De peperdure Netflix-film The King is zorgwekkend anti-Frans, vindt de directeur van het historisch museum in Azincourt.
Dit artikel krijgt u van ons cadeau
Wilt u ook toegang tot HN Actueel? Hiermee leest u dagelijks geschiedenisverhalen met een actuele aanleiding op onze website en ontvangt u exclusieve nieuwsbrieven. U kunt de eerste maand onbeperkt lezen voor € 1,99. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.
De film – een Shakespeare-bewerking – draait voor een groot deel om de Slag bij Azincourt, waar Engelsen in 1415 een legendarische overwinning behaalden op een Frans leger. Volgens Christophe Gilliot, de directeur van het plaatselijke Centre Historique Medieval, zetten de filmmakers de Engelse koning Hendrik veel te positief neer. Van zijn tegenstander, de Franse kroonprins Louis de Guyenne, maken ze juist een flauw cliché.
Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Zo komt de kroonprins (gespeeld door Robert Pattinson) bijzonder sukkelig over als hij Hendrik (Timothée Chalamet) tijdens de slag uitdaagt voor een rechtstreeks gevecht. De situatie is op dat moment hopeloos voor de Fransen, en de kroonprins, die tot dan toe niet heeft gevochten, gaat de strijd aan met Hendrik, die al wel dapper op het slagveld heeft gestaan en uitgeput is. Stoer zwaaiend met zijn zwaard maakt de prins zich klaar om de koning aan te vallen – om clownesk glibberend onderuit te gaan in de modder, zonder ook maar bij Hendrik in de buurt te komen. De koning neemt niet eens meer de moeite om met hem te vechten en laat zijn mannen hun woede botvieren op de kroonprins.
Museumdirecteur Gilliot verwacht dat Engels extreem-rechts dit soort scènes heerlijk zal vinden en maakt zich er kwaad over dat Engelse wreedheden nauwelijks in beeld komen. De plunderingen die bij een middeleeuwse oorlog hoorden en de moord op Franse krijgsgevangenen na de slag blijven buiten beeld – tot woede van Gilliot.
