Home Von Bismarck: de ijzeren hypochonder

Von Bismarck: de ijzeren hypochonder

  • Gepubliceerd op: 23 oktober 2012
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Antoine Verbij
Von Bismarck: de ijzeren hypochonder

Zijn grote project was een vreedzaam en welvarend Europa, met in het hart een sterke Duitse natie onder de Pruisische kroon. Daarvoor liet de ‘IJzeren Kanselier’ Otto von Bismarck driemaal de wapens kletteren, om vervolgens twintig jaar lang de Europese grootmachten in bedwang te houden.

Midden in Europa, midden in het territorium van de Duitse Bond, midden in het koninkrijk Pruisen, midden in het dorp Schönhausen werd op 1 april 1815 in het landhuis van de familie Von Bismarck de nieuwste telg geboren: Otto Eduard Leopold. Luttele maanden tevoren was in Wenen het door Napoleon opgeschudde Europa opnieuw onder de oude grootmachten verdeeld. Het bleek een evenwichtige en duurzame verdeling, met in het oosten Rusland, in het westen Frankrijk, in het midden de Duitse staten en op enige afstand Groot-Brittannië.

Driekwart eeuw later zag Europa er nog bijna net zo uit. Alleen in het midden was wat ooit de Duitse Bond heette uiteengevallen in twee keizerrijken. De dominante factor in de Bond was altijd de keizer van Oostenrijk geweest. Maar in het noorden had zich een geduchte concurrent ontwikkeld, met een sterke economie en een imposante cultuur. Binnen 75 jaar had het koninkrijk Pruisen de hegemonie over de Duitse staten veroverd en stichtte het zonder Oostenrijk een eigen Duits Rijk met een eigen Duitse keizer.

De stichting van dat machtige Duitse Rijk in het hart van Europa was de verdienste van maar één man: Otto von Bismarck. Van huis uit was hij een doorsnee landjonker, die twee diepe liefdes koesterde: de velden en dreven van Brandenburg, en de koning van Pruisen, zijn heer bij de gratie Gods. Er gingen vele jaren overheen voordat uit die patriottische gezindheid een politieke roeping volgde. Maar zijn landelijke herkomst is Bismarck zijn hele leven trouw gebleven. Zodra hij politiek in het nauw kwam, zocht hij zijn heil op het Pruisische platteland.

Tegen die achtergrond zijn de twee belangrijkste principes van Bismarcks politiek goed te begrijpen. Binnenlands de instandhouding van de traditionele verhoudingen op het platteland, waar de jonker het hele leven bestierde. En buitenlands de verdediging van de koning tegen alles wat zijn macht bedreigde. Het land dat Bismarck achterliet toen hij in 1890 uit de actieve politiek stapte, beantwoordde exact aan die principes: het volk bestond voornamelijk uit gedweeë onderdanen en de koning – inmiddels keizer – was nog altijd even autocratisch.
 

De heethoofdige jongeling

Aanvankelijk wees niets op een politieke loopbaan voor de jonge Bismarck. Zijn ouders stamden uit een middelmatig adellijk milieu, dat van de moeder iets voornamer dan dat van de vader. Otto was een middelmatige leerling en een middelmatige student. Het enige waarin hij onmatig was, was het maken van schulden. Het wilde studentenleven, het verraderlijke casino en de dure Engelse lady’s die hij het hof probeerde te maken, deden hem telkens weer bij de familie aankloppen voor extra toelagen.

Die schulden kon hij pas inlossen nadat hij zich weer op het platteland had gevestigd en het beheer van zijn landgoederen ter hand had genomen. Alleen ontbrak hem nog een echtgenote om zijn ongedurige leven in balans te brengen. Zijn grote liefde Marie von Thadden, met wie hij veel geestrijke en zinnelijke uren doorbracht, was al verloofd. Een vriendin van haar, Johanna von Puttkammer, een stuk minder geestrijk en minder zinnelijk, was nog vrij. Maar haar verovering stelde Bismarck flink op de proef.

Tot dan toe had Bismarck zich weinig gelegen laten liggen aan religie. Johanna kwam echter uit een gezin van strenge ‘piëtisten’, aanhangers van een lutherse vroomheidsbeweging. In de brieven waarin hij haar vader om haar hand vroeg, deed hij zich voor als een oprechte godzoeker, die hoopte op de genade van het geloof. Hij zette al zijn redeneertalent in om de man ervan te overtuigen dat zijn wilde jaren voorbij waren. Het lukte. Een diep religieus mens is hij echter nooit geworden. Wel, zoals vele mooie brieven bewijzen, een toegewijde en liefhebbende echtgenoot.
 

