Toen in maart 2003 de Amerikanen hun invasie van Irak begonnen met een bombardement van Bagdad, schreven Nederlandse kranten over een ‘vuurstorm’ die over de stad zou hebben geraasd. Hoewel het voor de inwoners van Bagdad angstwekkend moet zijn geweest, getuigde de opmerking van gebrek aan historisch besef.
Een ‘vuurstorm’ is namelijk iets heel anders. Die ontstaat alleen als een stad zo intensief wordt gebombardeerd dat er een enorme kolom opwaartse hete lucht ontstaat die de temperatuur zo doet oplopen dat asfalt en metaal smelten, zand in glas verandert en mensen spontaan in fakkels veranderen of zelfs verdampen. Ondertussen steekt een storm op die op de grond snelheden van 270 km/u haalt. Wie zich op straat bevindt, is nagenoeg kansloos en in de schuilkelders komen mensen om door de ongekende hitte of gebrek aan zuurstof.
Het bekendste voorbeeld is het bombardement op Dresden, tussen 13 en 15 februari 1945. Vier aanvalsgolven van geallieerde bommenwerpers zetten toen door middel van een combinatie van 2000 kilo wegende blockbusters en talloze brandbommen de beeldschone en tot dan toen vrij ongeschonden stad – ‘het Florence aan de Elbe’ – in lichterlaaie. Hierbij werden zo’n 75.000 woningen verwoest of zwaar beschadigd en kwamen naar schatting 25.000 mensen om.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
In Vuur en duisternis beschrijft de Britse historicus McKay bijzonder beeldend het inferno dat de inwoners van Dresden moesten doorstaan. Ook toont hij de onwil van de plaatselijke nazibestuurders om voorzorgsmaatregelen te nemen, de overwegingen van de geallieerden om dit soort bombardementen uit te voeren, en de gruwelijke ervaringen van de bemanningen van de bommenwerpers. Van hen kwam 40 procent om het leven of raakte zwaargewond.
Over Dresden en de geallieerde bombardementen op Duitsland in het algemeen is al enorm veel geschreven, en vaak staat daarbij de vraag centraal of hier sprake was van een oorlogsmisdaad van de kant van de geallieerden. Dit is vooral in Duitsland een gevoelig debat, omdat het benadrukken van het slachtofferschap van de Duitse burgers – circa 600.000 mensen kwamen om bij bombardementen – kan worden opgevat als een poging om de nationaal-socialistische misdaden te bagatelliseren. McKay stipt deze discussie wel aan, maar gaat er niet uitgebreid op in en spreekt zich evenmin onomwonden uit over de vraag of de bombardementen ‘strategisch noodzakelijk’ waren. Beschrijving van de gruwelijkheid van de oorlog, en hiermee het herdenken van alle slachtoffers, staat bij hem voorop.
Rob Hartmans is historicus, journalist en vertaler.
Vuur en duisternis. Het bombardement op Dresden
Sinclair McKay
416 p. Atlas Contact, € 34,99
Bestel in onze webshop