Home Dossiers Koude Oorlog Cubacrisis: op de rand van een nucleaire oorlog

Cubacrisis: op de rand van een nucleaire oorlog

  • Gepubliceerd op: 21 maart 2022
  • Laatste update 24 jan 2024
  • Auteur:
    Koen Vossen
  • 11 minuten leestijd
Topoverleg tijdens de Cubacrisis.
Wereldleiders tijdens de Koude Oorlog.
Dossier Koude Oorlog Bekijk dossier

Het schermen met kernwapens door Vladimir Poetin doet denken aan het spannendste moment in de Koude Oorlog: de Cubacrisis. In oktober 1962 hield de wereld een week lang zijn adem in terwijl de Amerikaanse president John F. Kennedy en de Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov politiek poker speelden met een hoge inzet: de toekomst van de aarde.

In de eerste weken van 1959 voltrok zich op Cuba een revolutie die wereldwijd tot de verbeelding sprak. Dagblad Het Vrije Volk beschreef het als ‘een van die romantische gebeurtenissen in de politiek die ons aller harten beroert.’ De 31 jaar oude Fidel Castro, ‘een Napoleon-achtige boyscout met een beatnikbaard’ zoals een Britse journalist hem omschreef, greep met zijn kleine guerrillaleger de macht ten koste van de corrupte dictator Fulgencio Batista, die van het eiland een paradijs voor goksyndicaten, kitscherige hotelketens en maffiabazen had gemaakt.

Meer lezen over de Koude Oorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Castro beloofde grootschalige sociale hervormingen en kondigde een nationalisatie van mijnen, spoorwegen, olieraffinaderijen en banken af. In de internationale politiek profileerde Castro zich vooralsnog als voorstander van een Derde Weg tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. De Verenigde Staten bekeken de ontwikkelingen in de voormalige vazalstaat met argusogen en besloten economische sancties op te leggen. Ook werden plannen gemaakt om het regime van Castro met de hulp van Cubaanse ballingen af te zetten. Deze poging mislukte in de Varkensbaai in april 1961, waarna Castro steeds meer toenadering tot de Sovjet-Unie zocht.

Schokgolven en smeekbedes

De Amerikaanse inlichtingendiensten hadden op 16 oktober ontdekt dat de Sovjet-Unie op Cuba lanceerinrichtingen liet bouwen van waaruit raketten op de nabij gelegen Verenigde Staten konden worden afgevuurd. Dat de Sovjet-Unie in Cuba een machtsbasis had gekregen, was al uiterst zorgwekkend, maar dat deze nu ook werd gebruikt om de Verenigde Staten direct te bedreigen, was voor de Amerikanen volstrekt onacceptabel.

De invasie van de Varkensbaai, 19 april 1961.
De invasie van de Varkensbaai, een jaar vóór de Cubacrisis.

Op 22 oktober hield Kennedy op televisie een felle redevoering waarin hij aankondigde dat de Amerikanen alle schepen die militaire goederen naar Cuba vervoerden zouden tegenhouden. Cuba werd ‘in quarantaine’ geplaatst. Verder eiste Kennedy dat de Sovjet-Unie alle offensieve wapens direct van het eiland zou verwijderen. ‘I have directed the Armed Forces to prepare for any eventualities’, sprak de president dreigend. Het leger, de luchtmacht en de marine werden in staat van paraatheid gebracht. Meer dan 140.000 soldaten stonden klaar voor een eventuele invasie van Cuba.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Chroesjtsjov antwoordde daags erna met een felle brief waarin hij Kennedy beschuldigde van ‘piraterij’, waarmee de wereld ‘op de rand van een nucleaire oorlog’ werd gebracht. Hij was niet van zins om zich iets van de blokkade aan te trekken en gaf de Russische oorlogsschepen bevel door te varen naar Cuba.

Meer dan 140.000 soldaten stonden klaar voor een eventuele invasie van Cuba

De redevoering van Kennedy en de reactie van Chroesjtsjov zorgden voor een ware schokgolf over de hele wereld. Overal zaten mensen gekluisterd aan de radio, discussieerden ze over de beste strategie of troffen ze voorbereidingen voor een mogelijke Derde Wereldoorlog. Vanuit Rome riep paus Johannes XIII beide leiders op tot terughoudendheid; in vrijwel alle kerken werd op zondag 28 oktober gebeden om vrede.

