Home Boeken: Een strijdbaar bestaan – Ernestine Hoegen

Boeken: Een strijdbaar bestaan – Ernestine Hoegen

  • Gepubliceerd op: 15 juni 2020
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Rob Hartmans
Boeken: Een strijdbaar bestaan – Ernestine Hoegen

Mieke Bouman nam het op tegen Indonesië

 

In geschiedenisboeken ziet het er vaak heel overzichtelijk uit: op 27 december 1949 droeg Nederland de soevereiniteit over aan de Republiek Indonesië, waarna de militairen naar huis konden en de meeste Nederlandse burgers ook terugkeerden naar het moederland. Oorlog verloren, kolonie opgegeven, einde verhaal. De werkelijkheid is rafeliger.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Hoewel in het verdrag tussen Nederland en Indonesië was vastgelegd dat de nieuwe staat een federaal karakter zou krijgen, werd al snel duidelijk dat ‘Djakarta’ streefde naar de vorming van een eenheidsstaat. In januari 1950 deed de beruchte Raymond Westerling – verantwoordelijk voor talrijke bloedbaden in Zuid-Sulawesi – met een privélegertje in Bandung een mislukte poging tot een staatsgreep. Ook in Makassar en op de Molukken kwam het tot opstanden, die werden neergeslagen. Tevens waren er in deze jaren guerrillabewegingen van fundamentalistische moslims en communisten actief.

In deze chaotische omstandigheden tierden geruchten welig en in de Indonesische media werd dan ook veelvuldig melding gemaakt van de subversieve activiteiten van een Nederlands-Indische Guerrilla Organisatie (NIGO), die geleid zou worden door twee Nederlandse ex-officieren. Aanwijzingen dat er na 1950 zo’n club actief is geweest zijn er niet, maar de Indonesische regering kon de geruchten goed gebruiken als legitimatie voor het streven naar centralisatie. Begin 1954 werden ruim dertig voormalige KNIL-militairen en koloniale ambtenaren gearresteerd, die deel zouden uitmaken van de mythische NIGO.

Als leiders van deze vermaledijde club werden de voormalige inlichtingenofficier Leon Jungschläger en ex-KNIL-militair Henry Schmidt aangewezen. Tijdens het showproces dat tegen hen werd gevoerd, en waarbij de publieke opinie schreeuwde om de terdoodveroordeling van deze schurken, werden de verdachten bijgestaan door advocaat Herman Bouman. Nadat deze jurist was beschuldigd van omkoping van getuigen, moest hij Indonesië ontvluchten. Zijn werk werd overgenomen door zijn vrouw Mieke, die klassieke talen had gestudeerd en geen jurist was, maar die zich met verve van deze taak kweet. Jungschläger overleed tijdens het proces, maar Schmidt werd uiteindelijk vrijgelaten.

Het proces was in Nederland op de voet gevolgd en Mieke Bouman werd als heldin binnengehaald en bedolven onder huldeblijken. Een strijdbaar bestaan vertelt niet alleen het verhaal van het proces, maar beschrijft ook het hele leven van Mieke Bouman, die sinds 1935 in Indië woonde en tijdens de Japanse bezetting in een interneringskamp zat en ook toen al getuigde van grote moed. Een zeer leesbaar boek over een opmerkelijke vrouw. (RH)

 

Een strijdbaar bestaan. Mieke Bouman en de Indonesische strafprocessen

Ernestine Hoegen

296 p. Spectrum, € 24,99

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 7/8-2020