Ik loop door München, dat kan niet anders. Kletskoek, kijk die balkonnetjes, het is Parijs. Wacht even, toch York of een andere historische Engelse stad, zulke gevels heb je niet in Frankrijk.
Nee, ik ben niet krankzinnig geworden, de namen van al deze steden flitsten door mijn hoofd toen ik recent door het Vinpearl Resort in zuidelijk Vietnam liep. De ontwerpers van dit gigantische vakantieparadijs willen je laten geloven dat je in een grote Europese stad bent, maar overtuigen geen moment. Ook al omdat gebouwen bij elkaar zijn gezet die in werkelijkheid zouden zijn gescheiden door twee wereldoorlogen. Het is allemaal te pretpark, te gemaakt, te weinig ontstaan.
Maar het meest merkwaardige is toch wel dat het 3,5 kilometer lange en 600 meter brede resort totaal verlaten is. Waar zie je dat in Europa, buiten Duisburg? De meeste winkels langs de ellenlange stoepen lijken alleen maar in bedrijf, wie goed kijkt ziet dat het interieur een foto is. De doelgroep moet het resort nog vinden. Er lopen alleen een paar werkmannen die moeten zorgen dat de zeewind de gebouwen niet te zeer erodeert. Want goed gebouwd is het overduidelijk niet. Sommige gevels zien er een paar jaar na oplevering al vermoeid uit – en niet op een karaktervolle Europese manier.
De bedoeling was dat hier per jaar miljoenen Chinezen door de straten zouden schuifelen, dit resort is speciaal voor hen gebouwd. Ze krijgen een plaatjesboekversie van Europa voorgeschoteld op nog geen drie uur vliegen van Shenzhen. En in tegenstelling tot het origineel maakt het niet uit wanneer je gaat, in dit Europa is het altijd een graad of 30. Alleen tyfoons of andere tropische verrassingen kunnen roet in het eten gooien. Maar dan schuil je even bij die authentieke Franse bakkerij die donuts verkoopt.
De buren hebben er een hard hoofd in. De eigenaar van een klein en uitermate charmant resort verderop langs de kust ziet dat maar een fractie van alle hotelkamers is gevuld. ‘Er zijn al zoveel hotels hier. Ze hadden kleiner moeten beginnen en bij succes moeten bijbouwen.’
En dat is gelijk het meest on-Europese aan het resort: het is niet ontstaan en langzaam gegroeid, maar een paar jaar geleden in één klap in al zijn enormiteit opgeleverd. Een gok gefinancierd met een overvloed aan krediet en een tekort aan behoedzaamheid. De eigenaren zijn er vast trots op, maar bewijzen tegelijkertijd dat ze niks van Europa hebben begrepen.
Hoewel? Eigenlijk is een klassieke folly, en nu ik daar nog eens over nadenk, is dat juist heel Europees. We wonen op een continent dat ons knettergek onroerend goed gaf als de Dunmore Pineapple en de Löwenburg. En was Frankenstein niet ook in Europa? Dit is net zo’n monster.