In veel steden gingen mensen de straat op: als protest tegen Kennedy, maar soms ook als steunbetuiging aan de Amerikaanse president. Radio Moskou berichtte over massale betogingen in verschillende Russische steden en op Latijns-Amerikaanse universiteiten liepen veel studenten met de Cubaanse vlag en afbeeldingen van Fidel Castro.

Ook de wereldwijde ban de bom-beweging liet luid van zich horen. Een van de boegbeelden van die beweging, de befaamde Britse filosoof Bertrand Russell, schreef zowel Kennedy als Chroesjtsjov een open brief waarin hij de wereldleiders bijna smeekte hun kalmte te bewaren. ‘Never before in the course of a long life have I experienced anything comparable to the tense anxiety of those crucial hours’, verklaarde de 90 jaar oude Russell.

Angstige Nederlanders tijdens de Cubacrisis

Ook in Nederland hield de Cubacrisis de gemoederen bezig. De honger naar nieuws was zo groot dat de nieuwsdienst van het ANP, die telefonisch 24 uur per dag te bereiken was, volledig overbelast raakte en daardoor onbereikbaar werd.

Onder het motto ‘Handen af van Cuba’ waren er demonstraties in Den Haag en Amsterdam. Drijvende kracht was de pacifiste Maria Snethlage, die een jaar eerder de Werkgroep Informatie Cuba had opgericht. Na een bezoek aan Cuba was ze nog meer overtuigd geraakt dat Fidel Castro steun verdiende. De demonstraties bleven echter tamelijk beperkt van omvang. Het overgrote deel van de Nederlanders stond aan de kant van de Amerikanen, de voormalige bevrijders.

De CIA fotografeert Sovjetraketten op het Rode Plein in Moskou.
De CIA fotografeert Sovjetraketten op het Rode Plein in Moskou.

Een enkeling nam wel voorzorgsmaatregelen voor een eventuele kernoorlog. Daarbij kon gebruik worden gemaakt van een door de Dienst Bescherming Burgerbevolking uitgedeelde brochure ‘Wenken voor de bescherming van uw gezin en uzelf’. Daarin werd onder meer geadviseerd om een schuilplaats onder de keldertrap aan te leggen en naden en kieren tochtdicht te maken.

De burgemeester van Steenwijk ging nog een stap verder en liet een hoge aarden wal rond het gemeentehuis aanleggen. ‘Dit om het in de kelder van het gemeentehuis ingerichte commandopost van de Bescherming Bevolking te beveiligen tegen radioaktieve neerslag, welke zich bij een eventueel treffen zou kunnen voordoen,’ zo heette het in de Steenwijker Courant.

Opvallend was de trage reactie van de confessioneel-liberale regering onder leiding van Jan de Quay. Deze noteerde in zijn dagboek over de mogelijke dreiging: ‘Ik kan het niet geloven; dat betekent vernietiging (..) Maar als het Westen nooit “Halt” zegt, gaat het communisme altijd door.’

Brochures adviseerden Nederlanders om een schuilplaats onder de keldertrap aan te leggen en kieren tochtdicht te maken

Zijn minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns leek minder onder de indruk. Hij wenste zijn vakantie aan de Cote d’Azur niet eerder af te breken en liet De Quay de honneurs waarnemen. ‘Ja, maar als je voor iedere internationale crisis naar huis rent’, lichtte Luns in een later interview zijn besluit toe. Telefonisch liet hij het kabinet wel weten dat hij tegen een door De Quay opgestelde verklaring was waarin Nederland zich onvoorwaardelijk achter de Verenigde Staten schaarde.

Dat een fervent anti-communist als Luns op dat moment terughoudend was, had zeer waarschijnlijk te maken met zijn weerzin tegen John F. Kennedy en diens broer, minister van justitie Robert Kennedy. Luns meende dat de Kennedy’s Nederland in de steek hadden gelaten in het conflict rond Nieuw-Guinea. Indonesië eiste dat de Nederlanders dit laatste koloniaal bezit in de Oost zouden afstaan. Luns rekende op steun van de Amerikanen, maar de Kennedy’s keurden hem nauwelijks een blik waardig.