Niet alleen zijn schoonvader, ook zijn piëtistische vrienden poogden vergeefs van hem een vrome gelovige te maken

Niet alleen zijn schoonvader, ook zijn piëtistische vrienden poogden vergeefs van hem een vrome gelovige te maken. Bismarck was met hen bevriend omdat hij hun conservatieve politieke overtuigingen deelde. Zij waren degenen die bij hem het vuur van de politieke hartstocht ontstaken. Bovendien beschikten ze over nauwe banden met de naaste raadgevers van koning Frederik Willem IV. Eenmaal aan de top spande hij zijn piëtistische vrienden naar believen vóór of achter zijn kar.

Bij zijn eerste schreden in de politiek was Bismarck nog de heethoofdige jongeling uit zijn studentenjaren. In 1848 braken overal in Europa opstanden uit. In Berlijn demonstreerden burgers en arbeiders voor democratie en persvrijheid. Maar Bismarck was tegen alles wat naar parlementarisme en liberale vrijheden riekte en zou daar zijn leven lang tegen strijden. Zoals hij het later als Pruisisch minister-president in een beroemde rede uitdrukte: ‘Niet door debatten en meerderheidsbesluiten worden de grote vragen der tijd beantwoord, maar door ijzer en bloed.’
 

Revolutie en hervormingen

Toen in 1848 ook in Berlijn de Maartrevolutie uitbrak, met talloze doden, spoedde Bismarck zich naar zijn landgoed in Schönhausen. Hij trommelde de boeren bij elkaar en wilde met hen naar Berlijn optrekken om de koning te ontzetten. Zijn aanbod stuitte bij het hof echter op weinig enthousiasme. De koning trok zijn eigen plan en nam zijn toevlucht tot een gebaar van deemoed. Blootshoofds en met een armband in de revolutionaire kleuren zwart, rood en goud bracht hij op de Berlijnse Gendarmenmarkt een eerbetoon aan de 183 doodskisten waarin de omgekomen opstandelingen lagen opgebaard.

Toen Frederik Willem ook nog hervormingen beloofde – een belofte die hij overigens nooit nakwam –, vroeg een delegatie uit het parlement van de Duitse Bond hem om de keizerskroon te aanvaarden. De koning weigerde. Hij wenste niet door vertegenwoordigers van het volk te worden gevraagd, maar door de Duitse vorsten, de dragers van de Godgegeven orde. Die eer kreeg hij niet, maar zijn opvolger wel, meer dan twintig jaar later. De man die de vorsten onder de keizer verenigde, was Bismarck.

Bismarcks steile carrière in de politiek liep niet langs de geëigende paden. Geen geleidelijke stijging in de rangen der diplomatie en geen loopbaan in het leger, hoewel hij later altijd in militair uniform optrad. Hij vestigde de aandacht van koning en regering op zijn persoon door zich in te zetten voor conservatieve politieke organisaties. Hij verblufte met scherp politiek inzicht en retorisch genie. Het leverde hem prestigieuze diplomatieke betrekkingen op, eerst bij de Bondsdag in Frankfurt, later als hoogste gezant in Sint-Petersburg en Parijs.
 

Bismarck ontwikkelde zijn gevoel voor het precaire evenwischt tussen de grootmachten in Europa

Die diplomatieke posten waren zijn eigenlijke leerschool. Daar ontwikkelde Bismarck zijn gevoel voor het precaire evenwicht tussen de grootmachten in Europa. Daar leerde hij de kunst van het manipuleren van allianties. Bij dat alles ging het hem maar om één ding: hoe diende Pruisen te opereren om te verhinderen dat Rusland met Oostenrijk, Oostenrijk met Frankrijk of – Bismarcks grootste nachtmerrie – Frankrijk met Rusland zich tegen Pruisen keerde? Dat kon alleen door met ieder van hen telkens wisselende verbintenissen aan te gaan.

In eerste instantie richtte Bismarck zijn pijlen vooral op Oostenrijk. Het ging erom de vernedering van het Verdrag van Olmütz uit 1850, dat Oostenrijks hegemonie in de Duitse Bond versterkte, zo snel mogelijk te wreken. Tekenend was dat Bismarck dat verdrag in een van zijn eerste grote redevoeringen verdedigde, omdat daarmee een oorlog tussen Pruisen en Oostenrijk was voorkomen. Die rede staat bekend als de eerste proeve van Bismarcks realpolitik. De oorlog met Oostenrijk zou er later alsnog komen, toen er echte winst te behalen viel.

