Voorstanders zien het als laatste redmiddel om coronabesmettingen te voorkomen, tegenstanders zien het als disproportionele inbreuk op de vrijheid van burgers. Tijdens de persconferentie van premier Rutte viel het beladen woord ‘avondklok’, waarna al snel associaties werden gelegd met de ‘spertijd’ in de Tweede Wereldoorlog. Volgens historicus Robin te Slaa gaat die historische vergelijking nauwelijks op. ‘In beide gevallen wordt de vrijheid van burgers beperkt, maar daar houdt de overeenkomst dan ook op.’
Pogingen om het coronavirus in te dammen worden vaak kracht bijgezet met oorlogstaal: het virus is een ‘vijand’ met wie we de ‘strijd’ aangaan. De oorlogsassociaties gaan nog een stap verder nu het kabinet een avondklok overweegt. In het parlement en de media worden er parallellen getrokken met het nachtelijk uitgangsverbod voor burgers tijdens de Duitse bezetting.
Meer lezen over de Tweede Wereldoorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Geschiedenis van de avondklok
In de negentiende eeuw had de ‘avondklok’ nog een heel andere betekenis. Het was een oproep tot het geloof door ’s avonds de kerkklokken te luiden, weet NIOD-onderzoeker Johannes Houwink ten Cate. ‘Pas later werd het een term uit het arsenaal van de ordebeheersing door de overheid. De maatregel paste bij een beperkte staat van beleg, bijvoorbeeld als er onlusten dreigden.’ Volgens Houwink ten Cate gebruikten de Britten de avondklok regelmatig in hun koloniën en lichtten Nederlandse kranten het begrip daarom vaak toe met het Engelse woord ‘curfew’.
In de Tweede Wereldoorlog voerde de Duitse bezetter de spertijd in Nederland in om verzetsactiviteiten te dwarsbomen of te bestraffen. Tussen middernacht en vier uur ’s ochtends moesten burgers binnenblijven. Naarmate de oorlog vorderde, ging het straatverbod steeds vaker gepaard met verduistering om geallieerde vliegtuigen het bombarderen onmogelijk te maken. ‘Na de oorlog werd de associatie van de spertijd met de gehate bezetting steeds sterker’, vertelt Houwink ten Cate. ‘De term ‘spertijd’ werd vervangen door ‘avondklok’ door het Militair Gezag. Voormalige illegale bladen als Het Parool en De Waarheid reageerden daar zeer tevreden op.’
Associaties met de bezetting
Nu de regering een avondklok overweegt worden er allerlei associaties gemaakt met de bezetting. Maar de doeleinden en omstandigheden zijn totaal verschillend, stelt historicus Robin te Slaa. ‘Tijdens de oorlog was het een maatregel tegen de wil en het belang van het volk. Het openlijk protesteren tegen de spertijd of het overtreden daarvan werd vaak op draconische wijze bestraft. Een avondklok om coronabesmettingen te voorkomen, is een maatregel die wordt genomen door de regering van een democratische rechtstaat. In tegenstelling tot de spertijd gebeurt het in het belang van de bevolking en volksgezondheid.’
Bovendien neemt de regering de wensen en gevoelens van burgers in acht bij het instellen van een avondklok. ‘Elke burger en volksvertegenwoordiger mag publiekelijk kanttekeningen plaatsen bij het nut van de maatregel, zonder dat daar sancties van de overheid tegenover staan.’ Bij deze historische vergelijking vallen dus vooral de fundamentele verschillen op. ‘Het maken van vergelijkingen is voor historici vaak nuttig en kan – uiteraard met erkenning van wezenlijke verschillen – verhelderend werken. Het gelijk willen stellen van de avondklok met de spertijd tijdens de bezetting vertroebelt echter meer dan het verklaart.’ De discussie rondom de avondklok toont volgens Te Slaa ook aan hoe selectief het collectieve geheugen vaak werkt: ‘ De kinderbijslag werd door de Duitsers in 1941 ingevoerd, maar niemand heeft deze associatie nog.’