Verbitterd over het gebrek aan Amerikaanse steun was Luns niet van zins zich zonder meer direct achter Washington op te stellen. Uiteindelijk draaide de flamboyante minister van buitenlandse zaken weer bij. Zijn weerzin tegen het communisme en de Sovjet-Unie was uiteindelijk toch groter dan zijn afkeer van de Kennedy’s.

Zwarte scenario’s bij de Cubacrisis

De dreiging dat voor het eerst sinds 1945 nucleaire wapens zouden worden ingezet, leek dus uiterst reëel. Over de gevolgen van een mogelijke kernoorlog deden de meest zwarte scenario’s de ronde, tot aan een vrijwel volledige vernietiging van de planeet toe. Veel leek dus aan te komen op de zelfbeheersing en vastberadenheid van zowel Kennedy als Chroesjtsjov.

In beide gevallen beloofde dat weinig goeds. Zo gold Chroesjtsjov als een uiterst wispelturig en opvliegend leider. Beroemd was het zogenaamde schoen-incident op 12 oktober 1960. Chroesjtsjov kreeg tijdens een Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een woedeuitbarsting waarbij hij eerst met zijn vuisten en daarna zelfs met zijn schoen op tafel begon te rammen. Tegelijk was de 68 jaar oude partijleider een overtuigd marxist-leninist met grootse ambities.

Filosoof Bertrand Russell smeekte de wereldleiders hun kalmte te bewaren

De 45-jarige Kennedy daarentegen zag zich geconfronteerd met dalende populariteitscijfers die mede het gevolg waren van een nogal ongelukkige buitenlandse politiek. In april 1961, enkele maanden na zijn aantreden, was de door de CIA geplande invasie van Cuba op een beschamend fiasco uitgelopen. In dezelfde maand maakte de Russische kosmonaut Joeri Gagarin als eerste mens een ruimtevlucht, waarmee de Sovjet-Unie de Amerikanen nu ook in de ruimte hadden afgetroefd.

Pijnlijk was ook dat de onervaren en lichamelijk verzwakte Kennedy zich op een conferentie in Wenen in juni 1961 liet ringeloren door de sluwe Chroesjtsjov. Deze voelde zich daardoor gesterkt om in augustus 1961 over te gaan tot de bouw van een Muur in Berlijn; een volgende nederlaag voor JFK, wiens presidentschap steeds meer op een mislukking leek uit te draaien. Met de Congresverkiezingen van november 1962 in zicht was Kennedy er alles aan gelegen om aan te tonen dat hij toch de juiste man op de juiste plaats was.

Verstoorde onderhandelingen

Het lot van de wereld leek eind oktober 1962 kortom in handen van een schijnbaar zwakke Amerikaanse president met een grote bewijsdrang enerzijds en een temperamentvolle en impulsieve Sovjet-leider anderzijds. Kennedy herhaalde zijn dreigement nogmaals in de VN Veiligheidsraad. De Cubaanse leider Fidel Castro gaf te kennen dat de volgens hem aanstaande Amerikaanse invasie met kernraketten zou worden beantwoord.

Op 26 oktober stuurde Chroesjtsjov een nieuwe boodschap waarin hij een opening bood: hij stelde voor dat de Sovjet-Unie de raketbases op Cuba zou ontmantelen als de Amerikanen de blokkade ophieven en beloofden Cuba niet binnen te vallen. Een dag later voegde Chroesjtsjov er nog een eis aan toe, namelijk dat de Amerikaanse Jupiter-raketten uit Turkije zouden worden verwijderd. Voor Kennedy was dat laatste onacceptabel, ondanks dat de in Turkije gestationeerde raketten al op de nominatie stonden te worden verwijderd.

De onderhandelingen raakten echter verstoord omdat op dezelfde dag een Amerikaans patrouillevliegtuig boven Cuba door een Russische raket werd neergehaald. Beide kampen wilden dit incident uiteindelijk niet uitvergroten tot een casus belli en hielden het op een tragisch ongeluk. Het gaf Kennedy wel de gelegenheid om het eerste voorstel te accepteren, maar de later toegevoegde Russische eisen te negeren.

