Home 1500 sporen bleven achter op het slagveld

1500 sporen bleven achter op het slagveld

  • Gepubliceerd op: 4 juli 2023
  • Laatste update 20 jul 2023
  • Auteur:
    Rob Hartmans
  • 3 minuten leestijd
Afbeelding van de Guldensporenslag

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

De Guldensporenslag was volgens Rolf Falter een ‘kantelmoment’. Tijdens dit legendarische gevecht in 1302 versloeg een Vlaamse troepenmacht het leger van de Franse koning.

De Serviërs hebben de Slag op het Merelveld, de Fransen de bestorming van de Bastille, en de Vlamingen de zogeheten Guldensporenslag. Gewelddadige confrontaties fungeren dikwijls als nationalistische oorsprongsmythes, waardoor hun werkelijke historische betekenis vaak overwoekerd raakt door legendes en propaganda. Het is dus de taak van historici om de bombast en aangekoekte onzin eraf te krabben, en de Belgische historicus Rolf Falter doet dat nu met de Slag bij Kortrijk van 11 juli 1302.

Meer recensies van historische boeken lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Op die dag versloegen milities uit Brugge, Ieper en Gent en een deel van de Vlaamse en Brabantse ridders het leger van de Franse koning. Dat leger bestond niet alleen uit ongeveer 4000 man voetvolk, onder wie 1000 ervaren kruisboogschutters, maar tevens uit 2700 geharnaste ruiters. Volgens een kroniekschrijver uit die tijd gold deze strijdmacht als ‘die bloeme van kerstenhede’(‘de bloem van de christelijke wereld’). De Vlaamse troepenmacht was geen samengeraapt zooitje van hongerige en met hooivorken gewapende boeren, maar een dankzij de welvarende steden goed uitgeruste militie die door ervaren ridders werd aangevoerd. Volgens dezelfde kroniekschrijver stond ze ‘gelijk enen steinijn mure’ en wisten de infanteristen de paarden van de aanstormende ridders ten val te brengen, waarna de door hun zware wapenrusting weinig mobiele edellieden met goedendags werden afgemaakt. Meer dan duizend van hen lieten het leven en het schokkende nieuws van deze nederlaag verspreidde zich snel.

Falter beschrijft uitgebreid de voorgeschiedenis en nasleep van de slag, waarbij hij diep ingaat op de feodale conflicten tussen de Engelse en Franse koningen en de graven van Vlaanderen, en de rol van de Vlaamse en Brabantse steden – het meest ontwikkelde en welvarende deel van Europa ten noorden van de Alpen. Naast feodale en dynastieke belangen speelde ook het ontstaan van een regionale ‘identiteit’ een rol, maar het ging toch vooral om een sociaal conflict. De middenklassen en arme inwoners van de steden kwamen in opstand tegen de stedelijke elite. Tegelijkertijd eisten de steden hun plek op in een feodale wereld die met hun opkomst eigenlijk geen rekening had gehouden.

Vandaar dat de slag pas vanaf de zestiende eeuw de Guldensporenslag werd genoemd: naar het verhaal dat de Vlamingen na de slag 1500 gouden sporen van de omgekomen ridders hadden verzameld – volgens Falter onmiskenbaar een ‘kantelmoment’. Wat hier gebeurde was immers ‘het opeisen van medezeggenschap voor mensen zonder stamboom of vermeend goddelijk recht daartoe. En dus van een wezenlijk kenmerk van wat later de Europese beschaving is geworden.’

1302. Het jaar van de mythe. Het volledige verhaal van de Guldensporenslag

1302. Het jaar van de mythe. Het volledige verhaal van de Guldensporenslag
Rolf Falter
350 p. Lannoo, € 29,99
Bestel bij Libris.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 7/8 - 2023