Bismarck maakte zich met zijn diplomatieke missies steeds onmisbaarder voor het Pruisische koninkrijk. In heel Europa wist hij groot respect te verwerven, en van Pruisen maakte hij de belangrijkste Duitse factor in het Europese krachtenveld. Steeds meer overvleugelde hij met zijn optreden zijn opdrachtgevers, de achtereenvolgende ministers van Buitenlandse Zaken. In 1862 kon koning Willem I, die een jaar eerder Frederik Willem was opgevolgd, er niet langer omheen: hij benoemde Bismarck tot zijn minister-president.
 

Bismarck maakte zich steeds onmisbaarder voor het Pruisische koninkrijk

Dat was een impopulaire maatregel, want in het buitenland mocht Bismarcks ster dan wel rijzen, in de Duitse landen zelf was hij allerminst populair. In de parlementen verloren de conservatieven steeds meer terrein aan de liberalen en raakten ze zelfs in de minderheid. Burgerij en grootkapitaal eisten hun politieke rechten op. Met persbreidels en trucs met de kiesstelsels probeerden Bismarck en de conservatieve partijen zich parlementair te handhaven. Maar in veel Duitse staten en in de Duitse Bond kregen de liberalen steeds meer de overhand.

Om de liberale opmars te keren, nam Bismarck zelfs vertrouwelijk contact op met Ferdinand Lasalle, die zojuist de Algemene Duitse Arbeidersvereniging had opgericht. Maar zijn pogingen om Lasalle voor een verbond tegen de liberalen te winnen leidden tot niets. Uiteindelijk greep Bismarck naar het laatste middel: hij regeerde jarenlang zonder de parlementen de uitoefening van hun begrotingsrecht toe te staan. Op die manier voorkwam hij dat ze zich met de hervorming van het leger bemoeiden, een lievelingsproject van Bismarck, waar hij een lang slepend constitutioneel conflict voor overhad.
 

De klein-Duitse Unie

De militaire hervorming hing nauw samen met zijn masterplan: de samenvoeging van de Duitse staten tot een ‘klein-Duitse Unie’, met Pruisen aan het hoofd. Om de weerstand van de Habsburgse keizer van Oostenrijk daartegen te breken, verleidde hij in 1864 de Oostenrijkers tot deelname aan een confrontatie met Denemarken over de provincies Sleeswijk en Holstein. Na een korte schotenwisseling kregen Pruisen en Oostenrijk ieder een van de beide provincies toegewezen. Ze stonden toen op voet van gelijkheid.

Vanaf dat moment zocht Bismarck de directe confrontatie met Oostenrijk en met de Duitse staten die de Habsburgers steunden. Met de Pruisische troepen verjoeg hij de Oostenrijkers uit Holstein en rukte hij vervolgens op richting de Oostenrijk-gezinde staten Saksen, Hannover en Hessen. Zijn ultieme truc was de dreiging met een reorganisatie van de Duitse Bond en zelfs – geheel tegen zijn principes – met nieuwe verkiezingen, waar de Oostenrijkers fel op tegen waren. Oostenrijk beantwoordde de provocaties met een oorlogsverklaring. Bij Königgrätz werden de Habsburgse legers in de pan gehakt.

De Pruisische natie was door het dolle heen. De koning wilde het liefst meteen naar Wenen oprukken om de triomf compleet te maken. Maar Bismarck weerhield hem daarvan. Hij wilde de verslagen vijand niet extra vernederen en geen exorbitante lasten opleggen of gebieden aftroggelen. Vooral omdat hij daardoor het zorgvuldig opgebouwde vlechtwerk van afspraken met de andere Europese grootmachten in gevaar zou brengen. Die had hij met allerlei beloften weten af te houden van inmenging in het Pruisisch-Oostenrijkse conflict.
 

Bismarck wilde een verslagen vijand niet extra vernederen en geen gebieden aftroggelen

Vervolgens moesten de Zuid-Duitse staten worden overtuigd dat vereniging onder de Pruisische kroon goed voor hen was. In de vorstendommen Beieren en Württemberg stond men wantrouwig tegenover de groeiende macht van Pruisen. Met overeenkomsten over economische en militaire samenwerking probeerde Bismarck de anti-Pruisische stemming te keren. Dat lukte maar ten dele. Alleen een groot internationaal conflict, zo calculeerde hij, zou de Noord- en Zuid-Duitsers definitief in elkaars armen drijven.

