Home Dossiers Adolf Hitler Bijna alle Bulgaarse Joden overleefden de oorlog

Bijna alle Bulgaarse Joden overleefden de oorlog

  • Gepubliceerd op: 22 mei 2018
  • Laatste update 28 nov 2022
  • Auteur:
    Gillis Kersting
  • 8 minuten leestijd
Bijna alle Bulgaarse Joden overleefden de oorlog
Hitler en de Tweede Wereldoorlog
Dossier Adolf Hitler Bekijk dossier

Bulgarije heulde met nazi-Duitsland en had een fascistische regering. Toch overleefden bijna alle Joden er de Tweede Wereldoorlog. Hoe kon dat?

Toen op 1 september 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbrak, wilde Bulgarije eigenlijk neutraal blijven. Maar dat kon niet, want Duitsland had grote politieke en economische invloed op het land. De buurlanden van Bulgarije stonden al onder een nazibewind en meer dan 65 procent van de Bulgaarse export ging naar het Derde Rijk. Het Bulgaarse staatshoofd Boris III – zelf van Duitse origine – vreesde dat de Duitsers het land zouden binnenvallen als het vasthield aan zijn neutraliteit. Daarom tekende hij op 7 september 1940 een vriendschapsakkoord met Duitsland.

Om de nazibondgenoot te behagen, voerde Boris III tussen november 1940 en januari 1941 anti-Joodse wetgeving in. De 50.000 Bulgaarse Joden – 1 procent van de bevolking – verloren hun banen en huizen. Ze moesten extra belasting betalen, gemengde huwelijken werden verboden, en toegang tot bepaalde straten en gelegenheden werd hun ontzegd. Ook mochten Joden geen radio’s, telefoons, fietsen en auto’s bezitten. Ze moesten verplicht een davidster dragen. 

50.000 Bulgaarse Joden verliezen al hun bezit

Maar de anti-Joodse maatregelen werden volgens de Duitse ambassadeur met de ‘gebruikelijke Balkan-zwakheid’ nageleefd. De fabrieken die de productie van davidsterren ter hand namen, hadden in oktober 1941 nog geen 20 procent van het vereiste aantal geleverd. De meeste Joden lieten de gele ster achterwege, maar sommigen droegen hem met trots, demonstratief naast een afbeelding van de koning. De Duitse ambassadeur noteerde dat de lakse houding van de Joden mogelijk was ‘door de inactiviteit van de politie en de onverschilligheid van de Bulgaarse bevolking’. 

Tolerante samenleving

De Bulgaren stonden van oudsher op goede voet met hun Joodse medeburgers. Die woonden in het land sinds hun voorouders in de vijftiende eeuw de vervolgingen in het streng katholieke Spanje verruilden voor de relatieve tolerantie van het Osmaanse Rijk, waarvan Bulgarije toen deel uitmaakte. Na de Bulgaarse bevrijding in 1879 vertrouwde de Joodse gemeenschap erop dat de nieuwe machthebbers hun goed gezind zouden zijn. Er leefden wel meer minderheden probleemloos in het land, zelfs traditionele tegenstanders als Turken en Grieken. Alleen onder sommige boeren bestonden middeleeuwse vijandbeelden die leidden tot incidentele pogroms.


Toonbeeld van integratie: na de Eerste Wereldoorlog wordt in Sofia een ziekhuis opgericht ter ere van de Joodse gevallenen in de strijd.

Begin twintigste eeuw trokken veel Joden naar de steden. In de jaren 1940 woonde bijna de helft van de Bulgaarse Joden in Sofia, waar zij 10 procent van de bevolking uitmaakten. De Joden leefden veelal aan de onderkant van de samenleving en vormden geen bedreiging voor de Bulgaarse middenstanders of de elite. Sterker nog: nationalisten en intellectuelen verheerlijkten de relatieve vriendelijkheid tegenover de Joden als een fundamentele eigenschap van de tolerante Bulgaarse samenleving.

Meer lezen over de Tweede Wereldoorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

In maart 1943 leek de Joden binnen Bulgarije eenzelfde lot te wachten. In een vlotte en geheime operatie moesten zij worden verzameld en per trein worden afgevoerd. Maar invloedrijke leden van de Joodse gemeenschap werden op tijd gewaarschuwd door de secretaresse van het Commissariaat van Joodse Kwesties. Ook ontdekten ze dat Bulgaarse overheidsfunctionarissen valse paspoorten probeerden te regelen voor hun Joodse vrienden. Joden en vooraanstaande burgers trokken aan de bel bij politici. Dimitar Peshev, plaatsvervangend voorzitter van het parlement, bood een luisterend oor. Hij zette het kabinet zo onder druk dat de deportaties werden afgeblazen. 

Publieke verontwaardiging

Later die maand maakte Peshev met een petitie bezwaar tegen de anti-Joodse wetgeving en tegen de deportaties. Hij kreeg steun van 43 parlementsleden, onder wie ultranationalisten en rechts-extremisten. De motie haalde geen meerderheid en Peshev kon vertrekken, maar de publieke verontwaardiging die zijn protestactie teweegbracht, leidde er toch toe dat het kabinet de deportaties uitstelde.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €3,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Door de gang van zaken in het Bulgaarse parlement begonnen de Duitsers te twijfelen aan de inzet van hun bondgenoot. Volgens een nazirapport beschouwden de Bulgaren de Joodse aanwezigheid hoogstens als een politiek vraagstuk en niet als een raciaal probleem. Ook maakten hun anti-Joodse wetten te veel uitzonderingen mogelijk. Slechts militaire resultaten, zo meende de Duitse ambassadeur, zouden de Bulgaarse regering tot actie bewegen. Maar juist in de lente van 1943 verloren de Duitsers het initiatief. De Slag om Stalingrad had het Russische zelfvertrouwen hernieuwd en inspireerde de communistische partizanen in Bulgarije. Zij intensiveerden hun strijd, pleegden aanslagen op politiechefs en bevochten de politie, het leger en de Duitse hulptroepen in de straten van Sofia. De Bulgaarse regering realiseerde zich dat verdere anti-Joodse maatregelen de binnenlandse situatie zouden laten escaleren. 