Op 28 oktober gaf Chroesjtsjov uiteindelijk via zijn ambassadeur in Washington te kennen dat hij de raketinstallaties zou verwijderen in ruil voor opheffing van de blokkade en een Amerikaanse erkenning van de Cubaanse soevereiniteit. De Amerikanen zegden uiteindelijk toch ook toe om hun raketten op termijn uit Turkije te verwijderen, maar eisten wel dat dit onderdeel van de afspraak niet openbaar werd gemaakt. De schepen die op weg waren naar Cuba maakten rechtsomkeert. Een oorlog was uit de lucht. De wereld haalde opgelucht adem.

Meesterzet

De Cubacrisis had voor Castro’s Cuba een onbevredigende afloop. Weliswaar beloofde de Verenigde Staten de Cubaanse soevereiniteit te accepteren, maar de Cubaanse leider voelde zich niettemin in de steek gelaten door de Sovjet-Unie. Hij zou nadien een tijd lang weer een meer zelfstandige buitenlandse politiek voeren, waarbij hij zich opwierp als leider van de Derde Wereld.

Cuba steunde diverse revolutionaire bevrijdingsbewegingen wereldwijd en nam het voortouw in de oprichting van de Beweging van Niet-Gebonden Landen. Door de Amerikaanse boycot was Cuba echter economisch steeds meer afhankelijk van de Sovjet-Unie en de oostbloklanden.

Kennedy tijdens de Cubacrisis.
De uitkomst van de Cubacrisis doet wonderen voor Kennedy’s reputatie.

Geschrokken van de bijna-oorlog besloten de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie een hotline tussen Moskou en Washington in te stellen en afspraken over vermindering van kernproeven te maken.

Uiteindelijk leek Kennedy de grote winnaar van het conflict. De blunders van de voorgaande jaren werden hem in één klap vergeven, zijn reputatie als krachtdadige leider van het vrije Westen was gevestigd. De Congresverkiezingen leverde hem een duidelijke overwinning op. Ook veel historici menen dat Kennedy zich in dit conflict voorbeeldig heeft opgesteld. Vooral zijn beslissing om niet militair in te grijpen, zoals sommige meer oorlogszuchtige generaals wensten, maar een blokkade in te stellen en zo Chroesjtsjov verantwoordelijkheid te maken voor een eventuele escalatie, wordt als meesterzet beschouwd.

Toch is er ook kritiek. Had Kennedy niet beter kunnen kiezen voor geheime diplomatie in plaats van het houden van een toespraak waarin hij de Sovjet-Unie direct voor het blok zette? Had hij daarmee de emotionele Chroesjtsjov niet onnodig gekrenkt met alle risico’s van dien? Chroesjtsjov koos uiteindelijk voor de-escalatie, maar werd daardoor uiteindelijk wel de grote verliezer van het conflict. Het zou hem de kop kosten, zij het niet direct. In oktober 1964, twee jaar na de Cubacrisis, werd Chroesjtsjov vooral vanwege zijn toenmalige falen uit zijn functie ontheven en opgevolgd door Leonid Brezjnev.

Meer weten:

  • In Geschiedenis van de Verenigde Staten (Boom, 2017) noemt Frans Verhagen Kennedy’s optreden tijdens de Cubacrisis magistraal. Maarten van Rossem is in De Verenigde Staten in de Twintigste Eeuw (SDU Den Haag, 2002) veel kritischer.
  • De film Thirteen Days volgt de besluitvorming in het Witte Huis met de gebroeders Kennedy in een heldenrol. De film is gebaseerd op The Kennedy Tapes: Inside the White House During the Cuban Missile Crisis van Ernest May en Philip Zelikow.
  • Over de reactie in Nederland schreven Rimko van der Maar en Joppe Schaper het artikel ‘Socialisme onder de zon. Nederlandse Cubasympathisanten in de jaren zestig’, Tijdschrift voor Geschiedenis 2017, jrg, 130, no.2 197-223.