Een ruzie met Frankrijk over de troonopvolging in Spanje bood een uitgelezen kans. Willem I maakte aanspraak op die troon, maar onder druk van Frankrijk verklaarde hij zich bereid daarvan af te zien – maar niet voor altijd, zoals hij Bismarck vanuit Bad Ems per telegram liet weten. Bismarck was zo handig deze beroemde ‘Emser Depesche’ aan de pers door te spelen, waarmee hij de verongelijkte Napoleon III tot een oorlogsverklaring provoceerde. In augustus 1870 werden de Franse legers bij Sedan vernietigend verslagen.

Deze keer marcheerde Bismarck wél door,  richting de hoofdstad van het verslagen land. In Versailles ontbood hij een voor een de Zuid-Duitse staten om met hen over toetreding tot de Duitse Unie te onderhandelen. Zelfs Beieren ging overstag, al kostte dat de Pruisen een flinke donatie in het exorbitante bouwfonds van sprookjeskoning Lodewijk II.
 

De IJzeren kanselier

De laatste hindernis was de beoogde keizer zelf. Diens depressieve huilbuien aan de vooravond van zijn pompeuze kroning in het paleis van Versailles verleidden Bismarck tot een fraai staaltje proza.

‘De keizerlijke geboorte was een zware bevalling,’ schreef Bismarck aan zijn Johanna. ‘Koningen kennen op zulke momenten de meest wonderlijke stemmingen, net vrouwen die op het punt staan de wereld te schenken wat ze toch niet bij zich kunnen houden. Ik had als verloskundige meer dan eens de dringende behoefte een bom te zijn en te ontploffen, opdat het hele bouwwerk in puin zou storten.’ Een ooggetuige bevestigde dat Bismarck op de dag van de kroning ‘uiterst slechtgehumeurd en buitengewoon prikkelbaar’ was.

Bismarck was bepaald geen toonbeeld van gelijkmatigheid en onverstoorbaarheid. Wanneer de dingen niet liepen zoals hij wilde, kon hij niet alleen erg humeurig worden, maar ook depressief, op het suïcidale af. Daarnaast had hij een neiging tot hypochondrie. Hij klaagde veel over slapeloosheid, aangezichtspijnen, reumatische aandoeningen, ontstekingen in zijn linkerbeen en aambeien. Bovendien was hij weliswaar groot en statig, maar ook te zwaar en te dik als gevolg van een overmatige eetlust.
 

Bismarck was geen toonbeeld van gelijkmatigheid en onverstoorbaarheid

Regelmatig trok hij zich terug op een van zijn buitenverblijven om tot rust te komen en te revalideren. Hij wandelde dan graag in de buitenlucht, bij voorkeur met zijn honden en een jachtgeweer. Maar de politiek liet hem nooit los. Vanuit zijn buitenverblijven zond hij zijn brieven en dictaten de wereld rond. En schrijven kon hij. Publicist en historicus Sebastian Haffner noemde hem zonder omwegen de belangrijkste Duitse prozaschrijver in de periode tussen Goethe en Thomas Mann.

Na de voltooiing van het Duitse Rijk in 1871 zag de rijkskanselier en minister-president van Pruisen het als zijn belangrijkste taak het fragiele evenwicht in Europa in stand te houden. De gevestigde grootmachten reageerden nogal gespannen op het succesvolle, nieuwe Duitse Rijk. Bismarck deed er alles aan om hen ervan te overtuigen dat hij in vrede met zijn buren wilde leven en absoluut niet uit was op machtsuitbreiding. Het Duitse Rijk was, zoals hij het uitdrukte, saturiert – verzadigd.
 

Bij spanningen in Europa stelde hij zich op als de ‘eerlijke makelaar’ die geheel onpartijdig tussen de grootmachten bemiddelde 

Bij spanningen in Europa stelde hij zich op als de ‘eerlijke makelaar’ die geheel onpartijdig tussen de ruziënde grootmachten bemiddelde. Hij sloot het ene verbond na het andere, nu eens apart met de Oostenrijkers, dan weer tussen de drie keizers van Duitsland, Rusland en Oostenrijk. Zelfs met de vlot herstelde Fransen nam hij snel weer aan de onderhandelingstafel plaats. Echt onpartijdig was hij daarbij niet, want hij had maar één doel voor ogen: coalities voorkomen die zich tegen Duitsland konden keren.

In de binnenlandse politiek was zijn belangrijkste doel een revolutie te voorkomen. Aan alle kanten zag hij bedreigingen. De katholieken, die met hun Centrumpartij plotseling een machtsfactor waren geworden, kregen met ingrijpende repressieve maatregelen te maken, waarmee Bismarck hun culturele leven ondergroef. Op die zogeheten Kulturkampf kwam hij echter al snel weer terug.