Boris III zegt dat hij de Joden nodig heeft voor de wegenbouw

Achter de schermen bleven de Duitsers druk uitoefenen. Tijdens geheime ontmoetingen tussen Adolf Hitler en Boris III kwam de situatie van de Joden ter sprake. De koning had geen bezwaar tegen Duitse hulp bij het elimineren van communistische elementen, maar de Joden, zo beweerde hij, had hij nodig voor de wegenbouw en de aanleg van spoorlijnen.

De regeringsleiders kwamen een compromis overeen: de Joden zouden uit de steden worden overgeplaatst naar werkkampen, in afwachting van deportaties naar Polen. Voor de nazi’s de eerste stap op weg naar isolering en uiteindelijk verwijdering van de Joden. Voor de Bulgaarse koning een voorlopige adempauze.

De uithuisplaatsing van de Joodse stadsbewoners op 24 mei 1943 stuitte, zoals verwacht, op verzet. Joden en communisten demonstreerden in de straten van Sofia. Beroepsverenigingen van advocaten, artsen en loodgieters stuurden protestbrieven. De Bulgaars-orthodoxe kerk, de grootste tegenstander van de Jodenvervolging, bekritiseerde de politiek. Aartsbisschop Stefan waarschuwde de koning dat zijn ziel verdoemd zou zijn als de Joden iets overkwam.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Duitse soldaten gaan aan boord van een schip om via de Donau naar Bulgarije te varen.

Te midden van alle rumoer overleed Boris III op 28 augustus 1943. Zijn dood vergrootte de onrust in het land. Geruchten deden de ronde dat hij door de nazi’s zou zijn vermoord, vanwege zijn weinig meegaande houding bij de Jodendeportaties en Bulgarijes weigering troepen te sturen naar het oostfront. In werkelijkheid betekende zijn dood dat de deportaties nog langer werden uitgesteld. De regering had de handen vol aan de troonopvolging. Bovendien kreeg het nieuwe kabinet een minder agressief karakter. De felste antisemieten verhuisden naar posities waar zij geen invloed hadden op het deportatiebeleid. Het Commissariaat van Joodse Kwesties kwam in handen van politici die zich passief opstelden en de Joden met rust lieten. De nazi’s kregen het te druk met de gevechten aan het oostfront om zich druk te maken over de Bulgaarse Joden. 

Vlammenzee

Ondertussen rukten de Sovjets op. Zij eisten dat Sofia de banden met nazi-Duitsland zou verbreken. Vanaf november 1943 bombardeerden Amerikaanse en Engelse gevechtsvliegtuigen de steden van Bulgarije. Sofia, Plovdiv, Varna en Burgas stonden in brand, duizenden inwoners kwamen om in de vlammenzeeën. De aanvallen leidden tot een politieke crisis. Een nieuw kabinet, net als het vorige van fascistische signatuur, weigerde met Hitler ten onder te gaan en zocht toenadering tot het Westen. In eigen land ging de regering om de tafel met de Joodse gemeenschap.

Op 31 augustus 1944 maakte het kabinet de antisemitische wetten ongedaan. Joden kregen weer dezelfde burgerrechten als alle Bulgaren. Ze mochten hun davidsterren terzijde leggen en konden aanspraak maken op hun in beslag genomen goederen. De speciale belastingen werden afgeschaft.

Een maand later brak Bulgarije met de nazi’s en sommeerde hen het land te verlaten. De terugtocht van Duitse militairen leidde tot gewelddadige confrontaties met Bulgaarse eenheden die hun wapens in beslag wilden nemen. Terwijl de vroegere bondgenoten elkaar bevochten, vielen begin september de Sovjets het land binnen. Bulgarije verkeerde nu in staat van oorlog met alle strijdende partijen. De wanorde in het land maakte de weg vrij voor een communistische overname op 9 september 1944.In 1944 krijgen Joden weer dezelfde burgerrechten als alle Bulgaren

Terwijl Bulgaarse militairen aan de zijde van de Russen oprukten naar Berlijn, zat voor de Bulgaarse bevolking de oorlog erop. De Joden die nog vastzaten, konden de werkkampen verlaten en terugkeren naar huis. Maar wat was hun plaats in de samenleving? Met de economie aan de grond, de steden in puin en de communisten aan de macht hadden de meeste Joden weinig vertrouwen in de toekomst van hun land. De overheid zat in haar maag met deze groep burgers, die gereïntegreerd moest worden. Een knelpunt vormde de teruggave van Joodse eigendommen, die voor het grootste deel waren zoekgeraakt of beschadigd. Maar er gloorde na de oorlog al snel een alternatief: de oprichting van de staat Israël in 1948. Zodra ze toestemming kregen om te vertrekken, emigreerden zo’n 40.000 Bulgaarse Joden binnen enkele jaren naar het Beloofde Land.
 
Gillis Kersting is militair historicus en journalist.


Meer weten:
The Bulgarian Jews and the Final Solution 1940-1944 (1972) door Frederick B. Chary.
Geschiedenis van Bulgarije (1979) door I. Dimitrov.
Beyond Hitler’s Grasp: The Heroic Rescue of Bulgaria’s Jews (1998) door Michael Bar-Zohar.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 5 - 2018