharto zich op 10 maart 1968 door het volkscongres verkiezen tot opvolger van de man die het zes jaar eerder tot ‘president voor het leven’ had benoemd.

Nog terwijl Soekarno formeel president was, maakte Soeharto radicaal een einde aan het buitenlandse beleid van Soekarno. De band met communistisch China werd verbroken. De relaties met de westerse landen werden hersteld. Er werd een intergouvernementele groep van donorlanden opgericht, de IGGI, die de ontwikkelingshulp aan Indonesië coördineerde; Nederland nam het voorzitterschap op zich. Met deze internationale steun en met opeenvolging van succesvolle vijfjarenplannen wist Indonesië de economische puinhoop die het Soekarno-bewind had nagelaten op te ruimen en een bloeiende economie op te bouwen.

Herinnering aan Soekarno

Op 21 juni 1969 stierf de voormalige wereldleider, als onttroonde gevangene van het nieuwe Soehartobewind. Maar ondanks Soekarno’s ontluisterende einde heeft hij ook na zijn dood grote politieke invloed uitgeoefend. Zijn aanvankelijke verguizing, latere rehabilitatie en uiteindelijke ‘heiligverklaring’ in Indonesië vormen het spiegelbeeld van de populariteitscurve van zijn opvolger Soeharto, die uiteindelijk door de nagedachtenis van Soekarno ten val werd gebracht.

Buiten Indonesië is Soekarno echter vrijwel vergeten

Deze kreeg politiek gestalte in Soekarno’s oudste dochter Megawati, die dankzij de herinnering aan haar vader de vijfde president van Indonesië werd. De huidige Indonesiër, die weinig weet heeft van de geschiedenis van zijn land, ziet bung karno niet alleen als de vader des vaderlands, maar ook als de machtige wereldleider van weleer. Buiten Indonesië is Soekarno echter vrijwel vergeten.

Meer weten

  • Er zijn vijf wetenschappelijke biografieën van Soekarno verschenen. Van 1969 dateert Soekarno en de strijd om Indonesië’s onafhankelijkheid van de Duitser Bernhard Dahm, die niet verdergaat dan de onafhankelijkheidsverklaring van 17 augustus 1945. De Australisch historicus J.D. Legge publiceerde in 1972 de veelgeprezen biografie Sukarno. A Political Biography. Een erg beknopte biografie van goed 200 pagina’s is het in 1980 verschenen Life and Times of Sukarno van de Australische Nederlander C.L.M. Penders.
  • De auteur van dit artikel heeft een tweedelige biografie van Soekarno gepubliceerd: Soekarno. Nederlandsch onderdaan 1901-1950 in 1999 en Soekarno. President. Een biografie 1950-1970 in 2001.
  • De jongste Soekarnobiografie is het ruim gedocumenteerde Sukarno. Founding Father of Indonesia 1901-1945 (2002) van de Nederlands-Australische indonesianist Bob Hering.