Hij kwam echter nooit terug op zijn verbeten repressie van de opkomende sociaal-democraten. Zelfs linkse zangverenigingen en wandelclubs verbood hij. Zijn ultieme wapen tegen het rode gevaar was een stortvloed aan wetten die de sociaal-democraten de wind uit de zeilen moesten nemen. Tot groot ongenoegen van zijn conservatief-liberale coalitiegenoten riep hij een ziekte- en ongevallenverzekering en een ouderdoms- en invalidenverzekering in het leven. In Europa liep hij daarmee in het voorste gelid.
 

Twintig jaar lang drukte de ‘IJzeren Kanselier’ zijn stempel op de buitenlandse en binnenlandse politiek

Twintig jaar lang drukte de ‘IJzeren Kanselier’ zijn stempel op de buitenlandse en binnenlandse politiek. Op het internationale toneel verwierf hij groot respect, maar binnen de eigen rijksgrenzen raakte hij hoe langer hoe meer geïsoleerd. Keizer Willem I prees zich steeds gelukkig met zijn uitvoerder, al klaagde hij soms dat het niet meeviel ‘keizer te zijn onder zo’n kanselier’. Maar diens opvolger, Willem II, had weinig geduld met de eigenzinnige en eigenmachtige Bismarck en zette hem in 1890 zonder pardon aan de kant.

Er ging een golf van opluchting door de natie. Het was genoeg geweest. Er volgde een lange incubatietijd, tot na de dood van Bismarck in 1898. Maar toen de afstand tot zijn regeerperiode eenmaal groot genoeg was, ontwikkelde zich een ware heldenverering rond de Reichsgründer, de stichter van de Duitse natie. Vooral in de eerste jaren van de twintigste eeuw zamelden overal in het land Bismarck-verenigingen geld in om monumenten voor hem op te richten, het ene nog pompeuzer dan het andere, 160 in totaal. In korte tijd groeide Bismarck uit tot een nationaal symbool.
 

Was Bismarck de voorloper van Hitler?

Nee. In tegenstelling tot wat sommige Angelsaksische historici menen, loopt er geen rechte lijn van Bismarck naar Hitler. Anders dan Hitler heeft Bismarck nooit de verovering van Europa op het oog gehad. Bovendien was elke volkse ideologie hem vreemd.

Het enige wat Hitler met hem deelde, was een afkeer van de democratie. Maar terwijl Hitler het parlement eenvoudigweg afschafte, maakte Bismarck er een sport van de volksvertegenwoordiging met allerlei trucs buitenspel te zetten.
Ook was Bismarck geen fanatieke antisemiet, al deed hij niets om de Joden in bescherming te nemen toen in tijden van economische malaise het antisemitisme wijdverbreid raakte en er zelfs hier en daar een synagoge in vlammen opging.
 

Is Merkel de nieuwe Bismarck?

Een beetje wel. Er zijn opmerkelijke overeenkomsten tussen Merkel en Bismarck. Beiden zijn aan de macht gekomen zonder noemenswaardige politieke ervaring, zonder hulp van een machtige lobby en zonder een stevige basis in de eigen politieke partij. Beiden hanteren een conservatief wereldbeeld, dat ze flexibel aanpassen aan de eisen van de moderniteit.

Hun Europese politiek is vrijwel identiek: hun doel is een vredelievend en evenwichtig Europa, dat de belangen van de Duitse natie dient. In zijn recente boek Europa in den Augen Bismarcks noemt Dominik Haffer vier principes van Bismarcks strategie: solidariteit, terughoudendheid, betrouwbaarheid en samenwerking. Die principes zijn moeiteloos terug te vinden in Merkels beleid.
 

Meer weten

Onder de vele Bismarck-biografieën zijn twee ‘reuzen’: Bismarck. Der weisse Revolutionär (1980) van de Frankfurtse historicus Lothar Gall, en de tweedelige serie van DDR-historicus Ernst Engelberg, Bismarck. Urpreusse und Reichsgründer (1985) en Bismarck. Das Reich in der Mitte Europas (1990).

Een goede inleiding biedt Otto von Bismarck (2008) van Zeit-redacteur Volker Ullrich. Heel recent is Bismarck. A Life (2011) van Jonathan Steinberg. Deze biografie maakte furore dankzij een bespreking door Henry Kissinger in de New York Times, ook al toont de Amerikaanse diplomaat en Bismarck-bewonderaar zich niet echt blij met Steinbergs psychologische invalshoek.

Het thema Europa komt indringend aan bod in de bundel Otto von Bismarck im Spiegel Europas (2006), waarin ook een opstel staat over de angst voor Pruisen in de Lage Landen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.